Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
1..de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 12 november 2019, met 31 producties;
- de conclusie van antwoord, met 8 producties;
- het tussenvonnis van 29 januari 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van FNV c.s. van 18 februari 2020, met een aanvullende productie;
- de op 10 maart 2020 gehouden mondelinge behandeling.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering en de stellingen van partijen
4..De beoordeling
Steinbusch/Van Alphen).
FNV/Condor).
FNV/Condoren HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427,
DSM/Fox) bepaald dat tussen de Haviltexnorm en de CAO-norm geen tegenstelling bestaat, maar een vloeiende overgang, en dat de rechtspraak over uitleg als gemeenschappelijke grondslag heeft dat bij de uitleg van een schriftelijk contract telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Aldus is sprake van een glijdende schaal: naarmate een overeenkomst naar haar aard meer is bestemd de rechtspositie van derden te beïnvloeden, wint een uitleg van de tekst naar objectieve maatstaven aan belang.
“Resultaat Santon tot 5% voor belasting”in de in artikel 1.8 van het Handboek weergegeven kolom. Aan FNV c.s. kan worden toegegeven dat, indien dezie bepaling enkel taalkundig wordt benaderd, een negatief resultaat ook besloten lijkt te liggen in deze categorie, doordat er strikt genomen geen minimum is vermeld en het resultaat van de onderneming verder niet nader is omschreven of beperkt. Apert evident is het echter niet.
“1.8 Standaardbonus en winstuitkering”. Waarom het woord
“winstuitkering”vervolgens niet terugkomt in het bewuste artikel, is niet duidelijk, maar de titel in de inhoudsopgave biedt in ieder geval geen steun aan het standpunt van FNV c.s.
30 juni 2005 met bijlagen die zij naar al het personeel hebben gestuurd om hen te berichten over het nieuwe beoordelingssysteem. Nu de ondernemingsraad bestaat uit leden die tevens medewerkers zijn van Santon c.s. en die in die hoedanigheid voormelde brief hebben ontvangen, wordt de ondernemingsraad geacht tevens bekend te zijn met die brief. Daarmee is die brief aan te merken als kenbaar voor alle betrokkenen, zodat deze wordt betrokken bij de beoordeling. Indien de in die brief aangekondigde wijziging mede had ingehouden dat er ook een bonus zou worden uitgekeerd bij een negatief resultaat, zou dat een aanzienlijke verruiming van de voorwaarden zijn en ligt het voor de hand dat Santon c.s. dat expliciet in die brief zouden hebben genoemd. Daarover is niets vermeld. Sterker nog, in die brief is bij de toelichting van de jaarlijkse bonus de matrix afgebeeld (een wat eenvoudigere versie dan in het Handboek) met in de derde kolom
“Winst Santon boven 10% voor belasting”. Het is daarom niet aannemelijk te achten dat Santon c.s. hebben beoogd ook bij een negatief resultaat een bonus uit te keren. Gesteld noch gebleken is ook van enige gedraging vanuit de ondernemingsraad waaruit blijkt dat de ondernemingsraad die bedoeling of verwachting wel had.
“Resultaat Santon tot 5% voor belasting”in artikel 1.8 van het Handboek dusdanig wordt uitgelegd dat daarin een minimum ligt besloten, zodat alleen een bonus mogelijk is bij een positief resultaat van Santon c.s. Het gevorderde onder A. ligt daarmee voor afwijzing gereed.