ECLI:NL:RBROT:2018:8539
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij bijstandsweigering op grond van onvoldoende financiële transparantie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 oktober 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die bijstand had aangevraagd op grond van de Participatiewet (Pw). Verzoekster had eerder tot en met 17 april 2018 een bijstandsuitkering ontvangen, maar deze was op 20 april 2018 ingetrokken omdat zij niet had gereageerd op verzoeken om informatie. Op 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland de aanvraag van verzoekster om bijstandsuitkering afgewezen, omdat zij onvoldoende inzicht had gegeven in haar financiële situatie. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 2 oktober 2018 is verzoekster niet verschenen, terwijl de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster de gevraagde bankafschriften van haar en haar minderjarige dochter niet had ingeleverd, wat essentieel was voor het vaststellen van haar recht op bijstand. Verzoekster heeft aangevoerd dat de gevraagde informatie niet van invloed had moeten zijn op haar recht op bijstand, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de gevraagde gegevens cruciaal waren voor het verkrijgen van inzicht in haar financiële situatie.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoekster onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over haar financiële situatie en dat het beroep op de uitzonderingsbepaling van artikel 16 van de Pw niet kan slagen. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.