Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de overgelegde producties.
2..De feiten
(gedeeltelijk)te voldoen door ofwel cessie van een gedeelte van de vordering van mevrouw [naam eiser 1] op [naam gedaagde 2] aan de vennootschap, ofwel cessie van (een gedeelte van) de vorderingen van de vennootschap op de heer [naam eiser 2] en mevrouw [naam eiser 1] aan de heer [naam gedaagde 2] , waarna een beroep op verrekening wordt gedaan.
binnen één (1) jaarna heden tot schuldverrekening zoals hiervoor gemeld over te gaan en alsdan
nader overeen te komen tot welke hoogtezij de schulden gaan verrekenen. Partijen komen nu voor alsdan overeen dat tenminste de hiervoor onder 1. genoemde hypothecaire
in zijn
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
geheelverrekend worden;
geheel of gedeeltelijkbinnen een jaar zullen worden verrekend en dat partijen nader zullen overeenkomen tot welke hoogte verrekend zal worden.
nade schuldverrekeningen zoals hierboven vermeld.”
volledigte willen aanvaarden. Hij schrijft immers dat hij niet bereid is om versneld te gaan aflossen op de restschuld, terwijl dat een onderdeel van het aanbod was. Dat wijst er niet op dat de broer net daarvoor nog wel genegen was het aanbod van eisers volledig te accepteren. Nu is deze verklaring weliswaar gedaan tegenover een derde en niet tegenover eisers, maar het ligt niet zonder meer in de rede dat de broer opeens van gedachten was veranderd. Onder die omstandigheden had van de broer verwacht mogen worden dat hij had gesteld op welke manier, en op welke datum, hij het aanbod
onvoorwaardelijkhad aanvaard. Dit doet hij niet.
naast, maar niet
in plaats vanaflossing met € 2.000 per maand. Bovendien stelt de broer zich op het standpunt dat zijn woning niet is verkocht maar ingeruild (daar komt de rechtbank op terug). Dat wijst er op dat de broer zich er van bewust is dat hij bij verkoop van de woning moet afrekenen met zijn zus. De broer stelt ook niet dat de notaris aan partijen van tevoren heeft uitgelegd dat de overeenkomst een bedoeling heeft als door hem, de broer, bepleit. Een dergelijke stelling zou overigens ongerijmd zijn, nu de notaris juist een tegenovergesteld standpunt inneemt. Aldus is het verweer van de broer onvoldoende onderbouwd.
“Des te meer reden voor hen om de overeenkomst uitsluitend te ondertekenen indien er meerdere opties werden geboden anders was de overeenkomst op voorhand al niet na te komen
”. Volgens de broer was dus de clausule inzake de verkoopopbrengst van zijn woning al zinloos toen deze clausule in de overeenkomst werd opgenomen. Dan is niet begrijpelijk waarom deze clausule gehandhaafd is.
6..De beslissing
de broeraan
de zuste betalen dwangsom van € 1.500,- per dag dat hij nalaat aan de veroordelingen A tot en met C te voldoen, met een maximum van € 60.000,-;
de broeraan
de echtgenootte betalen dwangsom van € 1.500,- per dag dat hij nalaat aan de veroordelingen A tot en met C te voldoen, met een maximum van € 60.000,-;
[naam gedaagde 1]aan
de zuste betalen dwangsom van € 1.500,- per dag dat zij nalaat aan de veroordelingen A tot en met C te voldoen, met een maximum van € 60.000,-;
[naam gedaagde 1]aan
de echtgenootte betalen dwangsom van € 1.500,- per dag dat zij nalaat aan de veroordelingen A tot en met C te voldoen, met een maximum van € 60.000,-;