Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Inleiding
2.Onderzoek op de terechtzitting
3.Tenlastelegging
4.Eis officieren van justitie
- vrijspraak van de onder feit 1 ten laste gelegde poging tot moord;
- bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 28;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot dwangverpleging en als bijkomende straf ontzetting uit het recht tot het uitoefenen van een beroep in de zorg, in de breedste zin des woords, voor een periode van 25 (vijfentwintig) jaar, met toezicht door Reclassering Nederland;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/267045-16.
5.Standpunten van de advocaten van de verdachte
6.Waardering van het bewijs
- Is gezien de gezondheid en het medicijngebruik van [naam bewoner] de onwelwording [en/of het overlijden] te verklaren door toediening van [een te hoge dosis] insuline of een andere stof?
- Zo ja, wat zijn hiervan de medische gevolgen geweest voor het slachtoffer en zijn er in de medische- en/of verpleegkundige dossiers aanwijzingen aanwezig voor een verwisseling van personen?
hyperglykemie). Om dat te verlagen, kan insuline of orale bloedsuikerverlagende medicatie worden gebruikt. Als daarvan te veel wordt gebruikt, kan de bloedsuikerwaarde onder de 3,9 mmol/liter komen, wat dus te laag is (een
hypoglykemie). Als een diabetespatiënt niet genoeg eet of te veel inspanning verricht, dan kan dat ook leiden tot een hypoglykemie.
1,1 mmol/liter.
2,1 mmol/liter en ze oogde suf.
- de onwelwording van mevrouw [naam slachtoffer 9] op 26 en 27 maart 2017 zeer waarschijnlijk is veroorzaakt door toediening van een overdosis bloedsuikerverlagende medicatie, meest waarschijnlijk insuline;
- de onwelwordingen van mevrouw [naam slachtoffer 9] op 7 en 8 april 2017 en op 8 en 9 april 2017 vrijwel alleen te verklaren zijn door toediening van bloedsuikerverlagende medicatie, meest waarschijnlijk insuline en dat;
- de dood waarschijnlijk is ingetreden door progressieve ontregeling van de stofwisseling, al dan niet in combinatie met onderdrukking van de ademhaling en bewustzijnsdaling door toediening van dempende medicatie (dormicum, fentanyl en morfine).
onterechte toediening [45] of een te hoge dosering van één of meer langwerkende bloedsuikerverlagend(e) medicament(en), zoals insuline(s) en/of orale bloedsuikerverlagende middelen.
- In alle zaken was het slachtoffer een demente (hoog)bejaarde persoon.
- Vrijwel alle hypoglykemieën hebben zich voorgedaan in de periode van september 2016 tot en met november 2017, de periode die begint met de door de verdachte veroorzaakte hypoglykemie van mevrouw [naam slachtoffer 3] en die eindigt met de door de verdachte veroorzaakte hypoglykemie op 3/4 november 2017 bij mevrouw [naam slachtoffer 1] .
- De verdachte heeft bij een aantal van de slachtoffers meer dan één keer ten onrechte insuline toegediend.
- Vijf van de slachtoffers bij wie de verdachte ten onrechte insuline had toegediend zijn kort na deze toedieningen overleden en dit wist de verdachte.
- De verdachte heeft niet ingegrepen op het moment dat na een hypoglykemie (als gevolg van door hem toegediende insuline) medische behandelingen werden gestaakt en het palliatieve beleid werd gestart. In een aantal gevallen heeft hij mede uitvoering gegeven aan dit beleid en in één zaak heeft hij zelfs aangestuurd op het opstarten van het palliatieve beleid.
- de moord op: mevrouw [naam slachtoffer 7] , mevrouw [naam slachtoffer 8] , mevrouw [naam slachtoffer 9] en mevrouw [naam slachtoffer 2] ;
- zeven pogingen tot moord op: mevrouw [naam slachtoffer 6] , mevrouw [naam slachtoffer 3] , de heer [naam slachtoffer 4] , mevrouw [naam slachtoffer 9] ,
- het brengen en laten in een hulpeloze toestand van alle elf genoemde slachtoffers met daarbij:
- zwaar lichamelijk letsel als gevolg in de zaken van: mevrouw [naam slachtoffer 6] , de heer [naam slachtoffer 4] en mevrouw [naam slachtoffer 11] ;
- de dood als gevolg in de zaken van: mevrouw [naam slachtoffer 7] , mevrouw [naam slachtoffer 8] , mevrouw [naam slachtoffer 9] en van mevrouw [naam slachtoffer 2] ;
- diverse diefstallen, één keer witwassen en één keer valsheid in geschifte.
27 maart 2017te Ridderkerk opzettelijk [naam slachtoffer 9] tot wier verpleging en verzorging hij krachtens overeenkomst verplicht was in een hulpeloze toestand heeft gebracht en heeft gelaten door
van 7 april 2017 tot en met10 april 2017 te Ridderkerk opzettelijk [naam slachtoffer 9] tot wier verpleging en verzorging hij krachtens overeenkomst verplicht was in een hulpeloze toestand heeft gebracht en heeft gelaten door
eekbaar was) ten gevolge had;
7.Strafbaarheid feiten
8.Strafbaarheid verdachte
9.Motivering straf en maatregel
onbewustonwaarheden zou vertellen, werd door de deskundige ontkennend beantwoord.
- De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met verpleging van overheidswege. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling.
- Vastgesteld wordt dat de onder 1, 3 tot en met 5, 7 tot en met 14, 15B, 16 en 18 tot en met 22 bewezen verklaarde feiten, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd, misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
- Vastgesteld wordt dat de strafbare feiten ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd misdrijven betreffen die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daartoe zijn de aard en de kwalificatie van de bewezen verklaarde feiten redengevend. De totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege kan daarom langer dan vier jaar duren.
10.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
11.Vordering tenuitvoerlegging
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Bijlagen
14.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaar;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
het recht een beroep in de zorg- en verplegingssector, in de breedste zin van het woord, uit te oefenen voor de duur van 25 (vijfentwintig) jaar;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de na te noemen personen de navolgende bedragen te betalen en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de hierna volgende duur; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;