Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechters in de wrakingskamer in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).
Rechtbank Rotterdam
Op 8 april 2020 heeft de Meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker. Dit verzoek was gericht tegen de rechters mr. A.A. Kalk en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar. De rechtbank verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek. De wraking was ingediend na een eerdere uitspraak van de rechters op 20 maart 2020, waarbij zij een eindbeslissing hadden genomen in een aantal bestuursrechtelijke zaken van de verzoeker. De rechtbank oordeelde dat het wrakingsverzoek niet meer kon worden behandeld, omdat de rechters de zaak niet meer behandelden op het moment van indienen van het verzoek. Bovendien werd vastgesteld dat de verzoeker misbruik maakte van het wrakingsmiddel, aangezien hij eerder al had aangegeven dat de gewraakte rechters betrokken waren geweest bij eerdere zaken van hem. De rechtbank bepaalde dat voor alle procedures van de verzoeker, die momenteel in behandeling zijn of in de komende twaalf maanden zullen worden behandeld, een volgend wrakingsverzoek op basis van dezelfde gronden niet in behandeling zal worden genomen.