Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. A. Verweijen
mr. K.A. Baggerman, rechters in de wrakingskamer in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).
Rechtbank Rotterdam
Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker, die niet bij naam is genoemd, verzocht om wraking van de rechters mr. G.A.F.M. Wouters, mr. A. Verweij en mr. K.A. Baggerman. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de gewraakte rechters de zaak van verzoeker niet meer behandelden op het moment dat het wrakingsverzoek werd ingediend. Dit leidde tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen rechtsgrond was voor verwijzing van het wrakingsverzoek naar een andere rechtbank, ondanks de argumenten van verzoeker over een uitwisselingspilot tussen gerechtshoven. De rechtbank benadrukte dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is overwogen dat verzoeker geen rechten kan ontlenen aan de code zaakstoedeling, aangezien deze geen wet- of regelgeving betreft. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en is ondertekend door de rechters.