Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[Naam], te [Plaats], opposante,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het verzet gegrond;
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 24 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante had eerder op 5 december 2019 een ongegrond verklaard beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, waarbij haar bezwaar tegen een uitnodiging voor een gesprek niet-ontvankelijk was verklaard. Opposante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij zij stelde dat zij tijdig de gronden van beroep had ingediend. De rechtbank heeft in deze verzetprocedure beoordeeld of de eerdere uitspraak zonder zitting terecht was gedaan.
De rechtbank concludeerde dat de opposante niet tijdig de gronden van beroep had ingediend, omdat het aanvullend beroepschrift pas op 27 augustus 2019 was ontvangen, terwijl de termijn op 26 augustus 2019 afliep. Hierdoor was het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de eerdere uitspraak van 5 december 2019 onjuist was, omdat het beroep ongegrond was verklaard zonder de opposante te horen.
De verzetrechter heeft het verzet gegrond verklaard en de eerdere uitspraak vervallen verklaard. De rechtbank heeft besloten om het onderzoek voort te zetten in de stand waarin het zich bevond, zonder dat nader onderzoek nodig was. De uitspraak is gedaan door mr. C.A.F. van Ginneken, rechter, in aanwezigheid van C.W. Steenkist, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat mogelijk is.