ECLI:NL:RBROT:2019:9312

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2019
Publicatiedatum
28 november 2019
Zaaknummer
19_3742
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar door veelprocedeerder

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres, een veelprocedeerder, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Dit besluit, genomen op 10 juli 2019, verklaarde het bezwaar van eiseres tegen een uitnodiging voor een gesprek op 4 juni 2019 niet-ontvankelijk. Eiseres diende haar beroepschrift in op 24 juli 2019, maar dit bevatte geen concrete gronden tegen de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De rechtbank heeft eiseres vervolgens verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep kenbaar te maken, maar eiseres heeft hieraan geen gevolg gegeven.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen concrete beroepsgronden heeft aangevoerd en dat zij in de gelegenheid is gesteld om dit te doen. Gezien het ontbreken van deze gronden, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk ongegrond is. De rechtbank heeft besloten dat voortzetting van het onderzoek niet nodig is en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J. de Gans, rechter, in aanwezigheid van drs. I.L. Cardoso, griffier, en is openbaar gemaakt op 5 december 2019. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 19/3742
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 december 2019 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

[Naam], te [Plaats], eiseres,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 10 juli 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen een uitnodiging voor een gesprek op 4 juni 2019 niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Overwegingen

1. Het beroepschrift van 24 juli 2019 bevat geen concrete beroepsgronden gericht tegen het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar van eiseres. Bij brief van 30 juli 2019 heeft de rechtbank eiseres verzocht om binnen vier weken alsnog de gronden van het beroep kenbaar te maken die zien op het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar. Aan deze uitnodiging heeft eiseres geen gevolg gegeven.
2. Onder deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat eiseres geen concrete beroepsgronden heeft aangevoerd tegen het niet-ontvankelijk verklaren van het bezwaar. Nu eiseres hiertoe in de gelegenheid is gesteld en zij de gronden niet heeft ingediend, is de rechtbank van oordeel dat het beroep kennelijk ongegrond is, zodat voortzetting van het onderzoek niet nodig is.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. de Gans, rechter, in aanwezigheid van
drs. I.L. Cardoso, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 5 december 2019.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.