Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 juli 2017;
- de akte van Jaegers houdende overlegging producties, met producties 1 tot en met 7;
- de op 15 november 2017 genomen conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 11;
- de brief van de rechtbank waarbij partijen werden opgeroepen voor een comparitie;
- de zittingsagenda;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende wijziging van eis in conventie, met producties 8 tot en met 21 en een productieoverzicht;
- de producties 12, 13 en 14 van Djeu;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 16 april 2018;
- de brief van mr. Yesildag van 16 mei 2018, houdende het verzoek om de zaak naar de rol te verwijzen;
- de akte van Djeu, met producties 15 tot en met 18;
- de antwoordakte van Jaegers.
3.De beoordeling
Eisvermeerdering in conventie
het door haar berederde, naar behoren uitgeruste, verzekerde en bemande mts “Alto Mira” ter beschikking voor 16 uurs inzet op de Westeuropese waterwegen[..]
.
Until BP Shipping is satisfied that adequate measures have been taken in respect of this incident barge “ALTO MIRA”[..] will remain unacceptable for future BP Group business”. Zonder de betreffende reacties van Jaegers aan BP, onder meer die betreffende het herstel van de ‘Alto Mira’ per 17 februari 2017 – welke reacties Jaegers niet heeft overgelegd of geciteerd – kan de mededeling van BP van 11 januari 2017, op de dag van de aanvaring, geen grond bieden voor het oordeel dat deze opdrachtgever van Jaegers, die kennelijk mede het EBIS-systeem in stand houdt, het schip vanaf 17 februari 2017 op goede grond “not suitable” bevond in de zin van artikel 5 van de Overeenkomst.
In order to be pro-active for putting the barge again on our acceptable list for BASF business, I have some additional questions:…”. Jaegers heeft noch haar bericht, waarop BASF kennelijk reageerde, noch haar reacties op de e-mail van BASF van 27 februari 2017 overgelegd of geciteerd. Onder die omstandigheden kan op grond van de enkele mededeling van BASF van 27 februari 2017, waarin juist gesproken wordt van “pro-active for putting the barge again on our acceptable list”, niet worden geoordeeld dat Jaegers op goede grond haar verbintenissen heeft opgeschort omdat haar opdrachtgevers, die gezamenlijk het EBIS-systeem in stand houden, het schip “not suitable” bevonden in de zin van artikel 5 van de Overeenkomst.
as you are aware, this Vessel is already on “Worldwide Technical Hold” for ExxonMobil affiliate use due to an incident in the past. This “hold” remains in place and prevents the use of vessel for ExxonMobil affiliate service”. Indien met het “incident in the past” de aanvaring van 11 januari 2017 werd bedoeld, lag het op de weg van Jaegers om aan ExxonMobil uit te leggen dat en waarom het schip inmiddels weer geschikt (“suitable”) was voor transporten. Jaegers heeft gesteld noch doen blijken dat zij dat heeft gedaan. Indien met het “incident in the past” een eerder incident werd bedoeld, dan heeft Jaegers de ‘Alto Mira’ nimmer voor deze opdrachtgever kunnen inzetten, zodat het incident van 11 januari 2017 de (on)geschiktheid van het schip niet heeft beïnvloed. Jaegers heeft nagelaten om de volledige correspondentie met ExxonMobil over te leggen of te citeren. Onder deze omstandigheden kan niet geoordeeld worden dat Jaegers zich terecht op opschorting als bedoeld in artikel 5 wegens “not suitable” heeft beroepen op grond van de enkele mededeling van ExxonMobil van 2 maart 2017.
We hebben ruim een week geleden gesproken over het eventueel voor andere befrachter reizen te verrichten, maar in verband met de clausule in het Tim charter wordt ik geadviseerd deze niet te doen zonder een schriftelijk bevestiging, wil je dat a.u.b. hierbij bevestigen.
Wij zeggen hierbij de time-charterovereenkomst op tegen1 januari 2018.
Ik merk op dat er geen openheid wordt gegeven over de blacklisting. Met name wordt geen duidelijkheid gegeven wat de “blacklist” precies inhoudt, en wanneer er een einde aan zal komen. Dat is voor cliënte onder de huidige omstandigheden niet acceptabel. Cliënte bevindt zich in een onhoudbare situatie.
Hierbij herhaal ik dat uw cliënt zoals gevraagd dat de Alto Mira onmiddellijk voor een andere bevrachter kan varen. Jaegers Shipping zal dan vrijwillig geen aanspraak maken op een contractuele boete en/of schadevergoeding. Uw cliënt kan hierdoor mogelijk schade beperken. Als uw cliënt echter later ervoor mocht kiezen een vordering tot schadevergoeding tegen Jaegers Shipping in te stellen, behoudt Jaegers Shipping zich voor op haar beurt de contractuele boete alsnog te vorderen en ook schadevergoeding. Op dit moment lijkt het ons niet verstandig de door uw zelf gevraagde exploitatie elders te blokkeren met vorderingen dat wij onvoorwaardelijk van boetes en schadevorderingen moeten afzien ook als uw cliënt zelf dergelijke vorderingen instelt.”