Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 maart 2019 in de zaken tussen
de Staatssecretaris van Defensie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
bewakings-/beveiligingsfuncties bij de Koninklijke Landmacht.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben burgerambtenaren van defensie, werkzaam in de beveiliging, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoeken om vervroegd dienstontslag op grond van de FLO-regeling (Functioneel Leeftijdsontslag). De primaire besluiten van de Staatssecretaris van Defensie, genomen op 11 en 21 december 2017 en 16 januari 2018, werden door de rechtbank beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de functies van de eisers niet onder de reikwijdte van artikel 119 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (Bard) (oud) en artikel 171a van het Bard vallen. De rechtbank stelde vast dat de eisers niet in aanmerking komen voor de FLO-regeling, omdat hun functies niet als substantieel bezwarend zijn aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris in redelijkheid tot deze conclusie heeft kunnen komen, en dat de eisers niet kunnen worden gelijkgesteld aan andere beveiligers die wel in aanmerking komen voor de regeling. De beroepen van de eisers werden ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan op 22 maart 2019 door een meervoudige kamer van de Rechtbank Rotterdam.