ECLI:NL:RBROT:2019:5899

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2019
Publicatiedatum
22 juli 2019
Zaaknummer
556100 HA ZA 18-747
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgplicht van onderwijsinstelling en tekortkomingen in faciliteiten voor leerling met beperkingen

In deze zaak vorderden eisers, ouders van een leerling met beperkingen, schadevergoeding van de Stichting Lentiz Onderwijsgroep wegens tekortkomingen in de zorgplicht en faciliteiten voor hun dochter, [eiseres 2]. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat Lentiz niet in verzuim was gekomen, omdat zij niet deugdelijk in gebreke was gesteld. De rechtbank stelde vast dat er geen redelijke termijn was gegeven voor het aanleveren van een adequaat inhaalrooster voor toetsen. De eisers hadden de keuze gemaakt om hun dochter naar een particuliere school te laten overstappen, wat de rechtbank als een onterecht gevolg van de vermeende tekortkomingen van Lentiz beschouwde. De rechtbank concludeerde dat de vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat er geen sprake was van een toerekenbare tekortkoming van Lentiz. De rechtbank benadrukte dat de zorgplicht van een onderwijsinstelling niet alleen gericht is op de gezondheid en veiligheid van leerlingen, maar ook op de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning die leerlingen nodig hebben om te kunnen voldoen aan de voortgangsnormen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor scholen om adequaat te reageren op de specifieke behoeften van leerlingen met beperkingen en om tijdig passende maatregelen te nemen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Rotterdam
Zaaknummer: 556100 HA ZA 18-747
vonnis van 7 augustus 2019
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiseres 1], en
3.
[eiseres 2],
allen wonende te [woonplaats eisers] ,
eisers bij exploot van dagvaarding van 19 juli 2018,
advocaat: mr. P.A. Visser te Hendrik-Ido-Ambacht,
tegen
de stichting
Stichting Lentiz Onderwijsgroep, samenwerkingsstichting voor BVE en VO in het Westland en de Nieuwe Waterweg Noord,
gevestigd te Vlaardingen,
gedaagde,
advocaat: mr. A.H.M. van Bavel te Woerden.
Eisers worden hierna gezamenlijk ‘ [eisers] .’ genoemd, terwijl eiseres sub 3 hierna wordt aangeduid met ‘ [eiseres 2] ’. Gedaagde wordt hierna aangeduid met ‘Lentiz’.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit de volgende processtukken:
 de dagvaarding, met producties;
 de conclusie van antwoord, met producties;
 het tussenvonnis (de brief) van de rechtbank van 21 november 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
 de brief van 2 januari 2019 van de advocaat van [eisers] ., met productie;
 de brief van 8 januari 2019 van de advocaat van [eisers] ., met producties;
 het proces-verbaal van de op 11 januari 2019 gehouden comparitie van partijen, waarin ook vervat de beslissing van de rechtbank tot weigering van de door de advocaat van [eisers] . bij brieven van 2 en 8 januari 2019 toegezonden producties;
 de akte van [eisers] ., met producties;
 de akte van Lentiz, met productie;
 de akte van [eisers] ., met producties;
 de akte van Lentiz.
1.2
De datum voor de uitspraak van dit vonnis is door de rechtbank op heden bepaald.
1.3
Voor de goede orde merkt de rechtbank het volgende op. De onderhavige procedure werd aanhangig gemaakt door eisers sub 1 en sub 2 pro se alsook in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [eiseres 2] , geboren op [geboortedatum eiseres 3] . Van een voor die situatie op de voet van artikel 1:253k BW jo. artikel 1:349 lid 1 BW op straffe van niet-ontvankelijkheid vereiste machtiging van de kantonrechter aan eisers sub 1 en 2 om voor [eiseres 2] als eiser in rechte te kunnen optreden, is niet gebleken. Nu evenwel [eiseres 2] inmiddels meerderjarig is geworden en [eisers] . nadien (als productie 12) een door [eiseres 2] ondertekende verklaring in het geding hebben gebracht waarin zij haar instemming met alle door eisers sub 1 en 2 namens haar verrichte handelingen in deze procedure tot uitdrukking heeft gebracht, speelt vorenbedoelde ontvankelijkheidsvraag geen rol meer.

2.De vaststaande feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten, nu deze enerzijds zijn gesteld of blijken uit de overgelegde stukken en anderzijds zijn erkend of niet (voldoende) gemotiveerd zijn betwist:
2.1
Lentiz verzorgt onderwijs (vmbo, havo, vwo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) vanuit elf scholen, die zich bevinden in het Westland, Schiedam en de regio Nieuwe Waterweg Noord.
2.2
[eiseres 2] , geboren op [geboortedatum eiseres 3] , is de dochter van eisers sub 1 en 2. Zij heeft met ingang van het schooljaar 2012/2013 als leerling bij Lentiz, meer bepaald het [naam school] , ingeschreven gestaan om daar een vwo-opleiding te genieten.
2.3
Op 28 mei 2015 heeft Lentiz een verklaring van de behandelend arts van [eiseres 2] ontvangen, waaruit blijkt dat zij lijdt aan progressieve myopie (steeds erg wordende bijziendheid). Daarop heeft Lentiz haar een zorgpas verstrekt, waarop ten behoeve van docenten en surveillanten staat vermeld tot welke aanpassingen Lentiz voor [eiseres 2] heeft besloten.
2.4
Op 27 oktober 2015 hebben [eisers] . Lentiz geïnformeerd dat bij [eiseres 2] dyslexie is gediagnosticeerd. Daarop heeft Lentiz haar een dyslexiepas verstrekt, waarop is vermeld op welke extra hulp (zoals extra tijd en extra aandacht voor duidelijkheid en fouten) zij in verband daarmee recht heeft.
2.5
Per e-mail van 24 maart 2016 heeft de door [eisers] ., althans eisers sub 1 en 2, ingeschakelde advocaat mr. J.J. Slump Lentiz het volgende geschreven:
“(…)
Zoals cliënten al aangeven, hebben zij het idee dat [eiseres 2] cito-toetsen niet erg serieus maakt omdat er geen cijfers worden gegeven. Dat laat onverlet dat de cito-toetsen niet nutteloos zijn. Het waren niet cliënten die [eiseres 2] het gymnasium wilden laten doen, dat wilde zij zelf. De school heeft haar daartoe in de gelegenheid gesteld. Dat betekent dat zij een eerlijke kans moet krijgen, net als ieder ander. Ik heb niet de absolute constatering gedaan u niets kunt zeggen over de capaciteiten van [eiseres 2] , maar wel dat haar resultaten wellicht zijn beïnvloed door het ontbreken van de nodige voorzieningen voor haar aandoeningen. Voordat dus definitieve conclusies over haar capaciteiten en het al dan niet doorlopen van het VWO kunnen worden getrokken, moeten deze verstoringen weg zijn en moet zij elke toets kunnen maken met de benodigde voorzieningen. Nu is er sprake van een situatie waarin het mogelijk is dat haar capaciteiten niet (volledig) tot uitdrukking komen in de resultaten.
(…)
Zoals tijdens het gesprek al aangegeven, geeft het geen pas dat wanneer voorzieningen zijn toegekend, die ineens niet meer ter beschikking worden gesteld.
(…)
Het klopt dat [eiseres 2] Kurzweil weinig gebruikt, aangezien Kurzweil niet op een Macbook kan worden gebruikt en cliënten thuis zelf de tekst voorlezen. Van belang is dat de vergroting niet alleen nodig is voor de dyslexie maar ook voor de visuele problemen. [eiseres 2] moet simpelweg grote letters hebben om het te kunnen lezen. Zoals in het gesprek al aangegeven is de optie om de tekst digitaal te vergroten niet afdoende, aangezien dat meer tijd kost en het dan bovendien niet mogelijk is verschillende teksten naast elkaar te leggen. [eiseres 2] moet dan telkens switchen, hetgeen beantwoording lastiger maakt, terwijl andere leerlingen dit niet hoeven te doen. Zoals ook al tijdens de bespreking aangegeven, kan [eiseres 2] überhaupt geen voordeel ten opzichte van andere leerlingen hebben van A3-formaat. Deze voorziening is slechts bedoeld om het verschil met leerlingen die geen aandoeningen hebben te compenseren. Ook in dat licht kunnen cliënten niet begrijpen waarom er zo moeilijk over wordt gedaan.
(…)
Tevens verzoek ik u aan cliënten op korte termijn per toets aan te geven hoe de school van plan is daarmee om te gaan, conform de vragen van cliënten in hun mail aan de heer [naam 1] van 23 maart 2016 en de eerdere correspondentie, zodat [eiseres 2] niet nog meer (onnodige) vertraging oploopt en het schooljaar goed kan afronden. Het gaat dan dus om alle toetsen die niet zijn gemaakt of waarmee iets aan de hand was, zoals het te laat beginnen vanwege problemen met de techniek, het ontbreken van een toets op A3-formaat, etc. Dus ook de toetsen van de eerste tentamenperiode en de biologietoets die [eiseres 2] plotseling moest maken.
(…)”.
2.6
Aan een op 14 april 2016 aan mr. Slump door de door Lentiz ingeschakelde advocaat mr. K. [naam 3] -Roumen gezonden e-mail wordt het volgende ontleend:
“(…)
Naar aanleiding van uw mailbericht d.d. 24 maart jl. aan cliënte alsmede uw mailbericht d.d. 11 april jl. bericht ik u namens cliënte als volgt.
(…)
Cliënte herkent zich niet in de gemaakte verwijten en wijzen deze dan ook van de hand. Tevens erkent zij geen enkele aansprakelijkheid.
(…)
Ook cliënte heeft de wens om er in onderling overleg uit te komen, dit in het belang van [eiseres 2] . Cliënte zal zich derhalve beperken tot de belangrijkste punten uit uw mails. (…)
(…)
Cliënte heeft in haar mail d.d. 17 maart jl. een voorstel gedaan om een andere aanpak uit te proberen, waarbij mevrouw [naam 2] , leerlingbegeleider, [eiseres 2] persoonlijk zal begeleiden. (…)
(…)
(…) De communicatie en de organisatie rondom toetsen zal via mevrouw [naam 2] lopen. Zij zal (laten) zorgdragen dat er bij toetsen Kurzweil en een A3-formaat beschikbaar is. Welke toetsen mogen worden ingehaald en op welk tijdstip bepaalt de heer [naam 1] in overleg met mevrouw [naam 2] en in voorkomende gevallen na ruggespraak met de examencommissie. Cliënte ziet behoudens bovengenoemde voorzieningen geen enkele reden om af te wijken van de regels en beleid, zoals deze voor alle andere leerlingen binnen het [naam school] gelden.
Voor de goede orde bevestig ik dat [eiseres 2] al haar toetsen op A3-formaat zal krijgen naast Kurzweil. Dit zal tevens worden aangegeven op de zorgpas van [eiseres 2] . (…)
Daarnaast acht cliënte – los van de vraag of dit vereist is – het in het belang van [eiseres 2] dat een extern deskundige uitsluitsel geeft over wat de praktische beperkingen zijn van [eiseres 2] en belangrijker, welke opties om met deze beperkingen om te gaan het meest geschikt zijn voor [eiseres 2] .
Zoals aangegeven in de mail van cliënte en ook door uw cliënten erkend, maakt [eiseres 2] weinig gebruik van Kurzweil. (…) Het komt cliënte voor dat het in het belang van [eiseres 2] is dat er met [eiseres 2] nader wordt gesproken over de toepassing van Kurzweil, zodat [eiseres 2] ook deze voorziening optimaal gebruikt en dit haar toetsresultaten positief zal beïnvloeden.
Ten slotte met betrekking tot de inhaaltoetsen het volgende. Cliënte wil een evenwichtig inhaalrooster opstellen voor [eiseres 2] . In dit kader heeft de heer [naam 1] afgelopen dinsdag 12 april jl. [eiseres 2] uitgenodigd om de dag erna ’s-ochtends even langs te komen om samen met haar hiernaar te kijken. Gisterochtend kwam niet [eiseres 2] op het voorgestelde tijdstip, maar haar moeder. Tot stomme verbazing van de heer [naam 1] , werd hem verweten dat hij de dag er voor tegen [eiseres 2] gezegd zou hebben dat het bij haar altijd moeilijk ging of woorden van die strekking. De moeder van [eiseres 2] verzocht derhalve om de communicatie met betrekking tot het inhaalrooster via de ouders of via u te laten verlopen. De heer [naam 1] ontkent ten stelligste dat hij tegen [eiseres 2] gezegd zou hebben dart het bij haar altijd moeilijk gaat. Cliënte gaat er ook niet mee akkoord dat de communicatie over inhaalroosters via uw cliënten danwel via u verlopen. Het is gebruikelijk dat de school hierover rechtstreeks communiceert met de leerlingen zelf. Hiervoor wordt voor [eiseres 2] dan ook geen uitzondering gemaakt, anders dan dat cliënte aanbiedt dat de gesprekken tussen de heer [naam 1] en [eiseres 2] over het inhaalrooster voortaan besproken zullen worden in het bijzijn van mevrouw [naam 2] . De heer [naam 1] zal vandaag een inhaalschema mailen aan [eiseres 2] en haar ouders. Mevrouw [naam 2] zal [eiseres 2] en uw cliënten uitnodigen om dit rooster te bespreken en de toetsen voor te bereiden. Mochten er nog onoverkomelijkheden in het inhaalschema zitten, dan kunnen mevrouw [naam 2] en [eiseres 2] dit samen bespreken met de heer [naam 1] .
(…).”
2.7
Mr. Slump heeft hierop per e-mail van 25 april 2016 het volgende geantwoord:
“(…)
In uw mail staan een aantal (aantoonbare) feitelijke onjuistheden.
(…)
Dat het om een beperkt aantal toetsen zou gaan is ook feitelijk onjuist. Er is geen A3-formaat verstrekt bij de toetsen Scheikunde en Engels (…) en verder bij
alletoetsen in de tweede periode, te weten Nederlands, Wiskunde, Engels, Biologie, Natuurkunde, Rekenvaardigheden, Duits, Duits mondeling (inclusief leestekst die niet was vergroot). Het gaat dus in ieder geval om tien (!) toetsen.
(…) En bovendien had de heer [naam 1] dat ook kunnen weten. In mijn mail van 4 maart 2016 heb ik hem al gevraagd om in overleg een planning te maken voor het inhalen van de toetsen die niet (goed) zijn gemaakt vanwege het ontbreken van A3-formaat. En zelfs op 15 februari 2016 heeft cliënte al een mail gestuurd met het verzoek om inhaaltoetsen en herkansingen. De heer [naam 1] heeft daar maanden niets mee gedaan.
Waar het cliënten om ging, was dat voor het maken van een planning er duidelijkheid zou moeten zijn over welke toetsen het precies gaat, of het om inhaaltoetsen of herkansingen zou gaan en welke tijdstippen wel en niet mogelijk zouden zijn. Uit de door de heer [naam 1] op 21 april 2016 toegezonden planning (en uw stelling dat het om slechts enkele toetsen zou gaan) blijkt wel dat cliënten deze punten terecht hebben aangesneden. Er missen veel toetsen in de planning en er zijn toetsen gepland op tijdstippen waarvan al aan de heer [naam 1] kenbaar was gemaakt dat die niet geschikt zijn. Dit is onder andere in mijn mail van 4 maart 2016 gedaan. Niet voor niets heb ik in die mail verzocht om het maken van een planning
in goed overlegen dus niet eenzijdig door de school. Kunt u zich voorstellen dat cliënten het gevoel hebben dat de heer [naam 1] niets doet met de inhoud van de mails die door of namens hen aan hem worden gezonden? (…)
Voornoemde toetsen (…) dienen aan de planning te worden toegevoegd, evenals de Biologietoets die zij na ziekte ineens – en in strijd met de regels – moest maken en de volgende toetsen:
(…)
Overigens heeft [eiseres 2] in de tentamenperiode waarin zij in het geheel niet over A3-formaat beschikte wel een paar toetsen gehaald. In plaats van overmaken zou de school er ook voor kunnen kiezen de score te verhogen, nu [eiseres 2] de toetsen minder goed heeft gemaakt vanwege het ontbreken van A3-formaat (…).
Verder staat in de planning een inhaaltentamen Nederlands Leesvaardigheid genoemd. Dat kunnen cliënten niet plaatsen. Wordt hier niet gedoeld op een ander vak of op een andere toets voor het vak Nederlands?
Zoals al eerder aangegeven zijn toetsen aan het einde van de dag niet gewenst omdat [eiseres 2] dan meer last van haar ogen heeft en er bovendien een lange schooldag op heeft zitten. Bovendien dient [eiseres 2] op vrijdagmiddag om 15.30 uur af te reizen naar haar sporttraining. Desondanks zijn in de planning zoals toegezonden toetsen op een dergelijk moment gepland. Op dinsdag heeft [eiseres 2] het eerste uur vrij, een mentoruur en een tussenuur. Op woensdag heeft zij drie tussenuren, terwijl zij zowel op donderdag als vrijdag ook een tussenuur heeft. Kortom, meer dan genoeg ruimte in haar rooster om toetsen in te halen. Dat dit wellicht wat regelwerk en flexibiliteit van de school vergt mag daaraan niet in de weg staan, zeker gezien het feit dat de school er zelf de oorzaak van is dat er zoveel toetsen moeten worden ingehaald.
Ik verzoek u dus het ertoe te leiden dat uiterlijk a.s. donderdag een inhaalplanning wordt overgelegd waarin wordt bevestigd dat alle toetsen inhaal- en dus geen herkansingstoetsen zijn, waarin alle voornoemde toetsen zijn opgenomen, waarin rekening wordt gehouden met de tijdstippen waarvan al was aangegeven dat die niet mogelijk zijn in verband met [eiseres 2] beperkingen en waarbij rekening wordt gehouden met hetgeen
verantwoord en behapbaaris voor [eiseres 2] , naast haar normale schoolwerk. Dat uw cliënte ervoor heeft gekozen een voorziening af te pakken, dit niet terug te draaien na een daartoe strekkend verzoek, pas in uw onderstaande mail met een – niet steekhoudende – motivering te komen en [eiseres 2] – ondanks daartoe strekkende verzoeken – niet eerder een reële en eerlijke kans heeft geboden om de toetsen in te halen, dient voor rekening van uw cliënte te komen.
Cliënten zullen snel op de aangepaste planning reageren, zodat de planning zo nodig nog kan worden aangepast voor Hemelvaartsdag. Op die manier kan direct na de vakantie met het inhalen worden gestart.
(…)”.
2.8
Namens de advocaat van Lentiz heeft een kantoorgenoot op 2 mei 2016 mr. Slump het volgende e-mailbericht gezonden:
“Geachte confrère,
Waarnemend voor collega [naam 3] in verband met haar verlof deze week bericht ik u in bovengenoemde zaak als volgt.
Uw laatste mailbericht aan collega [naam 3] kwam op maandag 25 april 2016 binnen, dat wil zeggen op de eerste dag dat de school in verband met de meivakantie twee weken gesloten is. De Raad van Bestuur heeft desalniettemin zijn best gedaan om de heer [naam 1] te bereiken om overleg te plegen over de inhoud van uw mailbericht. Hier is de Raad van Bestuur tot op heden niet in geslaagd. Hierdoor is het thans niet mogelijk om inhoudelijk op uw mailbericht te reageren.
Wel kan ik u berichten dat de Raad van Bestuur bereid is om te overleggen over de overplaatsing van [eiseres 2] naar een andere school. Ik merk hier op voorhand bij op dat Lentiz, mochten de ouders van [eiseres 2] dit wensen, niet bereid is voor deze overplaatsing hen op enige wijze geldelijk tegemoet te komen.
(…).”
2.9
Op 9 mei 2016, zijnde de eerste schooldag na de meivakantie, heeft mr. Slump daarop per e-mail als volgt geantwoord:
“Geachte collega/confrère, (..)
Ondanks een (herhaald) verzoek mocht ik tot op heden niet een naar aanleiding van de geleverde reactie aangepast rooster ontvangen. Nu er dus ook na de meivakantie nog geen duidelijkheid is voor [eiseres 2] , ligt een vruchtbare afronding van het schooljaar op het [naam school] niet meer in de rede en hebben cliënten ervoor gekozen haar het schooljaar af te laten maken op een privéschool, aangezien die school bereid is zich ten volle in te spannen haar nog over te laten gaan. [eiseres 2] kan het niet meer opbrengen het schooljaar op het [naam school] af te maken. Al maandenlang heeft zij niet op normale wijze een toets kunnen maken en tot op heden duurt de onzekerheid en onrust voort, vanwege het uitblijven van een inhoudelijke reactie op de standpunten van cliënten. Dit alles heeft geleid tot een forse psychische belasting. Daarvan zou een kind van 15 jaar oud gevrijwaard moeten blijven.
Uw cliënte is al eerder door cliënten aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van de wijze van behandeling van [eiseres 2] , waaronder het een tijd lang onthouden van een eerder toegekende voorziening voor toetsen. Het uitblijven van een reactie ten aanzien van het rooster is naar het oordeel van cliënten ook onrechtmatig. De kosten die cliënten voor de privéschool moeten maken, maken onderdeel uit van de schade die zij lijden ten gevolge van het onrechtmatig handelen van uw cliënte.
(…).”
2.1
Na de meivakantie van 2016 heeft [eiseres 2] , toen 4-vwo-leerlinge, geen onderwijs van Lentiz meer genoten, maar heeft zij zich doen inschrijven bij ‘Winford’, een particuliere school, waar zij in die periode 4-vwo met goed gevolg heeft afgerond en na ommekomst van de zomervakantie bij Winford is voortgegaan met 5-vwo en vervolgens 6-vwo in het daaropvolgende schooljaar (2017/2018).
2.11
Voor het restant van het schooljaar 2015/2016 (4-vwo) heeft Winford een bedrag van € 3.000,- aan [eisers] ., althans eisers sub 1 en 2, in rekening gebracht en voor de twee schooljaren daarna een bedrag van € 26.250,- respectievelijk € 27.500,-.

3.Het geschil

3.1
[eisers] . hebben gevorderd om Lentiz bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan hen van € 60.591,09 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening, en € 1.375,66 aan buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van Lentiz in de kosten van de procedure alsook in de nakosten.
3.2
Aan die vordering hebben [eisers] . -naast de hiervoor onder 2 genoemde feiten en samengevat en voor zover nu van belang weergegeven- dat Lentiz ondanks haar bekendheid met de beperkingen van [eiseres 2] (zie 2.3-2.4) bij vele toetsen en tentamens tekortgeschoten is in haar verplichting [eiseres 2] de benodigde hulpmiddelen tijdig en deugdelijk ter beschikking te stellen. Zo bleek regelmatig geen vergrote versie van de toets aanwezig te zijn en als dan alsnog voor een vergrote versie werd gezorgd, had één en ander al veel stress en onrust bij [eiseres 2] teweeg gebracht, terwijl zij dan bovendien pas later kon beginnen aan een toets of tentamen, met een mogelijke negatieve beïnvloeding van het resultaat tot gevolg. Ook was het zo dat toetsen en tentamens die in ‘Kurzweil’ (dyslexiesoftware) klaar hadden moeten staan, vaak niet voor [eiseres 2] klaarstonden, omdat vergeten was de toets of het tentamen erop te zetten of omdat de laptop disfunctioneerde. Op zeker moment heeft Lentiz tot verbazing van [eisers] . besloten [eiseres 2] niet meer te faciliteren, daarin onder meer bestaande dat toetsen ineens niet meer op A3-formaat werden verstrekt en bij diverse toetsen geen laptop met Kurzweil voorhanden was. Omdat overleg tussen partijen ter zake moeizaam verliep, Lentiz niet beloofde [eiseres 2] naar behoren te zullen faciliteren en [eisers] . vaststelden dat Lentiz haar verplichtingen jegens [eiseres 2] opnieuw niet was nagekomen, hebben [eisers] . een advocaat in de arm genomen, die op 24 maart 2016 namens [eisers] . bij Lentiz heeft geklaagd en haar in gebreke heeft gesteld (zie 2.5).
Dit heeft er onder meer toe geleid dat er een contactpersoon werd benoemd maar daarna hebben [eisers] . moeten vaststellen dat Lentiz [eiseres 2] opnieuw niet naar behoren faciliteerde maar, zonder enige grond of voorafgaande aankondiging, alle faciliteiten had stopgezet. Als gevolg van deze beleidswijziging van Lentiz, die veel stress en onrust bij [eiseres 2] heeft veroorzaakt, heeft [eiseres 2] in de kort daaropvolgende tentamenperiode, ook al heeft zij daarom steeds verzocht, geen A3-vergrotingen ontvangen.
Uiteindelijk heeft Lentiz erkend dat de desbetreffende voorzieningen [eiseres 2] niet hadden mogen worden onthouden, maar het onthouden van die faciliteiten betekende wel dat [eiseres 2] veel toetsen en tentamens niet goed heeft kunnen maken. Dat heeft geleid tot een nog groter ‘toetsen- en tentamens-stuwmeer’ en een forse achterstand, nu er reeds een stuwmeer van toetsen was ontstaan door een veelvoud aan fouten van Lentiz in eerdere periodes, waardoor zeer vaak de juiste faciliteiten ontbraken en [eiseres 2] toetsen niet heeft kunnen maken omdat zij deze niet kon lezen. Dit alles heeft grote emotionele spanningen en stress veroorzaakt bij [eiseres 2] , die op enig moment ook niet meer naar school wilde uit angst voor nog meer fouten en nare situaties en reacties van docenten, waardoor zij zich ziek heeft moeten melden. Zij voelde zich toen zwaar gepest door de directie en leerkrachten van Lentiz.
Vervolgens heeft overleg tussen partijen plaatsgehad. In dat kader heeft Lentiz een schema opgesteld van toetsen die volgens haar ‘over’ zouden moeten maar dat schema is incompleet en onjuist. Sommige toetsen waren toen namelijk nog onderwerp van discussie vanwege het feit dat die door [eiseres 2] gemaakt en ingeleverd zijn zonder dat zij over de juiste faciliteiten kon beschikken zodat zij deze niet of slechts gedeeltelijk kon maken. Lentiz heeft echter geen standpunt geuit over de vraag of [eiseres 2] , naast de toetsen die zij niet gemaakt had, ook deze toetsen mocht overdoen, hetgeen heeft bijgedragen aan een escalatie. Daarnaast heeft Lentiz geen realistisch en werkbaar schema gepresenteerd voor het (over)maken van de toetsen en tentamens door [eiseres 2] . Lentiz bekommerde zich daarbij niet om haar welzijn. Daar waar Lentiz, vanwege de op haar rustende zorgplicht, waarin zij al vele malen was tekortgeschoten, alsnog datgene had moeten presteren waartoe zij gehouden was, hebben [eisers] . moeten constateren dat er geen enkele beweging aan de zijde van Lentiz was. Zij hebben daarom de conclusie moeten trekken dat hier sprake was van verzuim van Lentiz, zonder dat een nadere ingebrekestelling nodig was, als bedoeld in artikel 6:80 BW. Subsidiair is het zo dat Lentiz in verzuim komen te verkeren doordat zij geen gehoor heeft gegeven aan de sommaties.
Vanwege de ontstane situatie zagen [eisers] . zich genoodzaakt om per omgaande een andere school voor [eiseres 2] te zoeken. Geen van de door hen daarop benaderde scholen was echter bereid [eiseres 2] nog in het lopende schooljaar over te laten stappen in 4-vwo en haar dan over te laten gaan naar 5-vwo, met uitzondering van Winford (zie 2.10). Daar heeft [eiseres 2] de daarop volgende maanden 4-vwo afgerond en is zij overgegaan naar 5-vwo.
[eisers] . menen dat Lentiz in de op haar rustende zorgplicht jegens hen toerekenbaar tekortgeschoten is danwel onrechtmatig heeft gehandeld door [eiseres 2] niet naar behoren te faciliteren en ook geen coöperatieve en flexibele houding aan de dag te leggen. Zij is dan ook gehouden de daardoor ontstane materiële en immateriële schade te vergoeden. Het gaat dan om het aan Winford betaalde schoolgeld voor het restant van het schooljaar 2015/2016 en de schooljaren 2016/2017 en 2017/2018, derhalve € 56.750,- in totaal (zie 2.11). Daarbij komt een bedrag van € 1.479,04 aan boeken en studiemiddelen die bij Winford, anders dan bij Lentiz, niet door de overheid worden vergoed, een bedrag van € 300,- voor de aanschaf van een laptop, een bedrag van € 737,05 aan abonnementsgeld voor Kurzweil en een bedrag van € 1.325,- aan kosten voor het openbaar vervoer van en naar Winford.
3.3
Lentiz heeft gemotiveerd verweer gevoerd, dat strekt tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van [eisers] . in de kosten van de procedure.
Zij stelt voorop dat hoewel al in 2013, toen de resultaten van [eiseres 2] tegenvielen en zij veel moeite had met het vwo-niveau, door Lentiz is aangegeven dat het vwo wellicht te hoog was gegrepen voor [eiseres 2] , die op de basisschool ook een havo-score had gehaald, [eisers] . koste wat kost wilden dat zij het gymnasium zou doen. Voorts was het verzuim van [eiseres 2] in de loop van de jaren erg hoog, vooral bij toetsmomenten. Het gevolg hiervan was dat zij veel toetsen moest inhalen, hetgeen tot extra druk leidde, omdat de gewone toetsen ook doorgingen. Ook was de druk van het gymnasium erg hoog. Uiteindelijk is [eiseres 2] in december 2014, halverwege 3-vwo, gestopt met de vakken Grieks en Latijn, om de werkdruk te verlichten. Evenwel bleef haar verzuim, vooral tijdens toetsmomenten, zeer hoog, waardoor [eiseres 2] heel veel toetsen moest inhalen. Ook in 2015, als [eiseres 2] haar profielkeuze voor 4-vwo moest maken, sprak Lentiz, vanwege de vele afwezigheid en de tegenvallende resultaten van [eiseres 2] , haar twijfels uit over 4-vwo en ried zij het door [eiseres 2] voorgestane profiel, met Wiskunde B en Informatica, af, maar toch koos [eiseres 2] voor dat profiel in 4-vwo.
In verband met de beperkingen van [eiseres 2] (zie 2.3-2.4) waarmee Lentiz in 2015 bekend is geraakt, zijn afspraken gemaakt over de aanpassingen waarop [eiseres 2] in verband daarmee recht heeft en zijn zorgpassen verstrekt. Ook heeft Lentiz [eiseres 2] het gebruik van Kurzweil aangeboden, met behulp van welk programma zij voortaan tijdens de lessen kon werken en haar toetsen kon maken. Zij heeft [eiseres 2] ook een licentie verleend om Kurzweil op een pc of laptop thuis te kunnen installeren. In verband met het gebruik van deze software door [eiseres 2] heeft de dyslexiecoach aangegeven dat vergrotingen voortaan niet meer nodig waren omdat de tekst nu met de laptop/pc vergroot kon worden. In het licht van die mededeling heeft Lentiz [eiseres 2] , toen zij vier toetsen moest inhalen op 5 februari 2016, niet ook een papieren versie van de toetsen ter beschikking gesteld. Nadat zij vervolgens inzag dat een leerling altijd recht heeft op een geprint exemplaar, heeft Lentiz op 19 februari 2016 haar fout erkend en kenbaar gemaakt dat [eiseres 2] deze vier toetsen nogmaals mocht overmaken.
Op 11 maart 2016 heeft er vervolgens een gesprek plaatsgehad tussen Lentiz en eisers sub 1 en 2, in aanwezigheid van de door hen inmiddels ingeschakelde advocaat, dit omdat zij niet tevreden waren over de begeleiding van [eiseres 2] en meenden dat Lentiz geen rekening hield met de beperkingen van [eiseres 2] en zij daarom onvoldoende presteerde. Uitkomst hiervan was onder meer dat mevrouw [naam 2] , werkzaam als begeleider van zorgleerlingen bij Lentiz, als contactpersoon voor [eisers] . en begeleider van [eiseres 2] zou gaan fungeren en dat zij collega’s op de hoogte zou brengen van de beperkingen van [eiseres 2] en de toetswijze. In dit gesprek is door Lentiz ook toegezegd dat [eiseres 2] de teksten van de toetsen voortaan ook op A3-formaat zou krijgen, zodat zij alle verlangde faciliteiten toegewezen heeft gekregen. Voorts is door Lentiz een plan voor het voor de zomervakantie inhalen van de door [eiseres 2] gemiste toetsen toegezegd. Sindsdien heeft [eiseres 2] echter geen toets meer gemaakt, noch de reguliere toetsen noch de inhaaltoetsen.
Eén en ander is op 14 april 2016 (zie 2.6) nogmaals schriftelijk bevestigd door de advocaat van Lentiz. Het vervolgens door Lentiz opgestelde inhaalschema werd daarop echter door [eisers] . van de hand gewezen, omdat het te druk zou zijn, volgens de e-mailreactie van 25 april 2016 van hun advocaat (zie 2.7). In die e-mail, die werd ontvangen op de eerste dag van de meivakantie, werd ook de eis gesteld dat er direct na de meivakantie gestart zou moeten worden met een nieuw schema. De advocaat van Lentiz heeft hierop geantwoord dat dit in verband met de meivakantie niet haalbaar was maar dat er in de eerste week na de meivakantie een nieuw schema zou worden opgesteld. Op de eerste schooldag na die vakantie volgde toen de onder 2.9 aangehaalde e-mail van de advocaat van [eisers] ., waaruit blijkt dat [eisers] . hadden gekozen voor een particuliere school. [eiseres 2] is daarna ook niet meer verschenen op het [naam school] .
Lentiz betwist, gezien het voorgaande, dat zij haar zorgplicht jegens [eiseres 2] niet nagekomen is. Zij heeft [eiseres 2] steeds alle ruimte gegeven om de door haar -overwegend door verzuim- gemiste toetsen in te halen en haar ondersteuning geboden en voorzieningen toegekend toen zij op de hoogte geraakte van de onder 2.3 en 2.4 genoemde beperkingen van [eiseres 2] . Als gezegd heeft Lentiz bij een beperkt aantal toetsen [eiseres 2] niet ook een papieren vergroting daarvan ter beschikking gesteld, maar toen bleek dat dit wel moest, heeft Lentiz dat, en alle andere door [eiseres 2] verlangde voorzieningen, toegezegd, ook schriftelijk, maar sindsdien heeft [eiseres 2] geen toets, regulier of inhaal, meer gemaakt. Dat Lentiz, naar [eisers] . stellen, alle faciliteiten heeft stopgezet, is dan ook onjuist.
Voorts bestrijdt Lentiz dat zij jegens [eisers] . in verzuim is komen te verkeren. De onder 2.5 aangehaalde e-mail van 24 maart 2016 van hun advocaat voldoet niet aan de eisen van artikel 6:82 BW en kan dan ook niet als de voor het intreden van verzuim benodigde ingebrekestelling worden gezien. Hetzelfde geldt voor diens onder 2.7 genoemde e-mail van
25 april 2016, waarin het door Lentiz opgestelde inhaalschema wordt afgewezen omdat dit te druk zou zijn voor [eiseres 2] en afgifte van een nieuw inhaalschema nog in de meivakantie wordt geëist. Gegeven dat toen de meivakantie al was begonnen en [eisers] . wisten dat de desbetreffende medewerkers daadwerkelijk met vakantie waren, hebben zij daarmee een onmogelijke eis neergelegd en hebben zij nadat Lentiz op 2 mei 2016 had toegezegd meteen na de meivakantie een nieuw schema op te stellen, op 9 mei 2016, de eerste (school)dag na de meivakantie, het besluit dat [eiseres 2] per direct naar een privéschool zou gaan kenbaar gemaakt. Dat besluit was dus al in de meivakantie of daarvoor nog genomen.
Lentiz concludeert dat zij niet wegens een toerekenbare tekortkoming of een onrechtmatige daad aansprakelijk is jegens [eisers] . Voorts heeft Lentiz, subsidiair, gemotiveerd verweer gevoerd tegen de diverse schadeposten.
3.4
Op hetgeen overigens nog naar voren is gebracht, wordt hierna, voor zover voor de uitkomst van de procedure van belang, bij de beoordeling teruggekomen.

4.De beoordeling

4.1
[eisers] . verwijten Lentiz -kort gezegd- dat zij jegens hen, althans jegens [eiseres 2] , de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden, hetgeen volgens [eisers] . primair te kwalificeren is als een toerekenbare tekortkoming in de tussen Lentiz en [eiseres 2] gesloten onderwijsovereenkomst en subsidiair als een onrechtmatige daad jegens [eisers] .
4.2
Dienaangaande wordt vooropgesteld dat een vaste lijn in de jurisprudentie is dat het handelen van een school beoordeeld dient te worden naar de norm van hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam onderwijsinstituut mag worden verwacht. Omdat deze norm voor beide door [eisers] . aangevoerde (rechts)grondslagen hetzelfde is, kan de precieze kwalificatie van de rechtsverhouding tussen partijen, wat die norm betreft althans, in het midden blijven. Dit onderscheid is uiteraard wel (weer) van belang bij de beantwoording van de vraag of, en zo ja wie van hen, [eisers] . een vorderingsrecht jegens Lentiz toekomt wegens geleden schade als gevolg van schending van die zorgplicht.
4.3
De zorgplicht die hier aan de orde is, is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in haar arrest van 21 november 2017 (ECLI:NL:GHARL:2017:10195) als volgt geformuleerd:
“Het gaat hier niet om een zorgplicht voor de gezondheid en veiligheid van de leerlingen, waaraan civiele feitenrechters wel een bijzonder karakter toekennen, maar om een, ook (ortho)pedagogische en (ortho)didactische, zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs en de bijbehorende leerlingenbegeleiding en hun ondersteuning. Dit moet onder de inspanning van een redelijk bekwame en redelijk handelende
onderwijsinstelling gericht zijn op een zodanige ontwikkeling van de leerling dat deze, met zijn ontwikkelingsmogelijkheden en met de redelijkerwijs van hem te vergen inzet, in staat wordt gesteld te voldoen aan de voortgangsnormen en, uiteindelijk, met een redelijke kans van slagen op te gaan voor een bij zijn kwaliteiten en mogelijkheden passend eindexamen. (…) Wanneer een leerling echter achterblijft en niet presteert zoals deze redelijkerwijs zou (moeten) kunnen, dan zal de onderwijsinstelling dit tijdig moeten onderkennen en in het kader van hetgeen in redelijkheid van haar mag worden verwacht, passende en concrete maatregelen dienen voor te stellen en/of te nemen, toegespitst op de specifieke situatie van de individuele leerling.”
4.4
Vertaald naar het geval van [eiseres 2] is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een redelijk handelende school indien deze -Lentiz- de leerling - [eiseres 2] - aanpassingen aanbiedt en toepast van dien aard dat deze [eiseres 2] in staat stellen de belemmeringen die haar dyslexie en progressieve myopie met zich brengen, zoveel als mogelijk op te heffen. In die norm zit de restrictie vervat dat het naar maatstaven van redelijkheid mogelijk moet zijn voor een school om die belemmeringen weg te nemen. Volgens Lentiz heeft zij deze zorgplicht telkens naar behoren ingevuld, met uitzondering van vier toetsen waarbij zij -naar haar eerst achteraf is gebleken- [eiseres 2] ten onrechte niet ook een A3-vergroting van de toets ter beschikking heeft gesteld, terwijl volgens [eisers] . [eiseres 2] tientallen malen een toets niet of niet behoren heeft kunnen maken omdat niet, niet tijdig of niet naar behoren was voorzien in de door haar benodigde faciliteiten, met stress en onrust bij haar tot gevolg.
4.5
De rechtbank stelt vast dat ook als uitgegaan wordt van het door [eisers] . gestelde veel hogere aantal door [eiseres 2] wegens tekortschieten van Lentiz in haar gemelde zorgplicht in te halen danwel over te maken toetsen, niet in geschil is dat dit nog mogelijk was in de ten tijde van de meivakantie resterende periode van het schooljaar 2015/2016. Dat wordt ook bevestigd door de onder 2.7 bedoelde e-mail van de advocaat van [eisers] ., waarin deze immers schrijft dat aan de hand van het door hen verlangde aangepaste rooster met het inhalen van toetsen direct na die meivakantie kan worden gestart.
4.6
In het door [eisers] . betrokken standpunt ligt het bestaan van een verplichting voor Lentiz besloten, inhoudende dat zij vanwege haar (gesteld) tekortschieten in haar zorgplicht gehouden is hen, althans [eiseres 2] , een ‘behapbaar en verantwoord’ inhaalrooster te doen toekomen, waarin onder meer rekening is gehouden met haar reguliere, doorlopende schoolwerk en haar sporttraining op vrijdagmiddag.
4.7
Niet in geschil is dat Lentiz, overeenkomstig de onder 2.6 genoemde e-mail van 14 april 2016 van haar advocaat, [eisers] . een in haar ogen adequaat inhaalrooster heeft doen toekomen, terwijl ook vaststaat dat dit op 25 april 2016, toen de meivakantie al een aanvang had genomen, namens [eisers] . met de onder 2.7 genoemde e-mail van de hand werd gewezen, waarbij ook werd verzocht om een volgens de in die e-mail uitgezette lijnen aangepast inhaalrooster, en wel uiterlijk de daaropvolgende donderdag, derhalve nog steeds in de eerste week van de twee weken durende meivakantie.
4.8
Om in deze situatie Lentiz met succes tot schadevergoeding te kunnen aanspreken, zoals [eisers] . hebben gedaan, wegens, naar de rechtbank begrijpt, het niet verstrekken van een adequaat inhaalrooster en het zich deswege genoodzaakt zien [eiseres 2] het schooljaar op een andere school te laten afmaken (en haar schoolcarrière vervolgens ook op die andere school te laten voortzetten), is in een geval als hier, waarin nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, overeenkomstig artikel 6:74 BW vereist dat Lentiz jegens hen in verzuim is komen te verkeren. Daarvoor is, behoudens de uitzonderingen van artikel 6:83 BW waarop echter geen beroep is gedaan, op grond van artikel 6:82 lid 1 BW in beginsel vereist dat de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
4.9
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de e-mail van de advocaat van [eisers] . van 25 april 2016 niet aan de eisen die dit artikellid stelt aan een geldige ingebrekestelling, nu Lentiz daarin geen redelijke termijn is gesteld alsnog deugdelijk te presteren, door een in hun optiek adequaat en volledig inhaalrooster op te stellen en hen dit te doen toekomen. De onredelijkheid van de in die e-mail gestelde termijn van vier dagen zit niet enkel in die wel heel korte termijn als zodanig maar ook in de combinatie daarvan met de omstandigheid dat [eisers] . aldus in de meivakantie van twee weken, die net was begonnen, terwijl zij wisten of behoorden te weten dat de school in die periode dicht was en dat haar ter zake betrokken medewerkers daarom vakantie hadden, een inhoudelijke reactie op dat rooster gaven en daarbij een substantieel aangepast inhaalrooster verlangden, en dat dan uiterlijk drie dagen nadien. Bepaald niet onbegrijpelijk, zo niet voorzienbaar, is dan ook de hiervoor onder 2.8 genoemde reactie van 2 mei 2016 van (de kantoorgenoot van) de advocaat van Lentiz dat het haar raad van bestuur tot dan toe vanwege de sluiting van de school in verband met de meivakantie niet gelukt was inhoudelijk overleg te plegen met haar ter zake betrokken medewerker, de heer [naam 1] , zodat het op dat moment niet mogelijk was op de e-mail van 25 april 2016 inhoudelijk te reageren.
4.1
Het voorgaande betekent dat er op 9 mei 2016, de eerste dag na de meivakantie, toen de advocaat van [eisers] . namens hen aan Lentiz kenbaar maakte dat [eisers] . er inmiddels voor hadden gekozen [eiseres 2] het schooljaar op een andere (privé)school te laten afmaken, Lentiz nog niet in verzuim verkeerde ter zake van haar verplichting [eisers] . een adequaat inhaalrooster te verschaffen terwijl [eisers] . Lentiz met die e-mail wel duidelijk hebben gemaakt daarop ook geen prijs meer te stellen vanwege hun toen gemaakte keus [eiseres 2] 4-vwo elders te laten afronden. Dit ondanks dat zij toen, nogmaals: de eerste school-/werkdag na de meivakantie, nog niet bekend waren met het inhoudelijke standpunt van Lentiz ten aanzien van de e-mail van 25 april 2016 en ondanks dat, zo is niet in geschil, er op dat moment geen sprake van was van een situatie waarin [eiseres 2] 4-vwo niet (ook) met goed gevolg had kunnen afronden bij Lentiz, hetgeen ook bevestiging vindt in het feit dat zij dat leerjaar toen bij Winford met goed gevolg heeft afgerond.
4.11
Voor dit geval, namelijk dat de rechtbank zou oordelen dat Lentiz niet (deugdelijk) in gebreke werd gesteld, hebben [eisers] . erop gewezen dat een ingebrekestelling achterwege kan blijven wanneer een voor nakoming afgesproken fatale termijn ongebruikt verstrijkt of uit een mededeling van de schuldenaar moet worden begrepen dat zij haar verplichtingen niet zal nakomen. Ook hebben [eisers] . aangevoerd dat de wettelijke opsomming van gronden voor verzuim zonder ingebrekestelling niet limitatief is en dat onder omstandigheden een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
4.12
Dit kan [eisers] . hier echter niet baten. Van een fatale termijn is hier immers geen sprake, terwijl zij in redelijkheid uit de e-mail van 2 mei 2016 van (de kantoorgenoot van) de advocaat van Lentiz ook niet hebben kunnen begrijpen dat Lentiz niet bereid was hen een aangepast inhaalrooster te doen toekomen. Daarin staat (namelijk) vermeld dat het de raad van bestuur van Lentiz wegens de meivakantie nog niet was gelukt om contact te leggen met de ter zake betrokken medewerker van Lentiz, de heer [naam 1] , ten behoeve van een inhoudelijke reactie op de e-mail van 25 april 2016, hetgeen impliceert dat die reactie zal volgen nadat met hem contact is gelegd en (wel) overleg over de inhoud van die e-mail heeft kunnen plaatsvinden. Ook valt zonder behoorlijke toelichting, die ontbreekt, niet in te zien dat het door Lentiz hier gedane beroep op het ontbreken van een (deugdelijke) ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, gelet ook de terughoudendheid waarmee de rechter deze bepaling dient toe te passen.
4.13
Nu er, gezien het voorgaande, geen sprake is van een situatie waarin Lentiz jegens [eisers] . in verzuim is komen te verkeren voor wat betreft haar verplichting hen, althans [eiseres 2] , een adequaat inhaalrooster te verschaffen voor door haar over te maken of in te halen toetsen in het resterende deel van het betreffende schooljaar, stuit de door hen jegens Lentiz ingestelde vordering tot schadevergoeding reeds hierop af.
4.14
Geen (verdere) beoordeling behoeft derhalve de vraag welke toetsen voor overmaken danwel inhalen in aanmerking zouden zijn gekomen en overigens evenmin de vraag wie van [eisers] . een zelfstandig vorderingsrecht jegens Lentiz toekomt voor wat betreft het aan Winford betaalde schoolgeld en de overige door [eisers] . gestelde kosten verband houdende met het schoolgaan van [eiseres 2] bij die onderwijsinstelling.
4.15
Voor wat betreft dat schoolgeld overweegt de rechtbank nog dat, aangenomen dat Lentiz jegens [eisers] . schadeplichtig is, het in het kader van de op hen rustende schadebeperkingsplicht op de weg van [eisers] . zou hebben gelegen om [eiseres 2] , indien en voor zover mogelijk, na afronding van 4-vwo (bij Winford), de leerjaren 5-vwo en 6-vwo te laten doorlopen op een reguliere school, waar geen lesgeld verschuldigd is, in plaats van op een particuliere school, zoals Winford, die hen voor die twee leerjaren een bedrag van € 53.750,- aan lesgeld in rekening heeft gebracht. In dat verband merkt de rechtbank op dat uit de door [eisers] . in het geding gebrachte e-mailcorrespondentie met andere (reguliere) scholen weliswaar blijkt dat een overstap van [eiseres 2] in mei 2016 naar een andere reguliere school om daar nog in dat schooljaar 4-vwo af te maken niet mogelijk was, maar niet dat zij na afronding van 4-vwo (bij Winford) de leerjaren 5-vwo en 6-vwo niet (ook) bij een reguliere school had kunnen doorlopen, in welk geval geen lesgeld zou zijn verschuldigd.
4.16
De slotsom van dit alles is dat het door [eisers] . gevorderde, daaronder begrepen de nevenvorderingen, wordt afgewezen.
4.17
[eisers] . worden, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het door [eisers] . gevorderde af;
 veroordeelt [eisers] . in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Lentiz vastgesteld op € 1.950,- aan griffierecht en € 3.222,- (drie punten á € 1.074,-) aan salaris voor haar advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en op 7 augustus 2019 in het openbaar uitgesproken.
1934