ECLI:NL:RBROT:2020:11745

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 december 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
10/660407-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan moord en witwassen in het drugsmilieu met bijzondere aandacht voor de rol van de verdachte en de vorderingen van benadeelde partijen

In deze strafzaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 december 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan de moord op zijn oom, [naam slachtoffer], en van witwassen van een geldbedrag en een Rolex horloge. De feiten vonden plaats op 17 oktober 2018, toen het slachtoffer werd neergeschoten op een druk kruispunt in Rotterdam. De officier van justitie beschouwde de verdachte als opdrachtgever van de moord, maar de rechtbank oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte deze rol vervulde. Wel werd de verdachte medeplichtig aan de moord verklaard, omdat hij middelen en inlichtingen had verschaft die door de schutter zijn gebruikt. De rechtbank hield rekening met het feit dat het opzet van de verdachte niet gericht was op de dood van het slachtoffer, maar op zware mishandeling. De verdachte werd ook schuldig bevonden aan het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag en een Rolex horloge, waarvan de herkomst uit misdrijf niet kon worden ontkend. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat het debat over deze vorderingen onvoldoende was gevoerd. De rechtbank besloot dat deze vorderingen enkel bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/660407-18
Datum uitspraak: 18 december 2020
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] en feitelijk verblijvende aan de [verblijfadres] in [verblijfplaats] .
De raadsman van de verdachte is mr. G.N. Weski, advocaat te Rotterdam.
De officieren van justitie zijn mr. C.J.A. de Bruijn en mr. S.M. Scheer (hierna samen: de officier van justitie).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 24 en 30 november 2020 en 1 december 2020. Het onderzoek op de zitting is op 18 december 2020 gesloten.
Kern van dit vonnis
Op de zitting heeft ter discussie gestaan of de verdachte betrokken is geweest bij de moord op de heer [naam slachtoffer] (hierna ook: het slachtoffer). De officier van justitie ziet de verdachte als opdrachtgever van die moord. De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte de rol van opdrachtgever of uitlokker vervulde. De verdachte wordt daarvan dus vrijgesproken. Wel vindt de rechtbank dat de verdachte medeplichtig is geweest aan de moord. Bij het opleggen van straf wordt rekening gehouden met het eigen opzet van de verdachte dat niet gericht is geweest op de dood van het slachtoffer. Hij wordt ook veroordeeld voor het witwassen van een geldbedrag en een Rolex horloge.
Bijzonder in deze zaak is ten slotte ook dat de rechtbank heeft geworsteld met de vorderingen van de benadeelde partijen en daarvoor een oplossing had bedacht in zowel het belang van verdachte als de benadeelde partijen. Het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) biedt in deze zaak echter op dit moment onvoldoende ruimte voor deze oplossing, zodat de rechtbank min of meer genoodzaakt is de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt - kort samengevat - beschuldigd van de moord op het slachtoffer en het witwassen van een geldbedrag en een Rolex. De volledige tekst van de beschuldiging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank moet in de eerste plaats beoordelen of de officier van justitie de verdachte mag vervolgen. De rechtbank vindt van wel. Die beslissing wordt in hoofdstuk 2 van dit vonnis uitgelegd.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte de rol van opdrachtgever of uitlokker vervulde. Wel wordt de verdachte veroordeeld als medeplichtige aan de moord en voor het witwassen van een geldbedrag en een Rolex horloge. De bewezenverklaring en de bewijs- en vrijspraakmotivering worden in hoofdstuk 3 van dit vonnis uiteengezet en uitgelegd. Het overzicht van de bewijsmiddelen staat in hoofdstuk 4 van dit vonnis.
De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar straf op staat. Welke dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 5 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van de feiten en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank komt tot van een gevangenisstraf van 3 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Hoofdstuk 6 van dit vonnis vermeldt de overwegingen van de rechtbank die tot deze straf hebben geleid.
Hoofdstuk 7 van dit vonnis bevat de beslissingen over de inbeslaggenomen goederen.
Acht nabestaanden van het slachtoffer hebben als gevolg van de bewezenverklaarde feiten schade geleden. In hoofdstuk 8 van dit vonnis is de beslissing van de rechtbank uitgelegd dat op dit moment geen beslissing kan worden genomen over de vorderingen van de benadeelde partijen.
Hoofdstuk 9 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.

1..De beschuldiging in de tenlastelegging

1.
hij op of omstreeks 17 oktober 2018 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk met een vuurwapen één of meer kogels afgeschoten op het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer] , tengevolge waarvan voornoemde [naam slachtoffer] (op 25 oktober 2018) is overleden;
subsidiair
[naam medeverdachte 1] op of omstreeks 17 oktober 2018 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben die [naam medeverdachte 1] en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk met een vuurwapen één of meer kogels afgeschoten op het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer] , tengevolge waarvan voornoemde [naam slachtoffer] (op 25 oktober 2018) is overleden,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 12 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, te weten door
  • die [naam medeverdachte 1] een telefoon met daarin drie foto’s, te weten een foto van de achterkant van een grijze auto met in de kofferbak een kentekenplaat met het kenteken [kentekennummer 1] en/of een foto met het adres [adres slachtoffer] , [postcode slachtoffer] Rotterdam en/of een foto van een identiteitsbewijs, zijnde de auto en/of het adres en/of het identiteisbewijs van het slachtoffer [naam slachtoffer] , te overhandigen/geven, althans (door middel van anderen) ervoor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van die telefoon;
  • de pincode van voornoemde telefoon aan die [naam medeverdachte 1] te geven, althans (door middel van anderen) er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van de pincode van die telefoon, en/of
  • die [naam medeverdachte 1] een (groot) geldbedrag te geven/in het vooruitzicht te stellen, althans (door middel van anderen) er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] een (groot) geldbedrag is gegeven/in het vooruitzicht is gesteld;
meer subsidiair
[naam medeverdachte 1] op of omstreeks 17 oktober 2018 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk een persoon genaamd [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben die [naam medeverdachte 1] en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk met een vuurwapen één of meer kogels afgeschoten op het hoofd en/of het lichaam van die [naam slachtoffer] , tengevolge waarvan voornoemde [naam slachtoffer] (op 25 oktober 2018) is overleden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 12 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
  • die [naam medeverdachte 1] een telefoon met daarin drie foto’s, te weten een foto van de achterkant van een grijze auto met in de kofferbak een kentekenplaat met het kenteken [kentekennummer 1] en/of een foto met het adres [adres slachtoffer] , [postcode slachtoffer] Rotterdam en/of een foto van een identiteitsbewijs, zijnde de auto en/of het adres en/of het identiteisbewijs van het slachtoffer [naam slachtoffer] , te overhandigen/geven, althans (door middel van anderen) er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van die telefoon, en/of
  • de pincode van voornoemde telefoon aan die [naam medeverdachte 1] te geven, althans (door middel van anderen) er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van de pincode van die telefoon die [naam medeverdachte 1] een (groot) geldbedrag te geven/in het vooruitzicht te stellen, althans (door middel van anderen) er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] een (groot) geldbedrag is gegeven/in het vooruitzicht is gesteld;
meest subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te
Rotterdam, althans in Nederland, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord/doodslag in vereniging (hetgeen een misdrijf genoemd in de artikelen 289/287 jo 47 oplevert, althans een met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
  • een telefoon met daarin een notitie met foto's relaterend aan [naam slachtoffer] , en/of
  • de pincode van voornoemde telefoon, en/of
  • een (groot) geldbedrag (als beloning voor de uitgevoerde moord/doodslag voor de schutter);
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad.
2.
hij op of omstreeks 19 februari 2019, te Capelle aan den IJssel, althans in Nederland,
van (een) voorwerp(en), te weten 60.960 euro, althans een groot geldbedrag en/of een Rolex horloge, de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats heeft verborgen en/of verhuld, danwel verborgen heeft gehouden of verhuld wie de rechthebbende op dit/die voorwerp(en) is en/of dit/die voorwerp(en) voorhanden heeft gehad, danwel
(een) voorwerp(en), te weten 60.960 euro, althans een groot geldbedrag en/of een Rolex horloge, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, althans van voornoemd(e) voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair
hij op of omstreeks 19 februari 2019, te Capelle aan den IJssel, althans in Nederland, (een) voorwerp(en), te weten 60.960 euro, althans enig geldbedrag en/of een Rolex horloge, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte wist dat dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.

2..De ontvankelijkheid van de officier van justitie

Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie bepleit, omdat de medeverdachten [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] - ondanks de sterkere bewijspositie ten aanzien van deze personen - (nog) niet zijn vervolgd. De officier van justitie heeft daarmee gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het recht van de verdachte op een eerlijk proces, in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Beoordeling
De rechtbank verwerpt dit verweer. Op grond van het opportuniteitsbeginsel bepaalt de officier van justitie in welke zaak zij tot vervolging overgaat en in welke zaak niet. Die beslissing moet de rechtbank met terughoudendheid te toetsen. Alleen in uitzonderlijke gevallen is plaats voor een niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde, zoals het gelijkheidsbeginsel. Van schending van het gelijkheidsbeginsel kan alleen sprake zijn indien afwijkend wordt beslist in vergelijkbare gevallen. De posities van de door de verdediging genoemde personen zijn echter niet soortgelijk aan de positie van de verdachte. Bovendien heeft de officier van justitie op de zitting toegelicht dat [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] nog steeds als verdachten worden aangemerkt en dat de beslissing om hen al dan niet (verder) te vervolgen (mede) afhangt van de uitkomst van deze strafzaak. Dit alles maakt dat er geen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel of het recht van de verdachte op een eerlijk proces.
Conclusie
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.

3..Het bewijs

Standpunt van de officier van justitie over het bewijs
Aangevoerd is dat het subsidiair ten laste gelegde uitlokken van de moord op [naam slachtoffer] kan worden bewezenverklaard. Die visie heeft de officier van justitie uitvoerig gemotiveerd in haar requisitoir.
Bewezenverklaring
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, en vindt bewezen dat:
1. meer subsidiair
[naam medeverdachte 1] op 17 oktober 2018 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk en met voorbedachten rade [naam slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers hebben die [naam medeverdachte 1] en zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen een kogel afgeschoten op het hoofd van die [naam slachtoffer] , tengevolge waarvan voornoemde [naam slachtoffer] is overleden, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 12 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018 te Rotterdam opzettelijk middelen en inlichtingen heeft verschaft door
  • door middel van anderen er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van een telefoon met daarin drie foto’s, te weten een foto van de achterkant van een grijze auto met in de kofferbak een kentekenplaat met het kenteken [kentekennummer 1] en een foto met het adres [adres slachtoffer] , [postcode slachtoffer] Rotterdam en een foto van een identiteitsbewijs, zijnde de auto en het adres en het identiteitsbewijs van [naam slachtoffer] , en
  • door middel van anderen er voor te zorgen dat die [naam medeverdachte 1] in het bezit is gekomen van de pincode van die telefoon.
2. primair
hij op 19 februari 2019 te Capelle aan den IJssel, voorwerpen, te weten een groot geldbedrag en een Rolex horloge, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Bewijs- en vrijspraakmotivering
De bewezenverklaring is gegrond op de in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen inhoud van de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen vormen ook de basis voor de hiernavolgende vaststellingen, overwegingen en conclusies die bij de bewezenverklaring zijn betrokken, mede naar aanleiding van de door de verdediging gevoerde bewijsverweren.
Feit 1
De schutter en zijn handelen
Op 17 oktober 2018 reed het slachtoffer in zijn auto in de richting van de kruising van de Oudedijk en de Willem Ruyslaan te Rotterdam. Op de kruising blokkeerde een man met zijn scooter de rijbaan. De man pakte een vuurwapen uit zijn tas en vuurde meerdere kogels af in de richting van de auto van het slachtoffer. De man (hierna: de schutter) schoot direct op de ruit van de bestuurdersdeur van de auto. Het slachtoffer werd - onder meer - in zijn hoofd geraakt. Als gevolg van dit schot overleed het slachtoffer op 25 oktober 2018.
De schutter ging ervandoor en verloor op zijn vlucht een iPhone 5 SE (hierna: de iPhone). Op deze iPhone stond in de app Notities een notitie met de naam ‘Bewaarde foto’ open (hierna: de notitie). De notitie was twee uur vóór het schietincident geopend. In de notitie waren een foto van de identiteitskaart van het slachtoffer, een foto van de nummerplaat [kentekennummer 1] van de auto van het slachtoffer en een foto van zijn adres ingevoegd.
Opzet en voorbedachte raad
De uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de schutter getuigt van een weloverwogen beslissing om het slachtoffer te doden. De schutter handelde kalm en rustig, zocht het slachtoffer op, reed achter hem aan en handelde met het schieten zeer direct in de richting van het slachtoffer. De notitie in de iPhone die de schutter bij zich droeg, met daarin rechtstreekse verwijzingen naar het slachtoffer, onderstrepen de gerichtheid en het planmatige van het handelen van de schutter. De schutter heeft het slachtoffer daarmee opzettelijk en met voorbedachten rade gedood.
De medeverdachte is de schutter
Na op het slachtoffer te hebben geschoten, verloor de schutter op zijn vlucht zijn helm en reed hij enige honderden meters verder in volle vaart met de scooter tegen een auto aan. De schutter vluchtte te voet verder en liet zijn scooter achter.
Een belangrijke vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de medeverdachte [naam medeverdachte 1] (hierna: de medeverdachte) deze schutter is. Voor de beantwoording van die vraag zal hierna worden ingegaan op de verbanden tussen de medeverdachte aan de ene kant en aan de andere kant (1) de bij de liquidatie gebruikte scooter, (2) de door de schutter bij de liquidatie gedragen helm, (3) het slachtoffer en (4) het ongeval met de scooter kort na de liquidatie. Het antwoord op die belangrijke vraag zal zijn dat de medeverdachte de schutter is.
1.
Verband tussen de medeverdachte en de scooter van de schutter
  • De door de schutter bij de liquidatie gebruikte scooter is op 14 oktober 2018, drie dagen voor het schieten, door de medeverdachte gekocht.
  • De medeverdachte heeft een andere medeverdachte ( [naam medeverdachte 4] ) gevraagd de scooter op zijn naam te zetten en heeft [naam medeverdachte 4] op de dag van het schieten gevraagd om aangifte te doen van diefstal van de scooter. Als reden daarvoor gaf hij een dag later aan dat de scooter gebruikt zou zijn bij een schietpartij.
  • Op de sleutel van de scooter en op de (achter een klepje weggewerkte) tankdop is DNA van de medeverdachte aangetroffen.
De aankoop van de scooter kort voor het schieten, de door de medeverdachte geïnitieerde verhullingshandelingen met betrekking tot de scooter kort na het schieten en het op specifieke gebruikersplekken van de scooter aantreffen van DNA van de medeverdachte wijzen op een direct en sterk verband tussen de medeverdachte en de bij de liquidatie gebruikte scooter.
2.
Verband tussen de medeverdachte en de door schutter verloren helm
De helm die de schutter tijdens het schieten droeg en later op de vlucht is verloren, was van de medeverdachte. De medeverdachte heeft die helm in het weekend voorafgaand aan de schietpartij opgehaald op een adres waar hij begin 2018 een aantal maanden heeft verbleven. Aan de binnenkant van de helm is DNA van de medeverdachte aangetroffen. Er is dus niet alleen een verband tussen de bij de liquidatie gebruikte scooter en de medeverdachte, maar ook los daarvan een zelfstandig verband tussen de bij de liquidatie gebruikte helm en de medeverdachte.
3.
Verband tussen de medeverdachte en het slachtoffer
De medeverdachte gebruikte in de tijd voorafgaand aan de schietpartij een tablet.
- Op 12 oktober 2018 is op deze tablet gezocht naar het adres van zijn ex-vriendin in Tilburg.
  • Op 13 oktober 2018 is op de tablet veelvuldig gezocht naar scooters soortgelijk aan de bij de schietpartij gebruikte scooter, die door de medeverdachte op 14 oktober 2018 is gekocht.
  • Op 15 oktober 2018 overdag is op de tablet gezocht naar kappensets, een voorkap, een windscherm, een stickerset en een stuurkap voor een Gilera Runner. Ook is er die dag op Marktplaats gezocht op ‘wrap folie’ en ‘carbon folie’. Op 15 oktober 2018 om 22.08 uur is er op Marktplaats weer naar kappensets voor een Gilera Runner gekeken.
Deze zoekslagen zijn aan de medeverdachte te linken. De medeverdachte was een vaste gebruiker van de tablet en de zoekslagen van 12 tot en met 15 oktober 2018 onderbouwen het gebruik van de tablet door de medeverdachte in de dagen voorafgaand aan de schietpartij. Dat zit hem in het zoeken naar het adres van de ex-vriendin in Tilburg, in de zoekslag kort vóór de aankoop naar scooters soortgelijk aan de op 14 oktober 2018 door de medeverdachte aangekochte scooter en in de zoekslagen naar de onderdelen en materialen voor de scooter kort na de aankoop.
Dat voorafgaand aan een aankoop van een scooter door de koper (de medeverdachte) gezocht wordt naar specifieke scooters behoeft geen nadere uitleg. De zoekslagen naar de onderdelen en materialen wel.
De door de medeverdachte gekochte scooter was bij aankoop rood van kleur en tijdens de schietpartij zwart. Hieruit wordt afgeleid dat de scooter van de medeverdachte - mogelijk ter voorkoming van herkenning van de scooter bij de schietpartij - een ander uiterlijk heeft gekregen. Zoekslagen naar - onder meer - stuurkappen, kappensets, stickersets en wrap- en carbon folie passen bij een wens tot omkatting van een scooter. Deze vaststelling bevestigt nadrukkelijk dat het de medeverdachte is die deze zoekslagen doet.
Na de laatste zoekslag naar ‘scooterkappen’ door de medeverdachte op 15 oktober 2018 te 22:40 uur is 32 minuten later via Google Street View gezocht op het adres van het slachtoffer. Van deze zoekslag zijn op de tablet 225 afbeeldingen van de omgeving van de woning van het slachtoffer opgeslagen.
Deze zoekslag van de medeverdachte naar het adres van het slachtoffer op 15 oktober 2018 - 36 uur voor het schieten en een half uur na de zoekslag naar omkatmaterialen voor de scooter - legt een direct verband tussen de medeverdachte en het slachtoffer kort vóór de schietpartij. Dat vervolgens ook nog foto’s van de (omgeving van de) woning van het slachtoffer op de tablet zijn opgeslagen, onderstreept dit verband.
Opmerkelijk hierbij is nog dat op de iPhone die bij de beschadigde scooter is aangetroffen op 15 oktober 2018 rond 22:00 uur (wanneer er eerst naar kappensets voor een Gilera Runner is gekeken en nog geen uur later wordt gezocht op het adres van het slachtoffer) de notitie openstaat. De notitie blijft in beeld staan tot de volgende ochtend om 07:25 uur waarbij de iPhone een aantal keer wordt ontsloten en de notitie steeds in beeld komt. Verdere activiteit is er in die periode niet op de iPhone. In de notitie is - als gezegd - ook een foto van het adres van het slachtoffer opgenomen.
4.
Verband tussen de medeverdachte en het ongeval met de scooter
De dag na het schieten liep de medeverdachte een beetje scheef en waren zijn handen gekneusd en opgezet. Toen hij daarmee werd geconfronteerd vertelde hij: “ik werk met Chinezen en ik heb gisteren een klapper gemaakt op een 180’er”. Die uitspraken op zichzelf zijn in de context van de verdenking en de valpartij van de schutter met de (motor)scooter uitermate belastend voor de medeverdachte. Het staat immers vast dat de door medeverdachte gekochte scooter is gebruikt bij het schieten, dat vervolgens een ongeval heeft plaatsgevonden en dat het slachtoffer een Chinese afkomst had. De uitspraak van de medeverdachte in een kort daarna gevoerd telefoongesprek (op 4 november 2018) dat hij van een motor was gevallen onderschrijft dat verband nog eens. Ditzelfde geldt voor een op 6 januari 2019 gevoerd telefoongesprek waarin de medeverdachte spreekt over een doktersbezoek voor knie en pols, waarover hij kennelijk al een tijd zegt dat hij die afspraak zal maken.
Conclusie
De vier verbanden wijzen ieder voor zich in de richting van een (directe) betrokkenheid van de medeverdachte bij het schietincident, namelijk als de schutter. De verbanden zijn ieder op zich sterk, staan niet op zichzelf en grijpen onderling in elkaar. Op grond daarvan staat het daderschap van de medeverdachte buiten redelijke twijfel vast.
De rol van de verdachte
De verdachte wordt verweten dat hij medepleger van, uitlokker van of medeplichtige bij de moord op het slachtoffer is danwel dat hij voorbereidingshandelingen voor de moord op het slachtoffer heeft gepleegd.
a.
De rol van medepleger
De rechtbank vindt net als de officier van justitie en de verdediging dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte medepleger is van de moord op het slachtoffer. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het medeplegen van de moord op het slachtoffer.
De rol van uitlokker
De rechtbank vindt ook, anders dan de officier van justitie, dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte de moord op het slachtoffer heeft uitgelokt.
De officier van justitie gaat uit van een totaalscenario waarin alle verdachten een specifieke rol hebben. In dit scenario is de verdachte de opdrachtgever van de moord op het slachtoffer. Het scenario van de officier van justitie is een alles-of-niets scenario. De rechtbank vindt dat dit scenario van de officier van justitie in vele opzichten niet is komen vast te staan. De officier van justitie gaat in het geschetste scenario (onder meer) uit van een aantal cruciale ontmoetingen die zouden moeten worden afgeleid uit de telefoongegevens en uit plaatsbepalingen van gebruikte voertuigen van de verdachte en zijn medeverdachten. Veel van die ontmoetingen als zodanig zijn niet komen vast te staan, en als die ontmoetingen wel vaststaan, dan blijft onduidelijk in welke samenstellingen de ontmoetingen hebben plaatsgevonden. Bovenal blijkt uit niets wat er tijdens die ontmoetingen is gezegd. Bovendien is niet met (concrete) feiten onderbouwd dat er een opdracht vanuit de verdachte is gegeven voor de moord op het slachtoffer. De notitie in de iPhone van de verdachte met daarop de gegevens van het slachtoffer, ook in combinatie met de door de officier van justitie aangehaalde tapgesprekken, is daarvoor onvoldoende. De verdachte zal daarom ook van het uitlokken van de moord op het slachtoffer worden vrijgesproken.
De rol van medeplichtige
Medeverdachte [naam medeverdachte 1] heeft gebruik gemaakt van de hiervoor genoemde openstaande notitie in de iPhone die hij bij zich droeg. Deze notitie is op 13 oktober 2018 aangemaakt en is van essentieel belang geweest bij de moord op het slachtoffer. Dat heeft een tweetal redenen:
De inhoud van de notitie verwijst rechtstreeks naar het slachtoffer, zijn adres en zijn auto. Het schieten op het slachtoffer vond plaats op een steenworp afstand van zijn woning en het slachtoffer zat op het moment van schieten in de auto die in de notitie is opgenomen. Daarmee bevatte de notitie voor het schieten essentiële gegevens die nodig waren om het slachtoffer op te sporen, te kunnen volgen en te identificeren.
Het feit dat de notitie twee uur vóór het schietincident was geopend en tot het laatste moment van gebruik openstond, onderstreept de rol die de notitie bij het schieten heeft gespeeld. Tot mogelijk het allerlaatste moment is de notitie gebruikt voor het doel dat de notitie diende. Kort gezegd: het kiezen van het juiste doelwit.
De iPhone waar de notitie op stond was tot kort voor het schieten in gebruik bij de verdachte. De verdachte is op 13 oktober 2018 betrokken geweest bij het opstellen van de cruciale notitie. De rechtbank leidt dit af uit het gegeven dat er meer foto’s op de iPhone stonden dan alleen de drie foto’s die zijn ingevoegd in de notitie, terwijl de drie foto’s - die op twee verschillende data zijn gecreëerd - binnen een tijdsbestek van nog geen twee minuten zijn ingevoegd in de notitie. De verdachte moet daarin wel een rol hebben gespeeld, nu dat alleen in zo’n kort tijdsbestek kan worden gedaan door dan wel op aanwijzing van iemand die weet waar de betreffende foto’s op de iPhone stonden opgeslagen. Bovendien kan de iPhone - die vergrendeld was met een pincode - niet zonder medewerking van de verdachte zijn ontgrendeld en gebruikt.
De verdachte heeft zijn iPhone en de pincode daarvan na het opstellen van de notitie meegegeven aan anderen. Dit leidt de rechtbank af uit het gegeven dat de simkaart van de verdachte tot 13 oktober 2018 om 02:05:23 uur in de iPhone heeft gezeten en die dag om 12:18:18 uur in een ander toestel is geplaatst en uit het gegeven dat de iPhone na 13 oktober 2018 niet langer met vingeridentificatie (‘Touch ID’) maar uitsluitend met behulp van de pincode werd ontgrendeld.
De iPhone met de cruciale notitie is uiteindelijk bij de schutter terechtgekomen.
De verdachte zwijgt over het opstellen van de notitie en de overdracht van de iPhone. Op de zitting heeft hij bevestigd dat hij op 13 oktober 2018 ten tijde van het opstellen van de notitie met twee medeverdachten in het NH Hotel was. Hij heeft niet willen verklaren waarover hij die nacht met hen heeft gesproken. Volgens de verdachte ging het gesprek niet over een liquidatie of over criminele zaken.
Het opzet van de verdachte
Vast staat dat de verdachte middelen en inlichtingen heeft verschaft die door de schutter zijn gebruikt bij de moord op het slachtoffer. Voor strafbare medeplichtigheid aan die moord is naast opzet van de verdachte op het verschaffen van de middelen en inlichtingen ook opzet van de verdachte vereist - al dan niet in voorwaardelijke vorm - op het gronddelict. De rechtbank ziet zich daarom voor de vraag gesteld met welk opzet de notitie op 13 oktober 2018 door de verdachte is opgesteld en verstrekt.
Bij de beoordeling van dat opzet vindt de rechtbank de volgende omstandigheden van belang:
  • De notitie is midden in de nacht opgesteld en aan anderen verstrekt.
  • De verdachte heeft daarbij zijn iPhone als gegevensdrager gebruikt, terwijl hij de notitie ook eenvoudig op andere wijze (bijvoorbeeld per e-mail of WhatsApp) had kunnen versturen.
  • De verdachte verbleef op dat moment in een hotel waar hij niet op eigen naam was ingecheckt.
  • De verdachte wist dat [naam slachtoffer] , zijn oom en tevens werkgever, werkzaam was in de drugswereld.
  • De verdachte was zelf ook werkzaam in de drugswereld, namelijk als tolk voor zijn oom.
  • In de notitie stonden gegevens die overduidelijk bedoeld waren om zijn oom te kunnen traceren.
  • De verdachte zwijgt over het opstellen van de notitie en de overdracht van zijn iPhone.
Deze feiten en omstandigheden zijn voor de verdachte zeer belastend. Desondanks vindt de rechtbank die feiten en omstandigheden onvoldoende om te concluderen dat verdachte met zijn handelen opzet had op de moord op zijn oom. Uit de notitie en de omstandigheden waaronder deze zijn verstrekt blijkt namelijk
nietvan een op handen zijnde liquidatie van het slachtoffer. Dat een liquidatie is gevolgd, is weliswaar niet geheel kleurloos, maar als zodanig zeker onvoldoende om daaruit het opzet af te leiden. Als de rechtbank die conclusie toch zou willen trekken, zou het opzet eigenlijk voor het overgrote deel moeten worden afgeleid uit het zwijgen van de verdachte. Dat gaat te ver. Het gaat hierbij namelijk niet om omstandigheden die op zichzelf of in samenhang met de verdere inhoud van de bewijsmiddelen beschouwd redengevend kunnen worden geacht voor het bewijs van opzet op moord.
Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden kan wel worden afgeleid dat de inhoud van de cruciale notitie niet als doel had om een afspraak te maken met het slachtoffer om hem - bijvoorbeeld - zakelijk of privé te ontmoeten. Daarvoor zijn de gegevens in de notitie en de omstandigheden waaronder die zijn verstrekt te schimmig en te verstrekkend. Zo schimmig dat de rechtbank bij de bewijsvoering in aanmerking neemt dat de verdachte voor die omstandigheden geen aannemelijke verklaring heeft gegeven om de zeer belastende omstandigheden te ontkrachten. Het verstrekken van de notitie, de schimmige omstandigheden waaronder dat is gegaan en het ontbreken van een verklaring van de verdachte daarover maken dat de verdachte minst genomen het opzet had dat er, na het verstrekken van de cruciale notitie, iets met het slachtoffer zou gaan gebeuren waarbij geweld in de rede lag. Daarbij valt ten minste te denken aan mishandeling, waarbij de verdachte de aanmerkelijke kans voor lief heeft genomen dat dit zou uitmonden in een zware mishandeling. Daarmee was het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte dus niet gericht op het gronddelict (de moord op het slachtoffer), maar wel op zware mishandeling van hem.
Dat het opzet van de verdachte zich beperkte tot zware mishandeling van het slachtoffer, staat aan bewezenverklaring van medeplichtigheid
aan de moordop het slachtoffer niet in de weg. Het misdrijf waarop het opzet van de verdachte was gericht (zware mishandeling) houdt naar het oordeel van de rechtbank namelijk voldoende verband met het gronddelict moord. [1] Beide delicten zijn geweldsdelicten, waarbij moord in het verlengde van zware mishandeling ligt.
Feit 2
Witwassen
In de woning van de verdachte is een contant geldbedrag van (in totaal) € 61.000,- aangetroffen. Dit bedrag bestond onder meer uit coupures van € 500,-. Daarnaast is in de woning een Rolex horloge met een getaxeerde waarde van € 8.350,- aangetroffen. De verdachte was, zoals hiervoor al is overwogen, werkzaam in de drugswereld. Dit alles rechtvaardigt zonder meer een vermoeden van witwassen. De verdachte heeft geen concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven, waaruit blijkt dat het geld en het horloge niet van misdrijf afkomstig zijn. Nader onderzoek naar de herkomst is dan ook niet noodzakelijk. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat het geld en het horloge onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
ConclusieDe verdachte wordt vrijgesproken van het medeplegen en de uitlokking van de moord op [naam slachtoffer] . Wel is hij medeplichtig aan die moord. Ook is hij schuldig aan het witwassen van een geldbedrag en een Rolex horloge.

4..De bewijsmiddelen

Schieten

1.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam getuige 1] [2]
Ik reed op 17 oktober 2018 omstreeks 10:50 uur te Rotterdam de Willem Ruijslaan op in de richting van de Oude Dijk. Een Volkswagen Polo kwam voor me rijden. Ter hoogte van de Lusthofstraat kwam van rechts een zwarte Piaggio scooter de weg op rijden. Ik reed zelf in een bedrijfsbusje kentekennummer [kentekennummer 2] . Ik zag dat de scooter stopte voor de kruising met de Oudedijk. De scooterrijder blokkeerde op die manier de weg. Ik zag dat hij met zijn rechterhand een wapen uit zijn tas haalde en richtte naar de Polo voor mij. Ik zag dat de man van de scooter direct op de ruit van de bestuurdersdeur schoot. Toen zag ik de scooter wegrijden, rechtsaf slaan de Oudedijk op.
2.
Onderzoek van de politie [3]
Op 17 oktober 2018 op de kruising Willem Ruyslaan met de Oudedijk hebben wij 12 afgevuurde patroonhulzen aangetroffen. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zijn de 12 op de plaats delict aangetroffen hulzen verschoten uit één en hetzelfde vuurwapen.
Overlijden
3.
Onderzoek van de politie [4]
Op 17 oktober 2018 werd melding gemaakt van een schietincident op de kruising van de Willem Ruyslaan met de Oudedijk te Rotterdam. Een man op een scooter schoot diverse keren op de bestuurder van een personenauto met kenteken [kentekennummer 1] . De bestuurder raakte hierbij ernstig gewond. Het slachtoffer bleek te zijn genaamd: [naam slachtoffer] wonend aan de [adres slachtoffer] , [postcode slachtoffer] te Rotterdam. Op 25 oktober 2018 kwam het bericht binnen, bij het onderzoeksteam, dat [naam slachtoffer] was overleden in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam.
4.
Deskundigenverslag [5]
[naam slachtoffer] is overleden in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam op 25 oktober 2018. Er werden letsels vastgesteld. Deze letsels zijn bij leven ontstaan door ingewerkt uitwendig mechanisch perforerend geweld, namelijk in totaal twee inschoten van het hoofd en de hals. Het overlijden kan verklaard worden door de verwikkelingen van één inschot van het hoofd. Deze verwikkelingen waren onder andere reanimatiebehoefte, een hartinfarct, bloedstolsels in het longvaatbed, het ontstaan van een uitzichtloze situatie en het uiteindelijke staken van de behandeling.
Het overlijden van [naam slachtoffer] wordt verklaard door de verwikkelingen van ballistisch geweld/schietgeweld.
Daderschap medeverdachte [naam medeverdachte 1]
5.
Onderzoek van de politie [6]
Op 17 oktober 2018, omstreeks 10.53 uur, hoorde ik dat er een man was neergeschoten op de Willem Ruyslaan te Rotterdam. De verdachte zou weggevlucht zijn op een zwarte scooter in de richting van de 's Gravenweg te Rotterdam. Omstreeks 10:57 uur zag ik op de 's Gravenweg een zwarte scooter op de grond liggen. Ik zag enkele meters verder ter hoogte van een doorsteek een mobiele telefoon op het trottoir liggen. Deze is veiliggesteld door een pylon hierover heen te plaatsen.
6.
Onderzoek van de politie [7]
Op 17 oktober 2018 werden wij door de Forensische Opsporing gewezen op het aantreffen van een mobiele telefoon ter hoogte van de ’s Gravenweg 310 te Rotterdam. Wij zagen dat deze mobiele telefoon de navolgende was:
Type: iPhone SE
IMEI: [IMEI-nummer 1]
Deze mobiele telefoon werd door ons voorzien van het SIN-nummer [SIN-nummer 1] .
7.
Onderzoek van de politie [8]
Op 17 oktober 2018 werd onderstaand goed voor onderzoek aangeboden.
Type iPhone SE
IMEI-nummer [IMEI-nummer 1]
Notitie
Bij het aantreffen van het toestel stond deze uit in verband met een lege batterij. Hierna werd het toestel opgeladen. Na het opstarten en openen van het toestel met de verkregen code werd door mij de applicatie ‘Notities’ geopend. Bij het openen van de app zag ik dat de notitie ‘Bewaarde foto’ open stond. Ambtshalve is mij bekend dat dit betekent dat deze betreffende notitie als actief/open stond bij het laatste gebruik van de applicatie voordat het toestel uit was gegaan.
8.
Onderzoek van de politie [9]
Op 17 oktober 2018 werd melding gemaakt van een schietincident. Op de plek waar de schutter ten val is gekomen, is een iPhone aangetroffen, met IMEInummer [IMEI-nummer 1] .
Van de iPhone werden aanvullende log-gegevens verzameld betreffende de activiteiten van/op het
toestel in de periode van 12 oktober 2018 tot en met 17 oktober 2018. Uit de gegevens is af te lezen op welk
moment de Apple Notes (Notities) applicatie in beeld (focus) was op het scherm van het apparaat.
Datum Tijd Item Type
17-10-2018 08:47:26 com.apple.mobilenotes Knowledge Application Focus
9.
Onderzoek van de politie [10]
Onderzoek telefoon: [SIN-nummer 1]
Ik zag dat er in de applicatie Notities een notitie aanwezig was met de naam ‘Bewaarde
foto’. Ik zag dat deze notitie was aangemaakt op 13 oktober 2018. Ik zag dat er in deze notitie drie foto’s aanwezig waren.
Foto 1:
Op de foto staat een zilvergrijze auto met geopende kofferbak. Op de auto is geen kentekenplaat
bevestigd. In de kofferbak van de auto ligt wel een kentekenplaat, van het kenteken [kentekennummer 1] . In de
kofferbak liggen verder diverse papieren, waarvan de inhoud niet te lezen is.
Foto 2:
Op de foto staat een ander scherm, mogelijk een andere telefoon of tablet. Op het andere scherm staat een foto van het adres [adres slachtoffer] [postcode slachtoffer] Rotterdam. Door mij is de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de [adres slachtoffer] te Rotterdam, het woonadres is van slachtoffer [naam slachtoffer] .
Foto 3:
Op de foto staat een Nederlandse Identiteitskaart, van [naam slachtoffer] , geboren [geboortedatum slachtoffer] . Op de identiteitskaart staat een pasfoto van het gezicht van slachtoffer [naam slachtoffer] .
10.
Onderzoek van de politie [11]
Op 17 oktober 2018 heeft de dader van de schietpartij op de Willem Ruyslaan te Rotterdam, op de ’s-Gravenweg een aanrijding veroorzaakt. De dader is hierna weggerend en heeft de (motor)scooter daar achtergelaten. Na onderzoek bleek dat aan de onderzijde van het frame van de (motor)scooter het Voertuigidentificatienummer [nummer] zat. Volgens de Rijksdienst voor het Wegverkeer, gekoppeld stond aan dat nummer een motorfiets van het merk Piaggio L3 type M07 en dat voor dit voertuig het kenteken [kentekennummer 3] was afgegeven. Tevens zag ik dat de kentekenhouder [naam medeverdachte 4] [geboortedatum medeverdachte 4] te [geboorteplaats medeverdachte 4] , betrof en hij de motorfiets op 14 oktober 2018 om 14:29 uur op zijn naam had laten overschrijven.
11.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam medeverdachte 4] [12]
In het weekend voor 17 oktober 2018 had [naam medeverdachte 1] mij gebeld. Hij zei tegen mij: ‘kun je iets voor mij regelen?’ Rond 11.00 uur belde [naam medeverdachte 1] mij dat hij een scooter had gevonden en heeft mij gevraagd of ik de scooter op mijn naam wilde zetten. Dat was 14 oktober 2018. Ik zei dat het op mijn naam kon. [naam medeverdachte 1] en ik zijn die dag naar de verkoper van de scooter gegaan. [naam medeverdachte 1] heeft toen een testrondje gereden op de scooter en vond de scooter goed. [naam medeverdachte 1] heeft toen 1000 euro betaald aan de verkoper. Ik ben met de verkoper en nog iemand naar de winkel gegaan om de scooter over te schrijven. [naam medeverdachte 1] is bij de scooter gebleven. Nadat de scooter was overgeschreven ben ik afgezet bij metro Slinge. Een paar dagen later belde [naam medeverdachte 1] mij ’s ochtends. Dat is 17 oktober 2018. [naam medeverdachte 1] zei dat ik aangifte van diefstal van de scooter moest doen. Hij belde mij een dag later, dat was 18 oktober 2018, en toen zei hij dat iemand op die scooter iemand anders had beschoten.
12.
Onderzoek van de politie [13]
Op 17 oktober 2018 omstreeks 10:53 uur hoorde ik dat er een man was neergeschoten op de Willem Ruyslaan te Rotterdam. De verdachte zou weggevlucht zijn op een zwarte scooter in de richting van de 's Gravenweg te Rotterdam. Ik zag op de 's Gravenweg ter hoogte van nr. 310 een zwarte scooter op de grond liggen.
13.
Onderzoek van de politie [14]
Op 17 oktober 2018 gingen wij naar de [adres 1] te Rotterdam. Wij zagen op de [adres 1] te Rotterdam een zwaar beschadigde scooter op het wegdek liggen. Op ons verzoek verscheen [naam persoon] , werkzaam bij de Forensische Opsporing ter plaatse. [naam persoon] bemonsterde de scooter op DNA. Alle bemonsterde DNA sporen stelde hij veilig.
14.
Onderzoek van de politie [15]
Wij starten ons onderzoek aan een scooter van het schietincident op de kruising van de Willem Ruyslaan met de Oudedijk. Van de scooter zijn diverse onderdelen bemonsterd op de aanwezigheid van eventuele aanwezigheid van biologische sporen. Het onderstaande stuk van overtuiging is veiliggesteld ten behoeve van een (mogelijk) DNA-onderzoek: Epitheel Tankdop [SIN-nummer 2] .
15.
Onderzoek van de politie [16]
Het voertuig betrof een motorscooter van het merk Gilera, type Runner. Het voertuig was niet voorzien van een Nederlands kenteken. Bij het onderzoek zag ik dat de tankdop van het voertuig achter een afgesloten klep in de kunststof beplating onder het stuur zat. Ik zag dat de klep van de tankdop kon worden ontgrendeld door het indrukken van het contact van motorscooter aan de rechterzijde van de kunststofplaat onder het stuur. Tevens zag ik dat de tank door middel van een tankdop was afgesloten.
16.
Deskundigenverslag [17]
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
[SIN-nummer 2] #01 een bemonstering (tankdop).
Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek:
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
[SIN-nummer 2] #01
Verdachte [naam medeverdachte 1]
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van verdachte [naam medeverdachte 1] .
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van een willekeurige onbekende persoon.
Het verkregen DNA-profiel [SIN-nummer 2] #01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
17.
Onderzoek van de politie [18]
Op 17 oktober 2018 werd melding gemaakt van een schietincident op de kruising van de Willem Ruyslaan met de Oudedijk te Rotterdam. Een man op een scooter schoot diverse keren op de bestuurder van de
personenauto met kenteken [kentekennummer 1] . Op de plaats delict, de Willem Ruyslaan, de Oudedijk en de 's Gravenweg, te Rotterdam, is forensisch onderzoek verricht. Hierbij zijn in het kader van de waarheidsvinding stukken van overtuiging (SVO’s) veiliggesteld en in beslag genomen, waaronder biologische sporen.
Stukken van overtuiging:
SIN [SIN-nummer 3]
Plaats veiligstellen Bemonstering sleutel scooter
18.
Onderzoek van de politie [19]
Omschrijving
Herkomst
Sin nr
Epitheel
contactsleutel motorscooter (Piaggio M07)
[SIN-nummer 3]
19.
Deskundigenverslag [20]
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een (aanvullend) DNA-onderzoek:
[SIN-nummer 3] #01 een bemonstering (sleutel scooter).
Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek:
SIN
Beschrijving DNA-profiel
DNA kan afkomstig zijn van
[SIN-nummer 3] #01
DNA-mengprofiel van
minimaal twee personen
verdachte [naam medeverdachte 1] en
minimaal één onbekende persoon
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van verdachte [naam medeverdachte 1] en één willekeurige onbekend persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van twee willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel [SIN-nummer 3] #01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
20.
Onderzoek van de politie [21]
Op 17 oktober 2018 hoorde ik [naam getuige 2] verklaren dat zij die dag omstreeks 10:50 uur op de Oudedijk te Rotterdam een scooter met hoge snelheid zag rijden, komende uit de richting van de Voorschoterlaan, gaande in de richting van de ‘s-Gravenweg. Zij zag dat de scooterrijder zijn zwarte scooterhelm liet vallen en dat hij door bleef rijden. Aan de overkant van de straat zag ik een zwarte scooterhelm bij een boom nabij het fietspad liggen. De forensische opsporing stelde de helm veilig.
21.
Onderzoek van de politie [22]
Omschrijving
Herkomst
Sin nr
Helm
Aangetroffen Oudedijk
[SIN-nummer 4]
22.
Deskundigenverslag [23]
Helm [SIN-nummer 4]
De binnenkant van de helm (voorhoofd- en oorgedeelte) is bemonsterd om DNA te verzamelen van de gebruiker(s) van de helm. De bemonstering is als [SIN-nummer 4] #01 (binnenkant) veiliggesteld voor een DNA-onderzoek. Het DNA-profiel van [naam medeverdachte 1] [SIN-nummer 5] is vergeleken met [SIN-nummer 4] #01.
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA profiel
[SIN-nummer 4] #01
[naam medeverdachte 1]
kleiner dan één op één miljard
23.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam medeverdachte 4] [24]
Sinds vrijdag of zaterdag van hetzelfde weekend waarin we de scooter hebben gekocht zei [naam medeverdachte 1] op snapchat dat hij een helm nodig had. [naam medeverdachte 1] vroeg wanneer ik mee kon om de helm te halen. Die helm lag op de [adres 2] in Overschie.
24.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam getuige 3] [25]
[naam medeverdachte 1] heeft hier op de [adres 2] drie maanden gewoond. Er heeft hier een helm gelegen die van [naam medeverdachte 1] was. De helm was zwart of rood van kleur. Of allebei? De helm was in ieder geval open van onderen dus niet dichtgemaakt. De helm op de foto met documentcode [code document] die u mij laat zien is de helm die ik herken. Ik herken hem aan de vorm. Ik heb de helm voor het laatst gezien toen die helm opgehaald werd door [naam medeverdachte 4] .
25.
Eigen waarneming van de rechtbank
De foto van de helm die op 6 maart 2019 aan [naam getuige 3] is getoond is dezelfde foto die door de forensische opsporing is gemaakt en is opgenomen in van het Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 132.
26.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam medeverdachte 4] [26]
Ik heb alleen via snapchat contact met [naam medeverdachte 1] . Hij heet op snapchat [gebruikersnaam 1]
27.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam medeverdachte 5] [27]
De tablet die in mijn woning is aangetroffen heb ik voor [naam zus medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: de zus van medeverdachte [naam medeverdachte 1] ) gekocht. Als ik daar was, gebruikte [naam medeverdachte 1] de tablet altijd. Ik heb een keer gezien dat [naam medeverdachte 1] naar motorscooters zocht. Dat was op de tablet.
28.
Onderzoek van de politie [28]
In de woning van [naam medeverdachte 5] werd een tablet aangetroffen.
Op de tablet werden diverse e-mailadressen en gebruikersnamen aangetroffen:
- [e-mailadres 1]
- [e-mailadres 2]
Op de tablet is enige tijd een Snapchat-account gekoppeld geweest van iemand die gebruik maakt van de naam [gebruikersnaam 1] . Door de gebruiker is in de meeste gevallen gebruik gemaakt van de schermnaam [gebruikersnaam 1] , behalve op 10 en 14 november 2018, dan noemt de gebruiker zichzelf [gebruikersnaam 2] . Opvallend is dat er in de webhistory te zien is dat er op 16 november 2018 rond 13.35 uur (UTC+2) gegoogeld wordt op ‘ [naam 1] ’, ‘ [naam 2] ’, ‘ [naam 3] ’, ‘ [naam medeverdachte 1] ’ en ‘ [naam medeverdachte 1] ’.
Op 12 oktober 2018 vanaf 04.19 uur tot 04.22 uur (UTC+2) wordt er eerst gezocht op Rotterdam en vervolgens op [adres 3] , [postcode 1] Tilburg. Via de bijbehorende link is te zien dat er gezocht is op Google maps om de route te bekijken van [adres 4] , [postcode 2] Rotterdam naar [adres 3] [postcode 1] Tilburg met het openbaar vervoer. Op 12 oktober 2018 omstreeks 10.39 uur (UTC+2) wordt deze zoekvraag weer herhaald.
Op 13 oktober 2018 om 02.24 (UTC+2) wordt er voor het eerst gezocht op Marktplaats naar een ‘skipper 125cc’. Vervolgens worden er diverse zoekvragen op Marktplaats gesteld: piaggio skipper 125cc, gilera runner, gilera Runner FXR 18CC M08. Deze zoektocht duurt tot 02.37 uur (UTC+2). Vervolgens rond 14.10 uur (UTC+2) wordt er weer gezocht naar een piaggio skipper 125. Om 15.22 uur (UTC+2) wordt er weer gezocht op gilera runner 180cc op marktplaats. Dit duurt tot 18.37 uur (UTC+2).
Op 15 oktober 2018 om 09.50 uur (UTC+2) wordt marktplaats weer bezocht. De zoekvragen zijn dan: ‘gilera runner kappenset, kappenset gilera runner 125-180cc, gilera runner voorkap, gilera runner windscherm, gilera led. Op soortgelijke zoektermen wordt vervolgens ook gegoogeld. Om 10.13 uur (UTC+2) wordt er op google gezocht op voorkap gilera runner en op marktplaats op ‘stuurkap voorste deel gilera runner’ en ‘stickerset gilera runner’, om 10.33 uur (UTC+2) wordt er gezocht op ‘wrap folie’ ‘carbon folie’ op marktplaats. Op 15 oktober 2018 om 22.08 uur (UTC+2) wordt er weer naar gilera runners en kappensets voor gilera runners gekeken op Marktplaats.
Op 15 oktober 2018 22.40 uur (UTC+2) wordt er op google gezocht naar [adres slachtoffer] Rotterdam. Kort na deze zoekvraag is te zien dat er met Streetview gekeken is naar de omgeving van de [adres slachtoffer] Rotterdam. De beelden van deze zoekvraag en de datum en tijd waarop ze zijn benaderd zijn als afbeeldingen in de cache opgeslagen. Totaal zijn dit 225 afbeeldingen, waaronder ook afbeeldingen waarop de straat en de woning van [naam slachtoffer] te zien zijn. Op de tablet zijn een aantal afbeeldingen van verdachte [naam medeverdachte 1] te vinden. Op de tablet is een video te zien van verdachte [naam medeverdachte 1] .
29.
Onderzoek van de politie [29]
Op 17 oktober 2018 werd ons een iPhone SE met imei [IMEI-nummer 1] voor onderzoek aangeboden om de gebruikershandelingen inzichtelijk te maken.
15 oktober 2018
Op 15 oktober 21:59:48 is de Notes app met de notitie ‘Bewaarde foto’ in beeld. Op 22:01:10 wordt de notitie ‘Slxy’ vermeld, waarna direkt weer teruggegaan wordt naar ‘Bewaarde foto’. Om 22:01:16 wordt het toestel vergrendeld. Om 22:39:08 wordt het toestel unlocked en gelocked, wederom om 22:39:40 (lock om 22:41:12) en daarna nog één keer om 23:21:40 (lock om 23:22:24).
16 oktober 2018
Om 05:56:56 is het toestel aan het opladen; tot die tijd is er geen gebruikers activiteit geregistreerd. Om 06:20:45 is het toestel van de oplader af, bij een batterijpercentage van 18%. Om 06:58:40 wordt het toestel ontgrendeld waarbij de “Bewaarde foto” notitie in beeld is. Om 06:59:32 locked het toestel weer, waarna er om 07:01:56 een unlock en 07:03:52 een lock plaatsvind. Dit herhaalt zich drie keer (unlocks op 07:11:24, 07:13:32 en 07:25:00) waarbij op het toestel niets anders werd geregistreerd dan dat alleen de ‘Bewaarde foto’ notitie in beeld
stond.
30.
Onderzoek van de politie, verklaring [naam medeverdachte 4] [30]
Toen [naam medeverdachte 1] en ik de motorscooter kochten was hij rood van kleur.
31.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam getuige 4] [31]
Ik ben [naam getuige 4] , [adres 3] [postcode 1] Tilburg. [naam medeverdachte 1] is mijn ex.
32.
Onderzoek van de politie [32]
Wij starten ons onderzoek aan een scooter van het schietincident op de kruising van de Willem Ruyslaan met de Oudedijk. Aan de voorzijde van de scooter ontbrak onder andere een beschermingsplaat en de stuurkap.
33.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam medeverdachte 1] [33]
Een 180-er is een motorscooter. Op 18 oktober 2018 heb ik replica’s van brillen gekocht. Die jongens gaven me een goeie prijs. Ik zou op 17 oktober 2018 naar die man gaan.
34.
Onderzoek van de politie, verklaring van [naam getuige 5] [34]
Ik handel via marktplaats. Ik verkoop brillen. Het zijn van die populaire Cartier brillen. De dag van de liquidatie van die Chinees hadden we afgesproken en toen kwam hij niet. Maar de volgende dag wilde hij afspreken, toen appte hij mij en toen zei hij: ‘ik kan nu wel komen’. En toen kwam hij. Toen had hij een bril gekocht en toen gingen wij een beetje babbelen met hem, zo van: ‘wat doe je?’. En toen zei hij: ‘ik werk met Chinezen’. En toen begon hij dat een klapper had gemaakt de dag ervoor op een 180cc. Zijn handen waren een beetje gekneusd en toen zei hij: ‘ja, ik heb een klapper gemaakt op een 180’er’. Hij liep ook een beetje scheef. Hij noemde zichzelf [bijnaam verdachte] . Hij liep een beetje scheef en zijn handen waren een beetje opgezet. Hij heeft cash betaald. Hij haalde een dikke stapel uit zijn zak. Dikke stapel vijftigjes. Hij zei: ‘ja, ik werk met Chinezen’. Eerst begon hij: ‘ja, gevaarlijk werk’. Verbalisanten laten getuige een politiefoto zien van verdachte gedateerd 06.11.2018. Ik herken hem zeker.
35.
Onderzoek van de politie [35]
Naam: [naam medeverdachte 1] wgd nn
Datum: 4 november 2018 00:15:56
[naam medeverdachte 1] : Ik ga nieuwe Valentino's halen, denk ik. Ik heb mijn Valentino's weggegooid man.
nnv: waarom
[naam medeverdachte 1] . Ik was van motor gevallen. ( [naam medeverdachte 1] lacht hierna)
nnv: en ze waren kapot gegaan
[naam medeverdachte 1] : Ze waren beschadigd.
36.
Onderzoek van de politie [36]
Beller:
[naam medeverdachte 1]
Datum: 6 januari 2019 20:58:21
Gebelde: [naam 4]
N: Wanneer ga je naar de dokter?
C: Ik weet niet, donderdag kan niet (ntv) donderdag.
N: Ok, moet je wel echt gaan
C: Ja (stilte) Ja ga zeker want mijn pols begint echt lastig te worden.
N: ja daarom en ook voor je knie
C: Huh?
N: Ook voor je knie.
C: Ik ga gewoon alles, letterlijk alles laten (ntv), de laatste schroef in mijn lichaam (ntv)
N: hihi
C: Nee ik ga echt alles nachecken.
N: Ok, maar moetje wel echt doen hoor
C: Ja
N: Dat zeg je al heel lang (ntv)
C: Rustig ja
N: Nee want je appt mij dit of je (ntv) een maand geleden gezegd ofzo en het is nog steeds niet gebeurd, dus ik kan ..
Medeplichtigheid verdachte
37.
Verklaring van de verdachte op de zitting van 24 november 2020:
De iPhone die de schutter heeft verloren, is van mij. Mijn zwager [naam zwager verdachte] heeft mij op 12 oktober 2018 afgezet bij het NH Hotel aan de Barbizonweg 2 in Capelle aan den IJssel. [naam zwager verdachte] droeg mijn koffer en checkte voor mij in. [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] ontmoette ik in het hotel, ik liet hen om 01:18 uur op 13 oktober 2018 binnen. Het klopt dat [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] om 02:08 uur het hotel verlieten. Op het moment dat de notitie is gemaakt was ik daar in het hotel met [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 3] . [naam slachtoffer] deed iets dat te maken heeft met de Opiumwet, ik hielp hem door boodschappen te vertolken van het Nederlands naar het Chinees en vice versa. Ik tolkte ook bij schimmige zaken. Ik moest berichten afleveren aan mensen. Dat deed ik alleen mondeling. Het ging om deals.
38.
Onderzoek van de politie [37]
Ik heb nader onderzoek gedaan naar deze gastenlijst van het NH Hotel van 13 oktober 2018. Ik zag dat op 12 oktober 2018 wordt ingecheckt en op 14 oktober 2018 weer wordt uitgecheckt door [naam zwager verdachte] .
39.
Onderzoek van de politie [38]
Op de plek waar de schutter ten val is gekomen, is een zwarte iPhone aangetroffen, met IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . Ik heb onderzoek gedaan in de veiliggestelde data van de aangetroffen iPhone. Op de iPhone trof ik diverse foto’s aan waaruit de identiteit van de gebruiker van de telefoon valt af te leiden. Daarnaast werden meerdere andere foto’s aangetroffen waarop de naam van [naam verdachte] voorkwam. Op de telefoon werden meerdere selfies aangetroffen.
40.
Onderzoek van de politie [39]
Onderzoek telefoon: [SIN-nummer 1]
Toestel iPhone SE
IMEI-nummer [IMEI-nummer 1]
Ik zag dat er in de applicatie Notities een notitie aanwezig was met de naam ‘Bewaarde foto’. Ik zag dat deze notitie was aangemaakt op 13 oktober 2018 om 02:00:59. Ik zag dat deze notitie als laatste modificatiedatum had: 13 oktober 2018 om 02:02:08. Ik zag dat er in deze notitie drie foto’s aanwezig waren.
2018:04:10 11:05:17 Creatie van foto met de naam: [bestandsnaam 1]
2018:04:10 11:48:05 Creatie van foto met de naam: [bestandsnaam 2]
2018:05:22 15:46:57 Creatie van foto met de naam: [bestandsnaam 3]
2018:10:13 02:00:59 Aanmaken van de notitie
2018:10:13 02:01:00 Invoegen van de foto [bestandsnaam 4] in de notitie.
2018:10:13 02:01:12 Invoegen van de foto [bestandsnaam 2] in de notitie.
2018:10:13 02:02:08 Invoegen van de foto [bestandsnaam 3] in de notitie. Tevens tijdstip laatste modificatie van de notitie.
41.
Onderzoek van de politie [40]
Op de plek waar de schutter ten val is gekomen is een zwart kleurige mobiele telefoon van het merk Apple iPhone, type A1723 aangetroffen, voorzien van het IMEI-nummer [IMEI-nummer 2] .
NB: het laatste cijfer van het imeinummer is een ‘controle getal’ en kan ook als een 0 worden weergegeven.
Uit de verstrekte historische verkeersgegevens is gebleken dat het mobiele telefoonnummer [gsm-nummer] in de periode van 30 juni 2018 te 15:36:43 uur tot en met 13 oktober 2018 te 02:05:23 uur in de telefoon, de Iphone, voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer 3] gezeten heeft.
Uit een CIOT-bevraging blijkt dat het nummer [gsm-nummer] een abonneenummer betreft van de provider Vodafone, op naam van [naam verdachte] , [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] . Uit de verstrekte historische verkeersgegevens is gebleken dat het mobiele telefoonnummer [gsm-nummer] in de periode van 13 oktober 2018 te 12:18:18 uur tot en met 8 november 2018 te 23:10:50 uur in een mobiele telefoon voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer 4] gezeten heeft.
42.
Onderzoek van de politie [41]
Op 17 oktober werd onderstaand goed voor onderzoek aangeboden.
Merk: Apple
Type: IPhone SE
IMEI-nummer 1: [IMEI-nummer 1]
Uit de instellingen van het toestel is mij gebleken dat er zowel een code was ingesteld als vingeridentificatie (“Touch ID”). Ik zag dat de “Touch ID” voor één vinger was ingesteld.
Hieronder staan de door mij gecumuleerde registraties van succesvolle “Touch ID” inlogmomenten per dag:
Datum succesvolle “Touch ID” inlogmomenten per dag.
11 oktober 2018 17
12 oktober 2018 23
13 oktober 2018 1
14 oktober 2018 0
15 oktober 2018 0
16 oktober 2018 0
17 oktober 2018 0
Hieronder staan de registraties van succesvolle en foutieve pincode inlogmomenten
Datum Succesvol Foutief
11 oktober 2018 5 0
12 oktober 2018 3 0
13 oktober 2018 6 0
14 oktober 2018 0 0
15 oktober 2018 4 1
16 oktober 2018 21 8
17 oktober 2018 18 3
Witwassen
43.
Onderzoek van de politie [42]
Op 19 februari 2019 werd een doorzoeking ingesteld in de woning gelegen aan de [verblijfadres] , [verblijfplaats] . Dit betreft het verblijfsadres van [naam verdachte] . In de woning werd, in de ruimte die bij [naam verdachte] als slaapkamer in gebruik was, op drie plaatsen geld aangetroffen. Er bleek in totaal een geldbedrag van 60.960 (zestigduizend negenhonderdzestig) euro, bestaande uit 18 biljetten van 500 euro, 478 biljetten van 50 euro, 1401 biljetten van 20 euro, 3 biljetten van 10 euro en 2 biljetten van 5 euro, geteld te zijn.
44.
Onderzoek van de politie [43]
Op 19 februari 2019 werden de eerder die dag in de slaapkamer van [naam verdachte] aangetroffen geldbedragen door verbalisanten overgedragen aan de dienst Financiën van het Politie Diensten Centrum. Door een medewerkster van de dienst Financiën werden de geldbedragen met behulp van een geldmachine geteld. Het resultaat van de uitgevoerde telling werd door middel van een kaskwitantie en een specificatie in beslag genomen gelden vastgelegd. Zowel de kaskwitantie en specificatie in beslag genomen gelden zijn als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
Bijlage: kas kwitantie
Omschrijving ontvangsten
€ 60.960,-
2 biljetten € 20,00
45.
Onderzoek van de politie [44]
Tijdens de doorzoeking in de woning aan de [verblijfadres verdachte] te [verblijfplaats verdachte] op 19 februari 2019 werd in de slaapkamer van [naam verdachte] een doos gevonden. De inhoud van deze doos betreft een horloge van het merk Rolex Submariner. De waarde van het horloge werd op circa € 8.350,- geschat.

4..De verboden gedragingen en de strafbaarheid

Kwalificatie
De juridische kwalificatie volgt het opzet van de mededader(s). Bij het bepalen van de straf die aan de verdachte wordt opgelegd, zal hierna worden uitgegaan van de medeplichtigheid aan het misdrijf waarop het opzet van de verdachte was gericht.
De bewezen feiten leveren op:
feit 1, meer subsidiair:
medeplichtigheid aan het medeplegen van moord;
feit 2, primair:
witwassen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

5..De onderbouwing van de straf

Feiten en omstandigheden
De verdachte is medeplichtig aan de moord op zijn oom. Zijn oom is in opdracht van een onbekend gebleven derde doodgeschoten; een kille, rauwe, berekenende liquidatie.
Op een druk kruispunt in een woonwijk heeft de schutter op klaarlichte dag meer dan tien kogels op het slachtoffer afgevuurd. Het slachtoffer probeerde in doodsangst uit zijn auto te vluchten, maar had geen schijn van kans. Hij werd in de hals en het hoofd getroffen en zwaar gewond naar het ziekenhuis vervoerd. Daar heeft hij een week voor zijn leven gevochten, maar heeft die strijd verloren.
De liquidatie heeft vermoedelijk plaatsgevonden in het drugsmilieu waarin zowel de verdachte als zijn oom werkzaam waren. De verdachte, die werkte als tolk voor zijn oom, heeft een notitie met cruciale informatie over zijn oom aan anderen verstrekt. Deze notitie is uiteindelijk bij de schutter terechtgekomen. Met behulp van deze notitie heeft de schutter de oom van de verdachte kunnen opsporen, volgen en identificeren, waarna zijn oom op straat is geliquideerd.
Bij het opleggen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het opzet van de verdachte niet was gericht op de moord van zijn oom, maar op de zware mishandeling van zijn oom. Dit heeft echter wel geleid tot de dood van zijn oom. De rechtbank neemt dit de verdachte erg kwalijk. Ook rekent de rechtbank het de verdachte aan dat hij geen inzicht heeft willen geven in de redenen van zijn daad. De verdachte zal evenwel moeten leven met de gedachte dat hij zijn oom heeft verraden en dat zijn oom dit uiteindelijk met de dood heeft moeten bekopen.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van € 61.000,- en een Rolex horloge van € 8.350,-. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een bedreiging van de legale economie en tast het reguliere handelsverkeer aan, waardoor de samenleving wordt geraakt. De verdachte heeft zich desondanks kennelijk laten leiden door eigen financieel gewin.
Persoonlijke omstandigheden
Uit het strafblad van 5 november 2020 volgt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten.
Door de ontkennende en deels zwijgzame houding van de verdachte is weinig inzicht verkregen in de achtergronden van de verdachte en de redenen van zijn daden.
De verdachte heeft bijna anderhalf jaar in voorarrest gezeten. Zijn voorlopige hechtenis is onder voorwaarden geschorst tot aan de einduitspraak in zijn zaak. De verdachte staat sindsdien onder schorsingstoezicht van de reclassering. Uit het voortgangsverslag van de reclassering van 16 november 2020 blijkt dat de verdachte zich aan alle schorsingsvoorwaarden heeft gehouden en zich sinds zijn schorsing voornamelijk bezig heeft gehouden met werken in het restaurant van zijn moeder. De reclassering ziet veel beschermende factoren in het leven van de verdachte. Hij beschikt over woonruimte, heeft een vaste relatie en heeft werk en inkomen. Aangezien de verdachte ontkent de feiten te hebben gepleegd, kan de reclassering geen probleemgebieden signaleren.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 26 jaar geëist. Zij baseert zich daarbij echter grotendeels op een ander feit dan het bewezenverklaarde feit, namelijk op de uitlokking van moord.
Conclusies van de rechtbankEr zijn weinig zaken die zich met deze zaak laten vergelijken. De rechtbank vindt de ernst van de feiten, en met name het gevolg van de medeplichtigheid van de verdachte oftewel de dood van zijn oom, echter zodanig dat alleen een gevangenisstraf van behoorlijke duur een passende straf is. Aan de verdachte zal daarom een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar worden opgelegd.
Het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte - die was geschorst tot aan de einduitspraak - zal worden opgeheven vanwege een gebrek aan gronden.
Wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 48, 49, 57, 289 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

6..De beslissingen over de inbeslaggenomen goederen

De officier van justitie heeft gevorderd de onder de verdachte in beslag genomen geldbedragen en een horloge (Rolex Submariner) verbeurd te verklaren en een ander horloge (een replica Rolex Explorer II horloge) te onttrekken aan het verkeer. De raadsman heeft - gelet op het standpunt dat de verdachte dient te worden vrijgesproken - bepleit dat zowel de geldbedragen als de Rolex horloges geretourneerd dienen te worden aan de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geldbedragen en het Rolex Submariner horloge verbeurd dienen te worden verklaard, omdat het onder 2 bewezen verklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan.
Het in beslag genomen replica horloge (Rolex Explorer II) moet worden teruggegeven aan de verdachte. De artikelen 36c en 36d van het Wetboek van Strafrecht bieden geen grondslag voor de door de officier van justitie gevorderde onttrekking aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit van één replica Rolex horloge - gelet op het bepaalde in artikel 337 lid 2 Sr - niet in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 33 en 33 van het Wetboek van Strafrecht.

7..De vorderingen van de benadeelde partijen

De vorderingen
De nabestaanden van het slachtoffer, [naam nabestaande 1] , [naam nabestaande 2] , [naam nabestaande 3] , [naam nabestaande 4] , [naam nabestaande 5] , [naam nabestaande 6] , [naam nabestaande 7] en [naam nabestaande 8] hebben zich als benadeelden in het geding gevoegd. De benadeelde partijen vorderen vergoeding van de volgende schadeposten, alle posten te vermeerderen met de wettelijke rente, en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel:
Eisende partij
Immateriële schade
Materiële schade
[naam nabestaande 1]
Kosten lijkbezorging:
Vliegticket € 2014,43
[naam nabestaande 2]
Kosten lijkbezorging:
(1) uitvaartverzorging in Nederland
en overbrenging €5.290,60
(2) vliegticket € 807,04
(3) reiskosten € 348,97
[naam nabestaande 3]
Kosten lijkbezorging:
(1) kosten begraafplaats € 15.867
(2) vliegticket € 3.340,97
[naam nabestaande 4]
primair: € 30.000,-
subsidiair: € 15.000,-
(1) kosten levensonderhoud
primair€ 2.000,-
subsidiair€ 500,-
Kosten lijkbezorging:
(2) vliegtickets € 932,04
(3) reiskosten € 67,91
[naam nabestaande 5]
primair: € 30.000,-
subsidiair: € 15.000,-
(1) kosten levensonderhoud
primair€ 3.100,-
subsidiair€ 775,-
Kosten lijkbezorging:
(2) vliegticket € 932,04
[naam nabestaande 6]
Kosten lijkbezorging:
(1) vliegticket € 1.864,08
(2) reiskosten € 67,91
[naam nabestaande 7]
Kosten lijkbezorging:
(1) uitvaart € 24.950,80
(2) omboeken vliegticket € 230,-
(3) vliegtickets € 1.492,22
(4) reiskosten € 48,26
[naam nabestaande 8]
primair: € 30.000,-
subsidiair: € 15.000,-
(1) kosten levensonderhoud
primair€ 19.700,-
subsidiair€ 4.925,-
Enkele beschouwingen vooraf
De rechtbank stelt voorop dat het strafproces en de deelnemers daaraan in de eerste plaats strafrechtelijk georiënteerd zijn. In het strafproces moeten daarom bij voorkeur alleen die vorderingen worden ingesteld die door de strafrechter eenvoudig kunnen worden behandeld en afgedaan, zodat geen sprake is van een onevenredige belasting van het strafproces. Bij dergelijke vorderingen kan van de strafrechter en alle procespartijen worden verwacht dat zij zonder al te veel voorwerk en kennis van het civiele recht adequaat kunnen ingaan op en/of beslissen over de vorderingen. Eenvoudig zijn bijvoorbeeld vorderingen die gaan over beperkte materiële en immateriële schade en affectieschade die wordt gevorderd op grond van de Wet Vergoeding Affectieschade.
Kanttekeningen en vragen
In deze zaak zijn in totaal acht vorderingen van benadeelde partijen aan de rechtbank voorgelegd, bestaande uit verschillende posten met elk verschillende (civiele) grondslagen. De rechtbank constateert dat slechts enkele posten betiteld kunnen worden als eenvoudige vorderingen zoals hiervoor zijn beschreven. De rechtbank denkt daarbij aan:
  • de kosten van de uitvaartverzorging in Nederland en overbrenging naar Hong Kong, gemaakt door [naam nabestaande 2] ;
  • de kosten van de begraafplaats in Hong Kong, gemaakt door [naam nabestaande 3] ;
  • de kosten van de uitvaart in Hong Kong, gemaakt door [naam nabestaande 7] .
Bij de overige posten zijn de nodige (juridische) kanttekeningen en vragen te plaatsen, waaronder:
  • Komt de immateriële schade die door drie kinderen van het slachtoffer op grond van (primair) shockschade danwel (subsidiair) op grond van aantasting in de persoon op andere wijze (6:106, aanhef en onder b BW) is gevorderd voor vergoeding in aanmerking en zo ja, tot welk bedrag?
  • Komen de kosten levensonderhoud die door drie van de kinderen van het slachtoffer op grond van artikel 6:108 lid 1 sub a BW zijn gevorderd op grond van de gegeven (algemene) onderbouwing voor vergoeding in aanmerking en zo ja, tot welk bedrag?
  • Komen de kosten van de nabestaanden voor (1) vliegtickets, (2) het omboeken van vliegtickets en (3) andere reiskosten in verband met het overlijden van het slachtoffer (waaronder kosten voor reizen naar het ziekenhuis, vliegveld, advocaat en overige instanties) als zijnde (kosten die samenhangen met) de kosten van lijkbezorging op grond van artikel 6:108 lid 2 BW voor vergoeding in aanmerking?
In het bijzonder vraagt de rechtbank zich bovendien het volgende af. Het is de rechtbank bekend dat ook gedragingen van een medeplichtige de grondslag kunnen vormen voor diens hoofdelijke aansprakelijkheid tot vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade. [45] Kan de verdachte echter op grond van artikel 6:162 BW en/of 6:166 BW wel aansprakelijk worden gehouden voor de schade die is veroorzaakt door de moord op het slachtoffer, nu zijn opzet niet zag op diens dood maar (slechts) op de zware mishandeling van het slachtoffer?
Op de zitting is er nauwelijks een debat is gevoerd over de hiervoor genoemde punten. Het laatste - en voor de rechtbank in deze zaak belangrijkste - punt is überhaupt niet aan de orde geweest. Dat lag ook niet echt voor de hand. De verschillende schadeposten zijn door de verdediging in het geheel niet betwist; de verdediging heeft alleen - gelet op de vrijspraak die door de verdediging is verzocht - gevraagd om de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren. Gelet op de ernst van de beschuldigingen waartegen de verdachte zich diende te verweren (betrokkenheid bij moord), is het ook wel begrijpelijk dat daarop het zwaartepunt van de verdediging lag.
De rechtbank vindt het dan ook niet wenselijk om de vorderingen van de benadeelde partijen bij gebrek aan enige betwisting dan maar volledig toe te wijzen. De rechtbank vindt het ook niet wenselijk om de benadeelde partijen, nu het debat over de complexe en uitgebreide vorderingen nog onvoldoende is gevoerd, niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen. Gelet op de ernst van de zaak en de daarmee samenhangende vorderingen van de benadeelde partijen vindt de rechtbank het ten slotte evenmin wenselijk om de juridische knopen die nu voorliggen, zonder tot in detail te zijn voorgelicht over de civielrechtelijke implicaties daarvan, zelf door te hakken.
De innovatieve oplossing
De rechtbank heeft deze impasse willen doorbreken op een niet alledaagse manier. Overwogen is om als volgt te handelen:
  • In een tussenvonnis beslissen op de vragen van 348-350 Sv.
  • Onderzoek op de zitting heropenen voor de vorderingen van de benadeelde partijen;
  • Het bestuur van de rechtbank vragen om een civiele rechter te benoemen als rechter-commissaris in strafzaken.
  • De zaak terugwijzen naar deze rechter-commissaris voor een onderzoek naar de toewijsbaarheid van de vorderingen van de benadeelde partij langs de lijnen van de procedure die in Sv is bepaald.
  • Mogelijk nog eenmaal schriftelijk of mondeling hoor- en wederhoor op een regiebijeenkomst.
  • Een en ander binnen de termijn van drie maanden, waarna het onderzoek op de zitting opnieuw zou worden gesloten en een eindvonnis zou volgen. Dit eindvonnis zou de beslissingen van het tussenvonnis en de inhoudelijke beslissingen op alle vorderingen van de benadeelde partijen bevatten.
Op deze manier zouden de belangen van de verdachte en de benadeelde partijen ook bij deze ingewikkeldere vorderingen binnen de strafprocedure kunnen worden verzekerd. Dit met de voordelen van snelheid en eenvoud en met behoud van de waarborgen van de benadeelde partijen en de verdachte.
Kink in de kabel
Toch heeft de rechtbank uiteindelijk niet voor de innovatieve oplossing gekozen. Kort gezegd zijn daarvoor drie redenen:
Bij het wijzen van een tussenvonnis zouden de beslissingen van 348-350 Sv voorlopige oordelen zijn wat in een zaak als deze onwenselijk is, gelet op de ernst van het tenlastegelegde.
Een heropening van het onderzoek is, mede door het risico van het mogelijk opnieuw moeten aanvangen van het onderzoek op de zitting (artikel 322 Sv), een lastige en onwenselijke kwestie. Ook hier speelt de ernst van het tenlastegelegde een rol.
De zaak is - mede door corona-maatregelen - meer dan twee jaar oud en moet worden afgedaan in het belang van de verdachte en de benadeelde partijen. Hierdoor is de zaak uiteindelijk minder geschikt voor dit experiment.
Oplossing
Een oplossing is eenvoudig. Artikel 335 Sv verplicht de rechter om gelijktijdig met de einduitspraak in de strafzaak te beslissen op de vorderingen van de benadeelde partijen. De rechter moet dus twee zelfstandige beslissingen nemen die vervolgens in één strafvonnis worden neergelegd.
Wanneer een voorzichtige loskoppeling tussen einduitspraak in de strafzaak en de beslissing op de vordering benadeelde partij door de wet zou worden toegelaten, zouden veel van de beschreven problemen zijn opgelost. Hierbij zou ook een maximale termijn van bijvoorbeeld drie maanden kunnen worden bepaald.
Beoordeling van de vorderingen
De rechtbank ziet zich gelet op het voorgaande in deze zaak min of meer genoodzaakt om de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen. Hiertoe is van belang dat het debat over de vorderingen nog onvoldoende is gevoerd en met name dat partijen zich nog niet hebben uitgelaten over de vraag of de verdachte als medeplichtige met ‘afwijkend opzet’ aansprakelijk is voor de gevorderde schade. Nader onderzoek naar deze vraag zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. Dit levert een onevenredige belasting van het strafgeding op.
De vorderingen kunnen daarom slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partijen moeten de kosten betalen die door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen zijn gemaakt, maar deze kosten worden begroot op nihil.

8..Alle beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte de onder 1, primair en subsidiair, ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, meer subsidiair, en 2, primair, laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2:
1. STK Horloge Kl:zilver, ROLEX Explorer II, zilveren band, zwarte kast, ( [beslagnummer 1] ),
geldbedragen van
  • € 40,- niet vals, (518415),
  • € 54.980,- (518415),
  • € 5.800,- (518436),
  • € 180,- (518439),
- gelast de teruggave aan de verdachte van:
1 Rolex Submariner ( [beslagnummer 2] ),
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partijen [naam nabestaande 1] , [naam nabestaande 2] , [naam nabestaande 3] , [naam nabestaande 4] , [naam nabestaande 5] , [naam nabestaande 6] , [naam nabestaande 7] en [naam nabestaande 8] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
bepaalt dat deze vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen [naam nabestaande 1] , [naam nabestaande 2] , [naam nabestaande 3] , [naam nabestaande 4] , [naam nabestaande 5] , [naam nabestaande 6] , [naam nabestaande 7] en [naam nabestaande 8] hoofdelijk in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. F.A. Hut en L. Amperse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.D.B. Reuter, griffier,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 18 december 2020.

Voetnoten

1.Zie o.a. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO4471 en HR 27 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1158.
2.De paginanummers die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken ex art. 344 Sv die o.m. zijn opgenomen in het ‘Zaaksdossier, zaak Scooter, [dossiernummer] ’; tenzij anders is vermeld. In dit geval betreft dat pagina 100-101.
3.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 36 en 110.
4.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina’s 186-187.
5.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 382-395.
6.Pagina’s 135-136.
7.Pagina 533-534.
8.Pagina 677.
9.Pagina 667-670.
10.Pagina 680-682.
11.Pagina 237-238.
12.Pagina 838-847.
13.Pagina 135-136.
14.Pagina 153-154.
15.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 161-170.
16.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 371-372.
17.Pagina 491-493.
18.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 176.
19.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 57.
20.Pagina 486-490.
21.Pagina 127-128.
22.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 56.
23.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 172-175.
24.Pagina 1269-1285.
25.Pagina 1288-1293.
26.Pagina 838-851.
27.Pagina 2505-2511.
28.Pagina 2003-2020.
29.Pagina 2235-2240.
30.Pagina 852-870
31.Pagina 902-914.
32.Forensisch dossier TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 161-170.
33.Pagina 1838-1868.
34.Pagina 1820-1832.
35.Pagina 1438-1440.
36.Pagina 2650-2651.
37.Pagina 705-710.
38.Pagina 537 - 560.
39.Pagina 680 - 682.
40.Pagina 757-763.
41.Pagina 533-534, 1998 - 2000.
42.Zaaksdossier Wit TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 16-27.
43.Zaaksdossier Wit TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 28-31.
44.Zaaksdossier Wit TGO Ruys [dossiernummer] , pagina 42-43.
45.Zie HR 9 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5554 en HR 6 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2016.