Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[persoon B] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 15 april 2020, met producties 1 tot en met 22;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 23 tot en met 33;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 5 oktober 2020, met de stukken waarvan is vermeld dat zij in deze zaak nog zijn ingediend.
2..De feiten
Boegbeeld, rechtbank) Werknemer (
[persoon A] , rechtbank) per 7 juli 2017 voor onbepaalde tijd heeft benoemd in de functie van directeur en de bezoldiging heeft vastgesteld (…)
3. Het geschil
4..De beoordeling
- de arbeidsovereenkomsten zijn aangegaan bij onderhandse akten; de inhoud en ondertekening van de akten is niet betwist en zij leveren dus tussen partijen dwingend bewijs op van het bestaan van de arbeidsovereenkomsten;
- volgens de akten is de reden van het aangaan van de arbeidsovereenkomsten de benoeming van [persoon A] als bestuurder van Barkaris en Boegbeeld en tussen partijen staat vast dat deze benoeming heeft plaatsgevonden;
- tussen partijen is niet in geschil dat [persoon A] werkzaamheden heeft verricht als bestuurder van Barkaris. Dat partijen twisten over de omvang en kwaliteit daarvan, maakt dat niet anders. Het feit dat [persoon A] wordt aangesproken op de manier waarop hij namens Barkaris heeft gehandeld, is een erkenning
- zoals ook de voorzieningenrechter heeft overwogen in het vonnis in kort geding tussen [persoon A] en Boegbeeld, is het verweer dat er geen enkele arbeid is verricht voor Boegbeeld ongeloofwaardig; de rechtbank neemt dit oordeel (rechtsoverweging 4.5, eerste en tweede alinea) over en maakt het tot het hare.
welvennootschapsrechtelijk zou zijn ontslagen, maar dat het
nietde bedoeling was hem tevens arbeidsrechtelijk te ontslaan.
nahet ontslagbesluit opgesteld, in een periode dat [persoon A] , naar eigen zeggen, ziek was vanwege een ernstige val. Dat noopt tot een verklaring, die echter ontbreekt.
geheelgeen arbeid verricht is, omdat het ongeloofwaardig is en verwijst naar hetgeen in rechtsoverweging 4.1 is geoordeeld.
welarbeid is verricht en in welke periodes
geenarbeid is verricht.
€ 1.700,00+
€ 5.200,00+
elke weekbeter wordt vastgelegd dan met zijn eenzijdige verklaring. Ook had van een advocaat mogen worden verwacht dat nauwkeuriger zou worden vastgelegd welke werkzaamheden dan zouden worden verricht. Gelet hierop, is de rechtbank van oordeel dat [persoon A] niet aan zijn stelplicht heeft voldaan ten aanzien van deze (nadere) overeenkomst.
dat[persoon A] werkzaamheden heeft verricht na het verstrekken van de opdracht door [persoon B] . Hoeveel uren [persoon A] aan welke werkzaamheden precies heeft besteed, is wel voorwerp van discussie.
registrerenvan werk, het is gekoppeld aan het
verrichtenvan werk. Dat [persoon A] zijn verplichting tot nauwkeurige registratie niet is nagekomen komt zijn bewijspositie niet ten goede, maar tast de verbintenis tot betaling van loon niet aan.
dathij heeft gewerkt. Hij zal moeten aantonen dat hij
naastzijn werkzaamheden voor Barkaris en Boegbeeld werkzaamheden heeft verricht die onder de opdracht vallen en ook moeten aantonen hoeveel tijd daarmee specifiek gemoeid was.
€ 1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
€ 1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
5..De beslissing
9 december 2020voor uitlating door [persoon A] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel;
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart 2021 tot en met mei 2021 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;
alle partijenuiterlijk tien dagen voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,