Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek jegens de wrakingskamer
3.De beoordeling van het verzoek jegens de wrakingskamer
9.3 Horen van betrokkenen
4.Het verzoek jegens de rechter en de reactie daarop
- dat de rechter hem nog voordat hij was gaan zitten, ‘toesnauwde’ dat hem de tussenbeslissing en de beslissing geen appel toe te staan ‘zeker niet goed uitkwamen’,
- dat ter zitting bleek dat de rechter haar dossier niet op orde had,
- dat ook bleek dat de rechter niet beschikte over door verzoeker nog in het geding gebrachte relevante stukken omtrent zijn woonplaats de door hem gestelde nietigheid van de inleidende dagvaarding, en
- dat tevens duidelijk werd dat zowel de dossierkennis als de kennis van het recht van de rechter te wensen overliet.