ECLI:NL:GHAMS:2019:4499
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huur van bedrijfsruimte en herhaalde wanprestatie met betrekking tot betalingsverplichtingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de huur van bedrijfsruimte. De huurster, Auto- en Motorrijschool Proficiat V.O.F., heeft herhaaldelijk te laat betaald, wat heeft geleid tot een vordering van de verhuurder, [geïntimeerde], tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat er sprake was van herhaalde wanprestatie, wat de vordering tot ontbinding en ontruiming rechtvaardigde. Proficiat heeft in hoger beroep betoogd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake was van herhaalde wanprestatie, en dat de achterstand inmiddels was ingelopen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verhuurder haar vorderingen niet alleen heeft gebaseerd op de achterstand ten tijde van de dagvaarding, maar op meerdere tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst. Het hof oordeelt dat de herhaalde wanprestatie van Proficiat de ontbinding en ontruiming rechtvaardigt. Daarnaast is er een geschil over de uitleg van een boetebeding in de huurovereenkomst. Het hof komt tot de conclusie dat de boete niet cumuleert, wat betekent dat voor iedere maand waarin de huur niet op tijd is betaald, slechts één boete van € 300,- verbeurd wordt. Dit is een wijziging ten opzichte van eerdere uitspraken waarin werd geoordeeld dat de boete wel cumuleerde.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in het principaal appel, maar vernietigt het vonnis in het incidenteel appel voor zover het betreft de wettelijke rente en wijst deze af. Proficiat wordt veroordeeld tot betaling van een boete van € 4.500,- en aanvullende schadevergoeding, met compensatie van proceskosten. De uitspraak is gedaan op 17 december 2019.