Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, zij het niet in verenging gepleegd;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vordering benadeelde partij
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
2 (twee) jaar;
60 (zestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
30 (dertig) dagen;
[naam benadeelde]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[naam slachtoffer], te betalen
€ 4.175,- (zegge: vierduizend honderdvijfenzeventig euro) als vergoeding voor materiele schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
51 (éénenvijftig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.