7.2Ter zitting is gebleken dat de onroerende zaak is verkocht via een makelaar die op zoek is gegaan naar een koper zonder dat de onroerende zaak op funda.nl of een andere website heeft gestaan of dat er op een vergelijkbare manier (via een advertentie of iets dergelijks) ruchtbaarheid aan is gegeven. Daarom is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een verkoop waarbij de onroerende zaak op de vrije markt te koop is aangeboden en waarbij er sprake is van verkoop aan de meestbiedende gegadigde.
Verder werd ten tijde van de verkoop de eerste verdieping verhuurd. Gegevens van een verkooptransactie in verhuurde staat kunnen bruikbaar zijn, indien duidelijk wordt gemaakt hoe rekening is gehouden met het feit dat de transactie een verhuurd object betrof (vergelijk Hoge Raad 25 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:982). Niet gebleken is of en hoe eiseres hiermee rekening heeft gehouden. Gelet op het voorgaande kan het eigen verkoopcijfer niet als de waarde in de zin van artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ worden aangemerkt en heeft verweerder dit terecht buiten beschouwing gelaten.
8. Bij de berekening op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode (hwk-methode) houdt verweerder een gemiddelde huurwaarde aan van € 85,14 per m², wat leidt tot een totale huurwaarde van € 206.123,94. Ter onderbouwing daarvan verwijst verweerder naar de huurcijfers van [straatnaam 3] [huisnummer 2] , [straatnaam 4] [huisnummer 3] en [straatnaam 5] [huisnummer 4] in Delft.
Eiseres heeft ter zitting aangevoerd dat voor haar niet te controleren is waarop de huurcontracten van deze vergelijkingsobjecten precies betrekking hebben en of een juiste berekening is gemaakt van het verhuurbare vloeroppervlak (vvo) naar het bruto vloeroppervlak (bvo) waarmee in het taxatierapport wordt gerekend. Ter zitting heeft de taxateur van verweerder toegelicht dat aan de eigenaren van de verhuurde objecten wordt gevraagd waarop de huurprijs betrekking heeft en of er bijzonderheden zijn. Aan de hand van de huurcontracten wordt het vvo omgerekend naar bvo.
De rechtbank ziet geen aanknopingspunten dat dit onjuist is gebeurd. De enkele stelling dat het niet te controleren is, is onvoldoende om de gegevens van verweerder onjuist of onbetrouwbaar te achten.
Bij dit alles komt dat de tweede verdieping van de onroerende zaak op 22 mei 2017 voor € 60.900,- is verhuurd, zoals verweerder onbestreden ter zitting heeft gesteld. Dit leidt tot een huurwaarde van € 131,53 per m² (€ 60.900/463 m²) en dat is ruim boven de vastgestelde huurwaarde van € 85,14 per m². Ook indien rekening wordt gehouden met het feit dat een gedeelte van de huur van € 60.900,- voor de technische ruimte op de vierde verdieping is en met de wet van de afnemende meeropbrengst, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit dit eigen huurcijfer nog steeds dat de door verweerder gehanteerde huurwaarde niet te hoog is vastgesteld. Zelfs indien er vanuit wordt gegaan dat de huur betrekking heeft op de tweede verdieping en de gehele technische ruimte van 199 m² op de vierde verdieping, dan nog is de gemiddelde huurwaarde € 91,99 per m² (60.900/463 m² +199 m²).
9. Als kapitalisatiefactor houdt verweerder 9,8 aan. Eiseres voert hier tegen aan dat bij de berekening daarvan door middel van de bottom-up methode een te laag leegstandsrisico is aangehouden.
In de berekening heeft verweerder een leegstandsrisico van 18 maanden aangehouden. De rechtbank acht dit voldoende, mede gelet op het feit dat tweede verdieping binnen vier maanden is verhuurd en de derde verdieping na ongeveer een jaar. Bovendien heeft de onroerende zaak een zeer gunstige ligging aan de rand van de binnenstad van Delft en vlakbij het station en heeft het een eigen parkeergarage.
De overige keuzes van de taxateur bij de berekening van de factor bestrijdt eiseres niet en ook overigens ziet de rechtbank geen aanleiding deze voor onjuist te houden.
De door verweerder aangehouden kapitalisatiefactor is daarom niet te hoog.
10. Los van de hiervoor beoordeelde onderbouwing door middel van de hwk-methode maakt verweerder naar het oordeel van de rechtbank met het verkoopcijfer van [straatnaam 2] [huisnummers] van € 1.421.500,- aannemelijk dat de waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld. Dit object is op 29 februari 2016 en dus vlakbij de waardepeildatum verkocht. Gelet hierop en gezien de goede vergelijkbaarheid wat ligging betreft, is dit object zeer geschikt om de waarde te onderbouwen. Dat [straatnaam 2] [huisnummers] van een ouder bouwjaar is, waar eiseres op wijst, maakt dit object niet ongeschikt als onderbouwing.
Gelet op het feit dat [straatnaam 2] [huisnummers] ongeveer 800 m² kleiner en van ouder bouwjaar is dan de onroerende zaak onderbouwt dit verkoopcijfer dat een waarde van € 2.020.000,- voor de onroerende zaak niet te hoog is.
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.