Ten slotte stellen [eisers] dat Promontoria misbruik maakt van haar bevoegdheid op het moment dat zij de aangekondigde openbare verkoop doorzet. Die stelling treft doel.
De voorzieningenrechter begrijpt dat [eiser] als financieel ondernemer vaak heeft samengewerkt met VLB en dat tussen hen een goede verstandhouding was ontstaan, reden waarom [eisers] zich ook tot VLB hebben gewend voor hun woonhuisfinanciering in privé. In zijn brief van 16 oktober 2018 heeft de advocaat van Promontoria aan de advocaat van [eisers] medegedeeld dat Promontoria bereid is de geplande executie te heroverwegen in het geval [eisers] een concrete offerte voor herfinanciering ontvangen (van VLB of een andere financier). In dat kader hebben [eisers] ter zitting toegelicht dat zij nog in gesprek zijn met VLB over die herfinanciering, waarbij de oude directeur van VLB ook is betrokken. Gelet op de jarenlange zakelijke relatie en de goede contacten tussen [eiser] en VLB, valt niet uit te sluiten dat die gesprekken leiden tot een (offerte voor) herfinanciering of een andere oplossing. [eisers] hebben er een wezenlijk belang bij dat hen meer tijd wordt gegund om op die wijze een executoriale verkoop af te wenden.
Het Woonhuis betreft een woning die valt onder een exclusieve klasse. Het is geen standaardwoning, te meer omdat een gedeelte van de omliggende grond wordt gehuurd van de gemeente. Splitsing daarvan is niet eenvoudig te bewerkstelligen, aangezien de grens tussen de percelen midden door het zwembad loopt. Die factor draagt eraan bij dat de opbrengst van een dergelijk object bij een executieveiling extra laag zal zijn. [eisers] hebben er daarom des te meer belang bij om het Woonhuis te behouden, wat vooralsnog hun doel is, dan wel onderhands te verkopen.
[eisers] zijn door toedoen van VLB ongewild en eenzijdig naar Promontoria overgeheveld. Daar waar VLB een uitgebreide en persoonlijke service biedt aan haar cliënten, reden waarom [eisers] reeds jaren bij VLB bankieren, is voldoende gebleken dat Promontoria niet hetzelfde niveau van dienstverlening aanbiedt. Voorstelbaar is dat dat voor [eisers] een hard gelag was en dat zij met reden bezwaar maakten tegen de overdracht.
In de overeenkomsten van geldlening (zie 2.2.) is bepaald dat het moment voor continuatie van de overeenkomsten op alsdan vast te stellen rentecondities om de vijf jaar plaatsvindt. Op de voet van die bepaling heeft VLB bij brief van 24 juni 2011 aan [eisers] medegedeeld dat de contractueel vastgelegde rentevorm van de hypothecaire geldleningen per 31 mei 2011 was verlopen en heeft VLB in die brief verschillende rentevoorstellen gedaan. Naar aanleiding daarvan hebben [eisers] gekozen voor een rentevorm met als einddatum 31 mei 2016. Vaststaat dat Promontoria eerst op 12 december 2016 een rentevoorstel heeft gedaan aan [eisers] De stelling van Promontoria dat zij in eerdere brieven (tevergeefs) aan [eisers] heeft gevraagd om financiële informatie teneinde tot een onderbouwd rentevoorstel te komen, blijkt niet uit de overgelegde stukken. Gelet daarop valt geenszins uit te sluiten dat de geldleningsovereenkomsten in 2016 zijn gecontinueerd voor een periode van 5 jaar tegen dezelfde rente als die tot en met mei 2016 van toepassing was. Op dat punt wordt uitgegaan van een rentepercentage van de 3-maands EURIBOR-rente vermeerderd met een opslag van 2%, nu [eisers] hebben gesteld dat dit het oude rentepercentage was en Promontoria dat niet heeft bestreden. Dat betekent dat de door Promontoria berekende renteachterstand van € 166.105,61 niet klopt. Voorshands wordt uitgegaan van de door [eisers] berekende achterstand op basis van de oude rente ad
€ 60.337,33 (van september 2016 t/m november 2018).
Er is geen sprake van betalingsonmacht. Ter zitting hebben [eisers] verklaard dat zij per september 2016 waren gestopt met de rentebetalingen, omdat zij het niet eens waren met de eenzijdige verhoging van de rente door Promontoria. Daarnaast hebben zij laten weten dat zij bereid en in staat zijn het bedrag van € 60.337,33 per omgaande te voldoen aan Promontoria en vervolgens de maandelijkse rente (tevens op oude basis) te blijven voldoen.