ECLI:NL:RBROT:2020:6267
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar tegen afwijzing aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft eiser op 22 mei 2020 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar tegen de brief van verweerder van 16 april 2019, waarin verweerder eiser heeft bericht dat de aanvraag om bijzondere bijstand voor kosten van juridische bijstand is ingetrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er niet tijdig is beslist op het bezwaar en dat de weigering te beslissen is vervangen door een besluit tot afwijzing van de aanvraag. Eerder was er al een beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen, maar dat beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat er inmiddels een besluit was genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bezwaar tegen de weigering te beslissen kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen belang meer heeft bij het bezwaar. Ook het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat het te laat is ingediend. De rechtbank heeft de zaak zelf afgedaan door het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren, met inachtneming van de finaliteit. Daarnaast is het verzoek om de hoogte van de dwangsom vast te stellen afgewezen, omdat er geen dwangsom verschuldigd is. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht dient te vergoeden, maar er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.