In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [verzoekster], een zelfstandig fysiotherapeut, en Allianz Nederland Schadeverzekering, de aansprakelijkheidsverzekeraar van [verweerster 1]. De zaak betreft een verkeersongeval dat plaatsvond op 28 december 2015, waarbij [verzoekster] ernstig letsel opliep door een sleepkabel die door [verweerster 1] was gespannen. Allianz erkende volledige aansprakelijkheid voor de schade die [verzoekster] had geleden.
[Verzoekster] had een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afgesloten bij Reaal en ontving uitkeringen op basis van deze verzekering. In het deelgeschil verzocht [verzoekster] de rechtbank te bepalen dat de AOV-uitkeringen niet verrekend mochten worden met de schadevergoeding die Allianz diende te betalen. Allianz verzocht om afwijzing van dit verzoek. De rechtbank moest beoordelen of de AOV-uitkeringen, die [verzoekster] ontving, verrekend mochten worden met de schadevergoeding van Allianz.
De rechtbank oordeelde dat de AOV in overwegende mate een sommenverzekering is en dat verrekening van 50% van de AOV-uitkeringen met de schadevergoeding redelijk is. De rechtbank overwoog dat de uitkeringen van de AOV en de schadevergoeding van Allianz beide betrekking hebben op de derving van inkomen. De rechtbank besloot dat de AOV-uitkeringen voor 50% verrekend mogen worden met de schadevergoeding, onder aftrek van 50% van de door [verzoekster] betaalde premies. Tevens werden de kosten van de procedure begroot op € 6.099,00, die Allianz aan [verzoekster] moest betalen.