ECLI:NL:RBROT:2019:10863

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2019
Publicatiedatum
17 september 2020
Zaaknummer
575771 KG / ZA 19-545
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering schorsing concurrentiebeding in kort geding tussen concurrenten Saybolt en Amspec

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Saybolt Nederland B.V. en Amspec B.V. en Amspec Netherlands B.V. Saybolt vorderde de schorsing van het concurrentiebeding van twee ex-werknemers die overgestapt waren naar Amspec. De rechtbank oordeelde dat Saybolt een spoedeisend belang had bij handhaving van het concurrentiebeding, omdat de ex-werknemers bij Amspec vergelijkbare werkzaamheden zouden verrichten en er een reëel risico bestond dat zij vertrouwelijke informatie zouden delen. De rechtbank wees de vorderingen van Saybolt toe, waarbij de ex-werknemers werden verboden om gedurende een jaar na hun vertrek bij Saybolt in dienst te treden bij Amspec. Tevens werd Amspec verboden om deze ex-werknemers in dienst te nemen of hen te laten werken voor hun concurrentie. De rechtbank oordeelde dat de belangen van Saybolt zwaarder wogen dan de belangen van de ex-werknemers bij een vrije arbeidskeuze, vooral gezien het feit dat een aanzienlijk aantal werknemers van Saybolt recentelijk naar Amspec was overgestapt. De rechtbank legde ook dwangsommen op voor eventuele overtredingen van deze verboden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: 575771 KG / ZA 19-545
Vonnis in kort geding van 1 augustus 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SAYBOLT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Vlaardingen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaten mr. M. Rodríguez Escudero en mr. P. van Herk te Leiden,
tegen

1..[gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde sub 1 in conventie,
tevens eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. M. van Woerden,

2..[gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMSPEC B.V.,
gevestigd te Rozenburg,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AMSPEC Netherlands B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden sub 2, 3 en 4 in conventie,
advocaten mr. J.J. Margry en mr. M. IJkhout te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als Saybolt enerzijds en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] , [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] , Amspec en Amspec Netherlands. Amspec en Amspec Netherlands zullen gezamenlijk worden aangeduid als Amspec c.s. Gedaagden gezamenlijk zullen worden aangeduid als [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] c.s.

1..De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 juni 2019, met producties 1 t/m 85;
  • de bij akte overgelegde aanvullende producties 86 t/m 94 aan de zijde van Saybolt;
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie aan de zijde van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] , met producties 1 t/m 3;
  • de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] en Amspec c.s., met producties 1 t/m 64
  • de akte wijziging van eis aan de zijde van Saybolt, met aanvullende producties 95 en 96;
  • de bij faxbericht van 9 juli 2019 overgelegde aanvullende productie 65 aan de zijde van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] en Amspec c.s.;
  • de bij faxbericht van 10 juli 2019 overgelegde aanvullende producties 66 t.m 71 aan de zijde van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] en Amspec c.s.
1.2
Op 11 juli 2019 heeft de mondelinge behandeling van het kort geding plaatsgevonden. Aan de zijde van Saybolt zijn verschenen dhr. [naam persoon 1] , bijgestaan door beide advocaten van Saybolt. Aan de zijde van gedaagden zijn verschenen [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] in persoon, [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] in persoon, namens Amspec c.s. dhr. [naam persoon 2] , bijgestaan door de genoemde advocaten van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] c.s.
1.3
Aansluitend aan de mondelinge behandeling van de onderhavige procedure heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden in de kortgedingprocedure van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] tegen Saybolt met zaaknummer 7830879 VV EXPL 19-277. Aangezien de vordering in dit kort geding aan de zijde van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] gelijkluidend is aan zijn vordering in reconventie in het onderhavige geding, wordt al hetgeen in het kader van die procedure naar voren is gebracht, waaronder de overgelegde pleitnota van mr. Rodríguez Escudero, ook naar voren te zijn gebracht in deze procedure. Ter zitting hebben de advocaten van partijen een pleitnota overgelegd en voorgedragen. Voor het overige heeft de griffier aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is verhandeld.
1.3
Tot slot is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1
Saybolt is onderdeel van de Core Laboratories-groep (hierna: de CL-groep). De CL-groep is actief op het gebied van laboratoriumanalyses en inspecties van vloeistoffen en grondstoffen in de petroleum- en biofuel gerelateerde industrie en in de markt van vloeibare oliën en vetten. De CL-groep heeft wereldwijd vestigingen en laboratoria.
De tophoudstervennootschap van de CL-groep is Core Laboratories Inc. (hierna: CoreLab).
Saybolt is gespecialiseerd in kwaliteitsanalyses van olieproducten, (bio)brandstoffen, chemicaliën en gassen en het uitvoeren van inspecties om hoeveelheden vast te stellen en de kwaliteit gedurende transport te waarborgen. Bij Saybolt zijn ongeveer 350 personen werkzaam.
2.2
Amspec c.s. is onderdeel van de Amspec-groep. De Amspec-groep richt zich op de inspectie, analyse, meting en testing binnen de petroleum-, chemie- en gasindustrie. De Amspec-groep heeft wereldwijd vestigingen en laboratoria.
2.3
Saybolt en Amspec c.s. zijn concurrenten van elkaar. In 2017 en 2018 heeft Amspec een kantoor en laboratorium geopend in Rotterdam (Rozenburg) alsmede een kantoor in Amsterdam. Sindsdien zijn er 28 personen die werkzaam waren bij Saybolt, overgestapt naar Amspec c.s.
2.4
[gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] is op 1 juni 2007 in dienst getreden bij Saybolt in de functie van (quality) accountmanager. Op 23 maart 2012 heeft [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] van Saybolt een brief ontvangen waarin hem is medegedeeld dat hij met ingang van 1 april 2012 promoveert naar de functie van senior accountmanager quality en daarmee in salarisgroep 11 terechtkomt. Het laatstverdiende salaris van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] bedraagt € 4.581,09 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2.6
[gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] is op 19 november 1990 in dienst getreden bij Saybolt. Laatstelijk bekleedde hij de functie van senior accountmanager, tegen een salaris van € 4.810,97 bruto per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
2.7
In de arbeidsovereenkomsten van zowel [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] als [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)
art.4.Geheimhouding
art.4.1Werknemer erkent door ondertekening van deze arbeidsovereenkomst, dat hem door werkgevergeheimhoudingis opgelegd van alle bijzonderheden betreffende of verband houdende met het bedrijf van werkgever en diens (potentiële) klanten en andere relaties, alsmede die van de aan werkgever gelieerde ondernemingen.
art.4.2Het is de werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking, hetzij na beëindiging hiervan, op enigerlei wijze aan derden direct of indirect, in welke vorm dan ook en in welker voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige bijzonderheden de onderneming van werkgever of de aan hem gelieerde ondernemingen betreffende of daarmede verband houdende, dan wel over de daar werkzame personen, dan wel over de (potentiële) relaties van werkgever en/of over die van de aan werkgever gelieerde ondernemingen, een en ander op straffe van verbeurte aan werkgever van een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete ad € 2.500,-- voor iedere overtreding en € 125,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze overtreding voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van werkgever in plaats van deze boete volledige schadevergoeding te vorderen. Betaling van de boete ontslaat werknemer niet van de in de artikelen 4.1 en 4.2 genoemde verplichtingen. Partijen maken gebruik van de mogelijkheid van art. 7:650 lid 3 BW af te wijken en komen overeen dat voornoemde boete geheel ten goede zal komen aan werkgever.
(…)
art. 6.Concurrentiebeding/relatiebeding
art. 6.1Werknemer verbindt zich om zowel tijdens de overeenkomst als gedurende de periode van 1 (één) jaar na beëindiging daarvan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever binnen Nederland en de landen waarnaar of waarin werkgever en/of met werkgever gelieerde ondernemingen tijdens de arbeidsovereenkomst diensten verlenen, noch voor zichzelf noch voor anderen, in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn, direct of indirect, in of bij enige onderneming met activiteiten op een terrein, gelijk aan of anderszins concurrerend met dat van werkgever of de aan haar gelieerde ondernemingen, noch daarbij haar bemiddeling, in welke vorm dan ook, al dan niet tegen een betaling direct of indirect te verlenen.
art.6.2Het is werknemer verboden gedurende de arbeidsovereenkomst alsmede gedurende één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, op enigerlei wijze, direct of indirect, zakelijke contacten in de ruimste zin des woords te onderhouden met (potentiële) relaties van werkgever of die van de aan werkgever geleerde ondernemingen, ook indien het initiatief tot dit zakelijke contact uitgaat van deze klanten en relaties.
Potentiële relaties zijn in ieder geval, maar niet uitsluitend de relaties waarmee werkgever dan wel de aan werkgever gelieerde ondernemingen en/of werknemer gedurende het laatste jaar voorafgaand aan het einde van de overeenkomst op enigerlei wijze zakelijke contact heeft gehad, hetzij door middel van een prijsopgave of offerte, hetzij door middel van ander soort contact.
art. 6.3Indien werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel handelt, zal hij aan werkgever zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een boete verbeuren ten bedrage van € 5.000,-- alsmede een boete ten bedrage van € 250,-- voor elke dag of een gedeelte van een dag dat de overtreding na mededeling van de ontdekking daarvan door werkgever voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van werkgever in plaats van deze boete volledige schadevergoeding te vorderen. Betaling van de boete ontslaat de werknemer niet van de in art. 6.1 en 6.2 genoemde verplichtingen. Partijen maken gebruik van de mogelijkheid van art. 7: 650 lid 3 BW af te wijken en komen overeen dat voornoemde boete geheel ten goede zal komen aan werkgever.
(…)”
2.8
In juni 2018 heeft [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt opgezegd en te kennen gegeven met ingang van 1 september 2018 in dienst te willen treden bij Amspec. Saybolt heeft [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] zowel mondeling als, onder meer, bij brief van 27 juni 2018, laten weten hem te zullen houden aan het concurrentiebeding en de overige bedingen in zijn arbeidsovereenkomst. Saybolt is een hierop een kortgedingprocedure (zaaknummer C/10/555181 / KG ZA 18-822) gestart om de handhaving van de genoemde bedingen af te dwingen en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] heeft op zijn beurt de voorzieningenrechter gevraagd de werking van die bedingen te schorsen. Bij vonnis van 25 september 2018 heeft de voorzieningenrechter het concurrentiebeding met ingang van 1 mei 2019 geschorst. [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] is inmiddels per die datum in dienst getreden bij Amspec.
2.9
Ook tegen een tweetal andere ex-werknemers heeft Saybolt procedures gevoerd in het kader van de handhaving/schorsing van hun concurrentiebedingen. Het betreft de procedure met zaaknummer C/10/556626 / KG ZA 18-908 tegen [naam persoon 3] (hierna: [naam persoon 3] ), uit dienst getreden per 1 oktober 2018 waarvan de voorzieningenrechter, eveneens op 25 september 2018, heeft geoordeeld dat het concurrentiebeding voor de volledige duur daarvan zal worden gehandhaafd en de procedure tegen [naam persoon 4] (hierna: [naam persoon 4] ). Laatstgenoemde is tot 1 december 2017 in dienst van Saybolt geweest en zijn concurrentiebeding is door de kantonrechter op 13 december 2017 geschorst per 1 mei 2018. Beide personen zijn dienst getreden bij Amspec. Van de hiervoor genoemde vonnissen van 25 september 2018 is hoger beroep ingesteld.
2.1
In opdracht van Saybolt heeft Hoffmann Bedrijfsrecherche (hierna: Hoffmann) in de periode oktober 2018 tot maart 2019 onderzoek gedaan. Het doel van het onderzoek was om vast te stellen of [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] (in de periode dat hij nog gebonden was aan zijn concurrentiebeding, toevoeging voorzieningenrechter) daadwerkelijk voor Amspec werkte, of hij informatie lekte aan Amspec en/ of hij zich bedrijfskritische gegevens en/of zakelijke computerbestanden van Saybolt heeft toegeëigend. Hoffmann heeft uit onderzoek naar de zakelijke laptop van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] geconstateerd dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] een dag voordat hij zijn laptop bij Saybolt heeft ingeleverd, 14 mappen en 267 bestanden van die laptop heeft gekopieerd naar externe geheugendragers en daarnaast bestanden heeft verwijderd van zijn persoonlijke map op zijn laptop.

3..Het geschil in conventie

3.1
Na wijziging van eis vordert Saybolt – verkort weergegeven - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad om:
jegens [gedaagde sub 1]
I. [gedaagde sub 1] te veroordelen om zich gedurende één jaar na 1 mei 2019, aldus tot 1 mei 2020, te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met Amspec c.s. en/of aan haar gelieerde ondernemingen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde sub 1] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
II. [gedaagde sub 1] te veroordelen tot onverkorte nakoming van het concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding zoals opgenomen in respectievelijk artikel 6.1, artikel 6.2 en artikel 4.3 van de arbeidsovereenkomst, steeds op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde sub 1] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
jegens [gedaagde sub 2]
III. de bij vonnis van 25 september 2018 in de zaak met zaaknummer C/10/555181 / KG ZA 18-822 uitgesproken schorsing van het concurrentiebeding tussen [gedaagde sub 2] en Saybolt op te heffen en [gedaagde sub 2] te veroordelen tot onverkorte nakoming van het concurrentiebeding, zoals opgenomen in respectievelijk artikel 6.1 van de arbeidsovereenkomst, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde sub 2] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
IV. [gedaagde sub 2] te veroordelen om zich gedurende één jaar na 1 september 2019, aldus tot 1 september 2020, te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met Amspec c.s. en/of aan haar gelieerde ondernemingen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde sub 2] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen;
V. [gedaagde sub 2] te veroordelen tot afgifte van alle zakelijke bedrijfsgegevens en bedrijfsgeheimen van Saybolt, waaronder alle vertrouwelijke klantgegevens, blendsheets en vertrouwelijke financiële (klant)gegevens van Saybolt die hij nog in zijn bezit heeft, zowel in schriftelijke/fysieke als in digitale vorm, waaronder in elk geval afgifte van de in de bijlagen 4 en 5 van het rapport van Hoffmann (productie 14 bij dagvaarding) genoemde bedrijfsgegevens en de omschreven USB-sticks:
1. USB 2.0 Flash Disk USB Device met device serienummer [serienummer 1] ;
2. USB 2.0 Flash Disk met device serienummer [serienummer 2] ;
3. USB MEMORY BAR met (windows) device serienummer [serienummer 3] ;
VI. [gedaagde sub 2] te veroordelen om alle vertrouwelijke bedrijfsgegevens en bedrijfsgeheimen van alle overige digitale gegevensdragers van [gedaagde sub 2] , waaronder zijn privécomputer, laptop, iPad etc. binnen 48 uur na betekening van dit vonnis te laten verwijderen door een onafhankelijke forensisch accountant onder afgifte van een schriftelijke bevestiging van de verwijdering van die accountant met een omschrijving van de verwijderde gegevens;
VII. [gedaagde sub 2] te verbieden om op enig moment en op welke wijze dan ook gebruik te maken van vertrouwelijke zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt en/of die openbaar te maken;
VIII. [gedaagde sub 2] te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere keer en € 10.000,- voor iedere dag dat [gedaagde sub 2] in gebreke blijft te voldoen aan het onder V t/m VII gevorderde;
IX. [gedaagde sub 2] te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van € 15.000,- aan Saybolt op grond van artikel 8 Wbb, te voldoen binnen 48 na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf dat moment tot de dag der algehele voldoening;
jegens Amspec c.s.
X. Amspec c.s. te veroordelen om zich tot 1 mei 2020, te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met [gedaagde sub 1] , althans zich te onthouden van het door [gedaagde sub 1] direct of indirect laten verrichten van werkzaamheden, in welke zin dan ook, voor of in opdracht van Amspec en/of aan haar gelieerde ondernemingen;
XI. Amspec c.s. te verbieden om gedurende enig moment [gedaagde sub 1] op enigerlei wijze aan Amspec c.s. en/of aan haar gelieerde ondernemingen, en/of aan derden, in welke vorm dan ook, enige mededelingen te laten doen over of aangaande bijzonderheden met betrekking tot, of verband houdende met Saybolt en/of met de aan haar gelieerde ondernemingen;
XII. Amspec c.s. te veroordelen om zich tot 1 september 2019, te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met [gedaagde sub 2] , althans zich te onthouden van het door [gedaagde sub 2] direct of indirect laten verrichten van werkzaamheden, in welke zin dan ook, voor of in opdracht van Amspec c.s. en/of aan haar gelieerde ondernemingen;
XIII. Amspec c.s. te veroordelen om zich van 1 september 2019 tot 1 september 2020 te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst, althans zich te onthouden van het door [gedaagde sub 2] te laten verrichten van werkzaamheden in welke zin dan ook;
XIV. Amspec c.s. te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 100.000,- per overtreding en van € 10.000,- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Amspec en/of Amspec Netherlands na betekening van het vonnis in gebreke blijft te voldoen aan het onder X. t/m XIII. gevorderde, dan wel een zodanig bedrag als de voorzieningenrechter in redelijkheid juist acht;
XV. Amspec c.s. te verbieden om vertrouwelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt, die Amspec c.s. op onrechtmatige wijze heeft verkregen, zonder toestemming van Saybolt te gebruiken of openbaar te maken;
XVI. Amspec c.s. te verbieden om zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt die in het bezit komen of zijn van Amspec c.s. en waarvan zij wist dat wel gezien de omstandigheden had moeten weten dat die gegevens werden verkregen van een (rechts)persoon die die gegevens op onrechtmatige wijze gebruiken of openbaar maken, te gebruiken of openbaar te maken;
XVII. Amspec c.s. te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 100.000,- per overtreding en van € 15.000,- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Amspec en/of Amspec Netherlands na betekening van het vonnis in gebreke blijft te voldoen aan het onder XV. en XVI. gevorderde, dan wel een zodanig bedrag als de voorzieningenrechter in redelijkheid juist acht;
XVIII. Amspec c.s. te verbieden om (ex-)werknemers van Saybolt die gebonden zijn aan een concurrentiebeding, financiële faciliteiten en/of overige faciliteiten, zoals bijvoorbeeld vergoedingen, toelagen en/of een leaseauto toe te kennen gedurende of in het kader van hun concurrentiebeding met Saybolt;
jegens Amspec Netherlands
XIX. Amspec Netherlands te verbieden om [gedaagde sub 1] en/of andere ex-werknemers van Saybolt die gebonden zijn aan een relatiebeding, namens en/of voor haar, zaken te laten doen of zakelijke contacten te laten onderhouden met klanten en/of relaties van Saybolt gedurende de werking van het betreffende relatiebeding, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Amspec Netherlands hiermee, na betekening van het vonnis, in gebreke blijft;
ten aanzien van de proceskosten
primair Amspec c.s. hoofdelijk te veroordelen in de reële kosten van deze procedure, tot op heden begroot op een bedrag van € 83.590,24, te vermeerderen met nakosten;
subsidiair om [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen in het kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten.
3.2
[gedaagde sub 1] c.s. heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..Het geschil in reconventie

4.1
[eiser sub 1] vordert primair bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad om de werking van het concurrentiebeding te schorsen tot het moment waarop de uitspraak in een eventuele bodemprocedure in kracht van gewijsde is gegaan en om Saybolt te veroordelen tot het betalen van een bedrag van € 8.167,- bruto per maand vanaf 1 mei 2019 tot de dag dat in deze procedure vonnis is gewezen.
4.2
Subsidiair vordert [eiser sub 1] om de boete zoals opgenomen in artikel 6 lid 3 van de arbeidsovereenkomst te schorsen tot nihil en meer subsidiair vordert [eiser sub 1] om Saybolt te veroordelen om een bedrag van € 8.167,- bruto per maand aan [eiser sub 1] te voldoen voor zolang het concurrentie geldt, één en ander met veroordeling van Saybolt in de kosten van de procedure.
4.3
Saybolt voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5..De beoordeling

Ten aanzien van het geschil tussen Saybolt en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie]

5.1
Tussen [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] en Saybolt is in geschil of het overeengekomen concurrentiebeding moet worden gehandhaafd dan wel dient te worden geschorst vooruitlopend op een eventueel te voeren bodemprocedure. Vooropgesteld wordt dat de geldigheid van de bedingen alsmede de inhoud daarvan als zodanig niet ter discussie staat.
5.2
Partijen hebben wederzijds aangevoerd dat het spoedeisend belang bij de wederpartij ontbreekt. Aan beide zijden wordt dit verweer verworpen. Aan de zijde van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] heeft in dat kader te gelden dat hij er belang om zo snel mogelijk duidelijkheid te verkrijgen over het moment dat hij vrij is in zijn keuze om elders in dienst te treden. Dat hij op dit moment geen financieel nadeel heeft omdat Amspec hem compenseert voor het verlies aan inkomen, doet daaraan niet af. Ook het spoedeisend belang aan de zijde van Saybolt is evident. [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] heeft verzocht om schorsing van zijn concurrentiebeding en aangegeven zo snel mogelijk in dienst te willen treden bij een concurrent van Saybolt. Ondanks zijn mededeling dat hij de bedingen zal respecteren, is die wens er nog steeds, getuige de eis in reconventie. Deze omstandigheid is reeds voldoende om aan te nemen dat Saybolt een spoedeisend belang heeft om aan haar zijde eveneens meer duidelijkheid te verkrijgen over de geldigheid van het overeengekomen beding.
5.3
De arbeidsovereenkomst tussen Saybolt en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] is vóór 1 januari 2015 tot stand gekomen. Op grond van de Overgangsbepaling XXIIc van de Wet Werk en Zekerheid is artikel 7:653 (oud) BW van toepassing zoals dat vóór 1 januari 2015 luidde. Beoordeeld moet worden of de bodemrechter het concurrentiebeding conform artikel 7:653 lid 2 BW (oud) geheel of gedeeltelijk zal vernietigen op de grond dat, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. Daarom dient op basis van alle relevante omstandigheden van het geval een afweging te worden gemaakt tussen de belangen van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] bij schorsing van het beding en de belangen van Saybolt bij onverkorte handhaving daarvan.
5.4
Het belang van Saybolt bij handhaving van het concurrentiebeding, is evident. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever beschermen. Hoewel aan [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] kan worden toegegeven dat de enkele indiensttreding bij een concurrent niet hoeft te betekenen dat de ex-werkgever daarmee concurrentie wordt aangedaan, is de vrees voor concurrentie in dit geval gegrond. Het staat buiten kijf dat het de bedoeling is dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] bij Amspec c.s., een directe concurrent van Saybolt, vergelijkbare werkzaamheden gaat uitoefenen als de werkzaamheden die hij tot voor kort heeft verricht bij Saybolt. Die werkzaamheden bestaan onder andere uit het onderhouden van contacten met een aantal (grote) klanten/relaties van Saybolt op het gebied van stookolie (Fuel Oil), waarbij [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] beschikt over specialistische kennis en gegevens van die klanten/relaties. Dat hij die kennis en vaardigheden deelt of deelde met collega accountmanagers bij Saybolt doet daaraan niet af, te meer nu een groot deel van die collega’s reeds de overstap heeft gemaakt naar dezelfde concurrent. Het belang van Saybolt bij handhaving van het concurrentiebeding van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] wordt daarmee alleen maar groter. Zeker als daarbij in aanmerking wordt genomen dat is vast komen te staan dat de markt van Fuel Oil waarin [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] werkt een kleine wereld is en het aanbod van ervaren, gekwalificeerd personeel dus beperkt is.
5.5
Tegenover het belang van Saybolt staat het algemene, maar eveneens evidente belang van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] , te weten het belang niet te worden beperkt in zijn recht op een vrije arbeidskeuze. [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] heeft in dat kader gesteld dat hij wordt beperkt in zijn doorgroeimogelijkheden indien hij zou worden gehouden aan zijn concurrentiebeding omdat hij bij Amspec c.s. een betere positie zou krijgen, betere doorgroeimogelijkheden heeft en betere arbeidsvoorwaarden. Deze stelling van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] houdt geen stand. Weliswaar is aannemelijk geworden dat hij bij Amspec c.s. een aanzienlijke salarisverhoging tegemoet kan zien, maar die salarisverhoging is op zichzelf onvoldoende om te kunnen concluderen dat sprake is van een aanzienlijke positieverbetering. Hoewel door [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] bestreden, is, getuige de als productie 28 bij dagvaarding overgelegde brief, vast komen te staan dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] bij Saybolt werkzaam was als senior accountmanager (quality), dezelfde functie die hij bij Amspec c.s. gaat vervullen. De stelling van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] dat hij bij Amspec c.s. meer verantwoordelijkheden zou dragen ten opzichte van zijn teamgenoten, is door hem niet geconcretiseerd en onderbouwd. Hetzelfde geldt voor de door [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] gestelde doorgroeimogelijkheden die hij bij Amspec c.s. zou hebben.
5.6
Tot slot is relevant dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] zelf het initiatief heeft genomen om zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt te beëindigen met het specifieke doel om aansluitend in dienst te treden bij Amspec c.s., terwijl hij wist dat reeds meerdere werknemers van Saybolt de overstap naar Amspec hadden gemaakt en dat Saybolt die werknemers steevast hield aan hun concurrentie, relatie- en geheimhoudingsbeding.
5.7
De voormelde belangen van Saybolt enerzijds en die van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] anderzijds afwegend, acht de voorzieningenrechter het niet waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] onbillijk wordt benadeeld door het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding (artikel 6.1 van de arbeidsovereenkomst). De vorderingen van Saybolt om [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] te verbieden om tot 1 mei 2020 in dienst te treden van Amspec c.s. en om het concurrentiebeding, relatiebeding geheimhoudingsbeding onverkort na te komen, zullen dan ook worden toegewezen en de reconventionele vordering van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] om het concurrentiebeding te schorsen zal worden afgewezen.
5.8
Ook de subsidiaire vordering in reconventie om de boete zoals opgenomen in artikel 6 lid 3 van de arbeidsovereenkomst te matigen tot nihil, zal worden afgewezen. Het toewijzen van deze vordering zou het gebod tot onverkorte nakoming immers krachteloos maken. Anderzijds ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om jegens [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] hogere dwangsom op te leggen dan het in artikel 6.3 van de arbeidsovereenkomst opgenomen boetebeding. Het feit dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] heeft aangegeven dat hij zoveel eerder als mogelijk in dienst wenst te treden van Amspec c.s. brengt nog niet met zich mee dat de omvang van het boetebeding niet afschrikwekkend genoeg is om hem daarvan te weerhouden. De dwangsom op overtreding van de beperkende bedingen zal dan ook worden gematigd tot een bedrag van € 5.000,- per overtreding en € 250,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt.
5.9
Er is tot slot geen reden om aan [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] in reconventie een vergoeding in de zin van artikel 7:653 lid 4 BW (oud) toe te kennen. Saybolt heeft gemotiveerd betwist dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] gedurende de duur van het concurrentiebeding nergens anders zou kunnen werken. [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] heeft overigens ook niet gesteld dat te hebben geprobeerd of dat te zullen proberen. Bovendien heeft [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] ter zitting toegegeven dat hij tot op heden maandelijks een flinke financiële vergoeding van Amspec c.s. ontvangt om te voorzien in de kosten van zijn levensonderhoud, zodat niet valt in te zien voor welk financieel nadeel Saybolt hem nog zou moeten compenseren.
Ten aanzien van het geschil tussen Saybolt en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie]
5.1
Het geschil tussen Saybolt en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] komt in de kern neer op een voortzetting van het geschil waarop de voorzieningenrechter op 25 september 2018 heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft in die zaak geoordeeld dat een schorsing van het concurrentiebeding van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] met ingang van 1 mei 2019, aldus na ommekomst van 8 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst, in de rede lag. Ondanks dat het hoger beroep van deze procedure nog loopt, wenst Saybolt een heroverweging van de beslissing van de voorzieningenrechter op grond van nieuwe feiten. De nieuwe feiten bestaan uit het door [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] verwijderen van bestanden van zijn zakelijke laptop en het kopiëren van bestanden naar externe geheugendragers, zoals omschreven onder alinea 2.10.
5.11
Vooropgesteld wordt dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] de gedragingen die Saybolt hem verwijt, niet ontkent. De inhoud van de bijlage bij het rapport van Hoffmann, waarin de bestandsnamen zijn vermeld, en waarover Saybolt heeft gesteld dat het in ieder geval gedeeltelijk om zeer vertrouwelijke documenten en bestanden gaat, heeft [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] evenmin bestreden. Dat gedrag is zeer kwalijk te noemen. Dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] zich bewust is van de ernst van deze gedragingen is niet gebleken. Ter zitting heeft hij zich op de vlakte gehouden ten aanzien van zijn beweegredenen en de precieze inhoud van die bestanden. Dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] de externe geheugendragers vervolgens zonder overleg met en/of toestemming van Saybolt heeft laten vernietigen, valt hem eveneens te verwijten. Gelet op de mogelijke inhoud van de gekopieerde bestanden had Saybolt er alle belang bij om onderzoek te doen naar de exacte inhoud daarvan. Vaststaat dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] één van de USB-sticks die door Hoffmann in haar rapport zijn genoemd (Sony Storage Media USB Device, met Device-ID [serienummer 4] ) fysiek heeft laten vernietigen. [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] heeft nog een tweetal USB-sticks laten vernietigen, maar daarvan kon het ID-nummer kennelijk niet worden achterhaald. Door de USB-stick(s) te laten vernietigen heeft [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] het Saybolt onmogelijk gemaakt om verder onderzoek te verrichten en daarmee vast te stellen over welke informatie [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] na zijn uitdiensttreding nog beschikte.
5.12
Hoewel aannemelijk is dat de voorzieningenrechter in de eerste kortgedingprocedure deze informatie in het nadeel van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] zou hebben meegewogen in de beslissing om al dan niet over te gaan tot schorsing van het concurrentiebeding, zal de vordering van Saybolt in de onderhavige procedure toch worden afgewezen. Daartoe is allereerst redengevend dat de schorsing inmiddels is ingegaan en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] dus sinds twee maanden in dienst is van Amspec De werkzaamheden die hij heeft verricht en de kennis die hij mogelijk heeft gedeeld kunnen niet ongedaan gemaakt worden door de uitgesproken schorsing op te heffen. In dat kader is tevens van belang dat werking van het concurrentiebeding sowieso op 1 september 2019, zijnde over één maand, eindigt. Tot slot speelt een rol dat deze kwestie deel uit maakt van de discussie in het lopende hoger beroep en het Hof mogelijk voor de voeten wordt gelopen door een van het eerste geding afwijkende beslissing in dit kort geding.
5.13
De vordering van Saybolt om [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] te verbieden om ook na afloop van zijn concurrentiebeding in dienst te treden bij Amspec c.s. wordt eveneens afgewezen, nu deze vordering in de kern neerkomt op een verlenging van het concurrentiebeding. Voor die vordering is geen wettelijke grondslag, ook niet in het geval dat vast zou staan dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] jegens Saybolt onrechtmatig gehandeld heeft.
5.14
Saybolt heeft een aantal vorderingen jegens [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] ingesteld die verband houden met de gekopieerde en verwijderde gegevens. Kort gezegd betreffen die vorderingen het afgeven van zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen en/of de resterende USB-sticks zoals genoemd in het rapport van Hoffmann, een gebod om dergelijke gegevens te laten verwijderen van andere (privé) gegevensdragers en een verbod op dergelijke gegevens te gebruiken en/of openbaar te maken, één en ander op straffe van een dwangsom. [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat hij geen gegevens meer in zijn bezit heeft. Hoewel dat standpunt in deze procedure niet verifieerbaar is, is wel aannemelijk dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] in ieder geval één USB-stick met informatie heeft laten vernietigen. Als gevolg daarvan is in dit kort geding onvoldoende aannemelijk en onvoldoende concreet over welke gegevens [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] thans nog beschikt. Deze procedure leent zich niet voor een diepgravend onderzoek te dien aanzien. Als gevolg daarvan zullen de vorderingen om zakelijke gegevens af te geven en te vernietigen op straffe van een dwangsom worden afgewezen. Deze veroordelingen zijn simpelweg niet te executeren, omdat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] hieraan niet kan voldoen indien hij niet meer beschikt over enige gegevens. Dat is anders ten aanzien van het verbod om zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen te gebruiken of openbaar te maken. Als gezegd is vast komen te staan dat [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] op enig moment heeft beschikt over dergelijke informatie. Indien hij van deze informatie, mocht hij daar nog over beschikken, actief gebruik maakt of de informatie openbaar maakt, is dit wel verifieerbaar. Deze vordering zal dan ook, inclusief de in dat verband gevorderde dwangsom, worden toegewezen.
5.15
Tot slot zal de vordering tegen [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] om hem te veroordelen tot het betalen van een bedrag van € 15.000,- aan schadevergoeding als gevolg van het overtreden van de Wet Bescherming Bedrijfsgegevens worden afgewezen. Deze vordering is door Saybolt onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de aard van de procedure. De enkele stelling dat Saybolt € 15.000,- aan (morele) schade heeft geleden, is onvoldoende concreet om daarop vooruitlopend een voorschot op schadevergoeding te kunnen toewijzen.
Ten aanzien van het geschil tussen Saybolt en Amspec c.s.
5.16
De vorderingen van Saybolt tegen Amspec c.s. zijn in feite de spiegelbeeldige vorderingen van de vorderingen van Saybolt tegen [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] . Saybolt heeft kort gezegd aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat sprake is van (dreigend) onrechtmatig handelen aan de zijde van Amspec c.s. De vraag die beantwoord dient te worden, is of Amspec c.s. onrechtmatig jegens Saybolt handelt of dreigt te handelen door te profiteren van het onrechtmatig handelen van één of meerdere ex-werknemers van Saybolt. De voorzieningenrechter stelt in dit kader voorop dat het in dienst nemen van een persoon die is gebonden aan een concurrentiebeding op zichzelf jegens die derde niet onrechtmatig is. Van onrechtmatigheid is pas sprake indien die aangesproken partij weet of behoort te weten dat zijn wederpartij door het sluiten van de desbetreffende overeenkomst, kort gezegd, wanprestatie pleegt jegens een derde, en bovendien sprake is van bijkomende omstandigheden (vgl. HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:740 en HR 17 mei 1985, ECLI:NL:HR:1985:AG5024).
5.17
Dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] , evenals een aantal andere ex-werknemers van Saybolt, zijn gebonden aan een concurrentiebeding is een gegeven. Voorts staat niet ter discussie dat Amspec c.s. op de hoogte is van die bedingen. Dat [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] zijn concurrentiebeding overtreden heeft, is evenwel niet gebleken. Er is tussen Saybolt en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] weliswaar wat discussie over de precieze mededelingen van [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] in verband met zijn vertrek, maar dat hij uiteindelijk in strijd met zijn concurrentiebeding reeds werkzaamheden verricht voor Amspec c.s. is niet aannemelijk geworden. Dat hij dat wel zou willen omdat hij immers schorsing van zijn concurrentiebeding vraagt, maakt het voorgaande niet anders.
5.18
De procedure van Saybolt tegen [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] kan echter niet los worden gezien van de overige procedures van Saybolt tegen ex-werknemers en met name tegen Amspec c.s. Vastgesteld kan worden dat Amspec c.s., een directe concurrent van Saybolt, in een relatief korte periode bijna 10% van het personeelsbestand van Saybolt heeft overgenomen, waarbij een deel van het personeel gebonden was/is aan een concurrentiebeding. Een aantal werknemers heeft zijn concurrentiebeding/relatiebeding daadwerkelijk overtreden. Het gaat dan onder meer om [naam persoon 4] , waarvan de kantonrechter op 13 december 2017 heeft geoordeeld dat hij zijn concurrentiebeding heeft overtreden. Daarnaast volgt uit de door [naam persoon 5] , eveneens inmiddels ex-werknemer van Saybolt, ondertekende verklaring dat [naam persoon 4] nota bene in de periode vlak na het wijzen van genoemd vonnis contact heeft gezocht met [naam persoon 5] en andere werknemers van Saybolt om hen te bewegen over te stappen naar Amspec c.s. Daaraan doet niet af dat [naam persoon 4] op dat moment nog geen werkzaamheden voor Amspec c.s. verrichtte. [naam persoon 4] was niet langer in dienst van Saybolt en diende zich te houden aan het voor hem geldende concurrentiebeding. Bovendien had [naam persoon 4] op dat moment wel al een arbeidsovereenkomst gesloten met Amspec c.s., en verkeerde hij op dat moment dus al – met name gelet op maandelijkse brutovergoeding die hij ontving tot aan de ingangsdatum van de werkzaamheden – in een van Amspec c.s. afhankelijke positie.
5.19
In de eerder gevoerde procedure tegen [naam persoon 3] heeft de voorzieningenrechter terecht overwogen dat ook hij het niet zo nauw lijkt te nemen met zijn beperkende bedingen. Met name uit de als productie 65 overgelegde e-mailberichten blijkt dat hij actief contact wilde blijven houden met klanten en relaties van Saybolt, terwijl hij op dat moment reeds een arbeidsovereenkomst had ondertekend met Amspec. Tot slot zijn er de gedragingen van [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] met betrekking tot het kopiëren en verwijderen van bedrijfsgevoelige informatie van Saybolt, welke gedragingen zonder meer als onrechtmatig kunnen worden aangemerkt, of die informatie met Amspec c.s. is gedeeld of niet.
5.2
De betrokkenheid van Ampec c.s. bij het handelen van ex-werknemers van Saybolt is niet zozeer gelegen in het aansporen tot en/of het goedkeuren van de hiervoor omschreven overtredingen, maar haar algemene betrokkenheid bij het werven van personeel van Saybolt. Amspec biedt bij Saybolt werkzame personen met veel kennis er ervaring van de markt aanzienlijke salarisverhogingen en faciliteert dat de tussen die personen en Saybolt geldende concurrentiebedingen geen doel meer dienen, door de betreffende toekomstige werknemers een riant bedrag te betalen als ‘vergoeding voor kosten van levensonderhoud’. De stelling van Amspec c.s. dat alle werknemers die voorheen bij Saybolt werkten en gebonden waren of zijn aan een concurrentiebeding op eigen initiatief bij Amspec c.s. hebben aangeklopt, is weinig geloofwaardig in het licht van het ontbreken van informatie over vacatures die open hebben gestaan en/of concrete sollicitatierondes die zouden hebben plaatsgevonden. Ook de stelling van Amspec c.s. dat werknemers van de vier grote laboratorium- en inspectiebedrijven
voortdurend(onderstreping voorzieningenrechter) switchen tussen die bedrijven, wordt verworpen, gelet op de gemotiveerde weerspreking daarvan door Saybolt zoals volgt uit productie 10 bij dagvaarding.
5.21
De relevante bijkomende omstandigheden worden gevormd door het feit dat Amspec c.s. inmiddels vrijwel de gehele minerale desk van Saybolt, waar zowel [naam persoon 4] , als [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] werkzaam waren, heeft overgenomen. Het is de individuele werknemers op zichzelf niet verboden om, met inachtneming van hun concurrentiebeperkende bedingen, over te stappen naar een concurrent, maar door zoveel accountmanagers van één team, die bovendien beschikken over een flink wat ervaring en contacten met en kennis van klanten, in een hele korte tijd over te nemen, heeft Saybolt zich terecht op het standpunt gesteld dat zij vreest voor aantasting van haar bedrijfsdebiet. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat het voldoende aannemelijk is geworden dat Amspec c.s. door haar handelwijze profiteert van de wanprestatie van ex-werknemers van Saybolt die gebonden zijn of waren aan een concurrentiebeding. Gelet op de hiervoor omschreven gedragingen van onder andere [naam persoon 4] , [naam persoon 3] en [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] is duidelijk dat de concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbedingen van de (ex-)werknemers van Saybolt onvoldoende bescherming bieden tegen de handelwijze van Amspec c.s. Saybolt heeft er daarom een gerechtvaardigd belang bij dat niet alleen die werknemers, maar ook Amspec c.s. de concurrentiebeperkende bedingen respecteert. Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van Saybolt tegen Amspec c.s. op de hierna te vermelden wijze worden toegewezen.
5.22
De vordering zoals hierboven vermeld onder X. zal worden toegewezen, evenals de daaraan gekoppelde dwangsom. Deze vordering betreft het verbod om [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] te werk te stellen gedurende de duur van zijn concurrentiebeding. De dwangsom zal worden gemaximeerd.
5.23
De vordering zoals hierboven onder XII. en XIII. vermeld, alsmede de daaraan gekoppelde dwangsommen zullen worden afgewezen, nu de (spiegelbeeldige) vorderingen op dit punt jegens [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] ook worden afgewezen.
5.23
De vordering zoals hierboven onder XI. vermeld, zal worden afgewezen, nu de vordering onvoldoende bepaalbaar is.
5.24
De vorderingen zoals hierboven vermeld onder XV., XVI. en XVII. zullen worden toegewezen zoals gevorderd, met dien verstande dat de gevraagde dwangsom zal worden gemaximeerd.
5.25
De vordering onder XVIII. zal worden afgewezen, nu een dergelijk verbod naar het oordeel de voorzieningenrechter een te grote inbreuk is op het recht op een vrije arbeidskeuze. De concurrentiebeperkende bedingen waar de ex-werknemers van Saybolt zich aan dienen te houden en waarvan reeds is of thans wordt geoordeeld dat ook Amspec c.s. die dient te respecteren, zullen naar verwachting afdoende zijn om deze ex-werknemers en Amspec c.s. te weerhouden van overtreding van die bedingen.
5.26
De vordering onder XIX. betreft een verbod voor Amspec Netherlands om [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] en/of andere (ex-)werknemers voor zover zij gebonden zijn aan een relatiebeding, direct of indirect zakelijke contacten te laten onderhouden met klanten en/of relaties van Saybolt gedurende de werking van het betreffende relatiebeding. Deze vordering is in de eerdere procedure tegen [gedaagde sub 2 in conventie/ eiser sub 2 in reconventie] reeds toegewezen ten aanzien van Amspec Hoewel Amspec c.s. betwist dat er verwarring bestaat over welke van de twee vennootschappen als werkgever moet worden gezien, heeft Saybolt er belang bij dat een dergelijk verbod niet wordt omzeild via moeder- of dochtervennootschappen. Deze vordering zal worden toegewezen, alsmede de daarop gestelde (gemaximeerde) dwangsom.
Proceskosten
5.27
Omdat Saybolt in de hoofdlijnen in het gelijk is gesteld en [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] c.s. daarmee overwegend in het ongelijk, zal [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] c.s. in conventie worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De primaire vordering ten aanzien van de proceskosten van Saybolt om Amspec c.s. in de reële proceskosten te veroordelen zal worden afgewezen. Saybolt heeft in dit verband aangevoerd, zo begrijpt de voorzieningenrechter, dat de advocaten van Amspec c.s. bewust een foutieve productie in het geding hebben gebracht. Ten eerste is de uitleg die mr. Margry op dit punt heeft gegeven plausibel en gaat de voorzieningenrechter niet uit van een bewuste poging om hem te misleiden. Ten tweede is de inhoud van de betreffende productie in deze procedure weinig relevant en ieder geval niet van betekenis voor de genomen beslissingen. De kosten van Saybolt zullen daarom zoals gebruikelijk conform het liquidatietarief worden begroot op in totaal € 1.700,83 waarvan € 81,83 aan dagvaardingskosten, € 639,- aan griffierecht en € 980,- aan salaris advocaat.
5.28
In reconventie zal [gedaagde sub 1 in conventie/ eiser sub 1 in reconventie] als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van Saybolt. Nu de mondelinge behandeling gelijktijdig heeft plaatsgevonden met de mondelinge behandeling in conventie en geen afzonderlijke conclusie van antwoord in reconventie is genomen, worden de kosten in reconventie begroot op nihil.

6..De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
jegens [gedaagde sub 1]
6.1
veroordeelt [gedaagde sub 1] om zich gedurende één jaar na 1 mei 2019, aldus tot 1 mei 2020 te onthouden van het aangaan van en/of het uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met Amspec c.s. en/of aan haar gelieerde ondernemingen;
6.2
veroordeelt [gedaagde sub 1] tot onverkorte nakoming van het concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding, zoals opgenomen in de artikelen 6.1, 6.2 en 4.3 van de arbeidsovereenkomst;
6.3
veroordeelt [gedaagde sub 1] om aan Saybolt een dwangsom te betalen van € 5.000,- voor iedere overtreding van de hiervoor in 6.1. en/of 6.2. uitgesproken veroordeling en een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde sub 2] in gebreke blijft aan iedere veroordeling te voldoen;
jegens [gedaagde sub 2]
6.4
verbiedt [gedaagde sub 2] om op enig moment en op welke wijze dan ook gebruik te maken van vertrouwelijke zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt en/of die openbaar te maken op straffe van een dwangsom van € 50.000,- voor iedere overtreding en € 10.000,- voor iedere dag dat [gedaagde sub 2] hiermee, na betekening van dit vonnis, in gebreke blijft;
jegens Amspec c.s.
6.5
veroordeelt Amspec c.s. om zich tot 1 mei 2020, te onthouden van het aangaan van en/of uitvoering geven aan een arbeidsovereenkomst met [gedaagde sub 1] , althans zich te onthouden van het door [gedaagde sub 1] direct of indirect laten verrichten van werkzaamheden, in welke zin dan ook, voor of in opdracht van Amspec en/of aan haar gelieerde ondernemingen, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per overtreding en van € 10.000,- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Amspec en/of Amspec Netherlands na betekening van het vonnis in gebreke blijft hieraan te voldoen, tot een maximum van € 250.000,- (per veroordeling) is bereikt;
6.6
verbiedt Amspec c.s. vertrouwelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt, die Amspec c.s. op onrechtmatige wijze heeft verkregen, zonder toestemming van Saybolt te gebruiken of openbaar te maken;
6.7
verbiedt Amspec c.s. om zakelijke gegevens en/of bedrijfsgeheimen van Saybolt die in het bezit komen of zijn van Amspec c.s. en waarvan zij wist dat wel gezien de omstandigheden had moeten weten dat die gegevens werden verkregen van een (rechts)persoon die die gegevens op onrechtmatige wijze gebruiken of openbaar maken, te gebruiken of openbaar te maken;
6.8
veroordeelt Amspec c.s. tot het betalen van een dwangsom van € 100.000,- per overtreding en van € 15.000,- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat Amspec en/of Amspec Netherlands na betekening van het vonnis in gebreke blijft te voldoen aan de onder 6.6 en 6.7 genoemde veroordelingen, tot een maximumdwangsom van € 1.000.000,- (per veroordeling) is bereikt;
jegens Amspec Netherlands
6.9
verbiedt Amspec Netherlands om [gedaagde sub 1] en/of andere ex-werknemers van Saybolt die gebonden zijn aan een relatiebeding, namens en/of voor haar, zaken te laten doen of zakelijke contacten te laten onderhouden met klanten en/of relaties van Saybolt gedurende de werking van het betreffende relatiebeding, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- voor iedere overtreding en een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Amspec Netherlands hiermee, na betekening van het vonnis, in gebreke blijft tot een maximumdwangsom van € 1.000.000,- (per veroordeling) is bereikt;
jegens [gedaagde sub 1] c.s.
6.1
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk, des dat de één betalend, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Saybolt begroot op € 1.700,83 waarvan € 81,83 aan dagvaardingskosten, € 639,- aan griffierecht en € 980,- aan salaris advocaat.
6.11
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.12
wijst de vordering af
6.13
veroordeelt [eiser sub 1] in de kosten van de procedure, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 1 austustus 2019.
3144/676