Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Marcan Vastgoed B.V. een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De procedure betreft een huurachterstand van € 4.779,50 over de maanden februari tot en met juni 2020, en de vordering tot ontruiming van de bedrijfsruimte. De huurovereenkomst verplicht de gedaagde tot betaling van € 955,90 per maand. Marcan vordert dat de gedaagde binnen vijf dagen na het vonnis het gehuurde ontruimt en de sleutels overhandigt, met een dwangsom van € 150,- per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 2.000,-. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde correct is opgeroepen, maar niet is verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter oordeelt dat Marcan een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de oplopende huurachterstand en de vrees voor verwaarlozing van het gehuurde. De vordering wordt toegewezen, met inachtneming van een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, een contractuele boete van € 1.500,- en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.