Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 24 mei 2019;
- de brief met bijlagen van de zijde van de vrouw van 26 augustus 2019.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. Van Bemmel;
- de man , bijgestaan door zijn advocaat mr. Rietbergen;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), ter zitting vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] .
2.De vaststaande feiten
- de minderjarigen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw;
- er is een regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling), waarbij de minderjarigen een weekend per veertien dagen van donderdagmiddag tot zaterdagmiddag 16:00 uur bij de man verblijven, alsmede een verdeling van de vakanties en feestdagen;
- bij een voorgenomen verhuizing zullen partijen met elkaar in overleg treden.
3.De verzoeken
4.De beoordeling
- de noodzaak om te verhuizen;
- een goede voorbereiding van de verhuizing;
- het aanbieden van alternatieven of compensatie voor de verminderingen van de contactmogelijkheden met de andere ouder;
- de extra kosten van contact na de verhuizing;
- de bestendigheid van de nieuwe relatie van de verhuizende ouder;
- de mate waarin ouders nog in staat zijn tot overleg.
5.De beslissing
[naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2013 te [geboorteplaats minderjarige 3] , en