Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
- betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
- [naam arts] , arts in opleiding tot specialist, verbonden aan Antes, locatie Albrandswaardsedijk.
Rechtbank Rotterdam
Op 16 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 13 maart 2020 een verzoekschrift ingediend voor verlenging van de op 12 maart 2020 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling, die vanwege de coronamaatregelen telefonisch plaatsvond, werd betrokkene gehoord, samen met haar advocaat, mr. S.E.M. Hooijman. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De advocaat van betrokkene maakte bezwaar tegen de telefonische hoorzitting, stellende dat de rechter en griffier naar de accommodatie hadden moeten komen om haar cliënte te horen. De rechtbank gaf aan dat de huidige noodsituatie door COVID-19 het noodzakelijk maakte om deze werkwijze te hanteren en dat dit geen afbreuk deed aan het recht op een eerlijk proces.
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De situatie was zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur had van drie weken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en schriftelijk uitgewerkt op 20 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.