Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
- In het kasboek zijn verschillende onregelmatigheden geconstateerd, waarbij ondermeer bepaalde boekingen niet zijn ingeboekt en bedragen missen;
- Voort zijn er verschillende auto’s verkocht aan de sloop, maar zijn de verkregen bedragen hiervoor ad € 150,00 per auto niet opgegeven in het kasboek.
- In het kasboek zijn verschillende onregelmatigheden geconstateerd, waarbij verschillende inkomsten niet in de boekhouding en met name het kasboek waren weergegeven ondanks dat dit bijgewerkt was, waaronder zelfs een contante betaling waar ik bij aanwezig was;
- Voorts zijn er verschillende auto’s verkocht aan sloopbedrijven, maar niet opgegeven in het kasboek, waarbij de gelden wel moeten zijn toegeëigend;
- Ook is er een melding gekomen dat u geld wou rekenen aan [naam 3] voor diensten terwijl er geen werkzaamheden verricht waren en wij door Rijkswaterstaat betaald worden voor de diensten;
- Tevens zijn er spullen meegenomen na het gesprek van afgelopen maandag, waarvan ik de boekingen gisteren heb kunnen herleiden naar betalingen via de kas.
3.De verzoeken en de grondslag daarvan
primairop het verkrijgen van een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een vergoeding voor opgebouwde en niet genoten vakantiedagen.
Subsidiairricht het verzoek zich op vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van loon. Z
owel primair als subsidiairverzoekt [verzoeker] [verweerster] te veroordelen tot betaling van het achterstallige loon tot en met 8 augustus 2019, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2019, de buitengerechtelijke incassokosten, afgifte van zijn revi- en bergingsdiploma en de proceskosten.
4.Het verweer en het zelfstandig tegenverzoek van [verweerster]
5.De beoordeling
primairneerlegt bij het ontslag op staande voet van 9 augustus 2019 zodat wordt toegekomen aan de beoordeling van de verzoeken van [verzoeker] tot toekenning van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en billijke vergoeding. In dat kader dient beoordeeld te worden of [verweerster] op juiste gronden [verzoeker] op staande voet heeft ontslagen en of er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verzoeker] . Aan de beoordeling van het
subsidiaire verzoekvan [verzoeker] (vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling salaris) wordt niet toegekomen als het primaire verzoek wordt toegewezen. In het geval het primaire verzoek wordt afgewezen en er dus sprake is van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet, zal het subsidiaire verzoek worden afgewezen.
(HR 1 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9387).