Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 19 juni 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald.
2.De vaststaande feiten
[naam 2] , op 23 maart 2016, wordt het volgende ontleend:
(…)
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat de Politie gehouden is aan [eiser] de schade te vergoeden die werd veroorzaakt door de inval van 10 mei 2016 in de huurwoning van [eiser] , en
- de Politie te veroordelen om tegen behoorlijk van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.500,- aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de schadedatum tot de dag van dagvaarding,
4.De beoordeling
HR 13 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2006:AV6956, Begaclaim) er voor gewezen verdachten twee mogelijkheden bestaan voor schadevergoeding op grond van onrechtmatige overheidsdaad in verband met strafvorderlijk optreden van politie en justitie.