Uitspraak
16.6833 PW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
Op 24 oktober 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De zaak betreft een hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag op grond van de Participatiewet (PW). Appellante had zich op 28 oktober 2015 gemeld voor bijstand, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat zij onvoldoende informatie had verstrekt over haar financiële situatie. Het college had appellante meerdere keren uitgenodigd om documenten te overleggen, maar zij was niet verschenen en had de gevraagde stukken niet ingediend. De Raad oordeelde dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan. De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat het college terecht de aanvraag had afgewezen, omdat appellante niet voldoende duidelijkheid had verschaft over haar financiële situatie, wat essentieel is voor het vaststellen van recht op bijstand. De beroepsgronden van appellante, waaronder het beroep op het evenredigheidsbeginsel en de zorgvuldigheid van het college, werden verworpen. De uitspraak werd gedaan door F. Hoogendijk, met J.M.M. van Dalen als griffier.