Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 5 januari 2017, met producties;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde];
- de (aanvullende) schriftelijke reactie van [gedaagde], met producties;
- de conclusie van repliek, met een productie;
- de conclusie van dupliek.
2.De vordering
€ 51,98, € 66,98 en € 55,02 aan [gedaagde] gestuurd ten aanzien van abonnements- en gebruikskosten en de afbetalingstermijnen van de telefoontoestellen en op 14 april 2016 een tweetal facturen van elk € 717,80 ten aanzien van de uitfacturering van de overeenkomsten en de resterende termijnen met betrekking tot de telefoontoestellen, nadat T-Mobile de overeenkomsten op 12 april 2016 had ontbonden wegens wanbetaling.
lid 1 BW wenst te verhalen op [gedaagde]. Deze schade van twee maal € 194,19 bestaat uit het bedrag aan resterende abonnementstermijnen, te weten de termijnen vanaf de datum van beëindiging van de overeenkomsten tot de oorspronkelijke expiratiedatum en is in rekening gebracht bij de factuur van 14 april 2016. Direct Pay heeft het gevorderde schadebedrag bij dagvaarding reeds gematigd tot 50% van de resterende abonnementstermijnen. Daarnaast is [gedaagde] de na de beëindiging van de overeenkomsten onbetaald gelaten termijn-betalingen met betrekking tot de (waarde van de) telefoontoestellen ad € 543,12 per toestel verschuldigd, die eveneens bij de factuur van 14 april 2016 in rekening zijn gebracht.
3.Het verweer
4.De beoordeling van de vordering
[gedaagde] in privé zijn afgesloten, maar in zijn hoedanigheid van directeur/eigenaar van [de B.V.]. In de overeenkomsten is uitdrukkelijk vermeld dat [gedaagde] zelf de contractant is, waarbij zelfs nog expliciet is opgenomen dat ook het gebruik van de abonnementen voornamelijk privé is. Dat [gedaagde] bij het afsluiten van de overeenkomsten kennelijk zijn zakelijke (e-mail)adres en bankrekeningnummer heeft opgegeven doet hieraan niet af, nu daar allerlei redenen voor kunnen zijn. [gedaagde] heeft in zijn conclusie van dupliek bovendien zelf aangevoerd dat het ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten voor T-Mobile niet duidelijk was dat het om zakelijke abonnementen ging. Het voorgaande betekent dat Direct Pay op goede gronden
in privé, en dus ook als consument, heeft gedagvaard.
30 november 2015 van (telkens twee keer) € 81,93, 28 december 2015 ad € 51,98,
27 januari 2016 ad € 51,98, 29 februari 2016 ad € 66,98 en 28 maart 2016 ad € 55,02 is dan ook toewijsbaar, met dien verstande dat de in de beide facturen van 29 februari 2016 begrepen administratiekosten van elk € 15,00 inclusief btw als buitengerechtelijke kosten aangemerkt dienen te worden. Dit betekent dat deze facturen toewijsbaar zijn tot een bedrag van elk € 51,98. Uit de in de dagvaarding opgenomen specificatie van de gevorderde hoofdsom kan overigens worden afgeleid dat die kosten reeds op deze facturen in mindering zijn gebracht. Aldus is toewijsbaar de som van voormelde bedragen, zijnde € 585,78.
[gedaagde] de waarde van de telefoontoestellen (volledig) verschuldigd. Het verweer van [gedaagde] dat hij is beroofd van die toestellen, is een omstandigheid die, hoe vervelend ook voor hem, niet aan T-Mobile kan worden toegerekend of kan tegengeworpen. [gedaagde] diende per telefoontoestel een bedrag van € 28,00 inclusief btw per maand te betalen. Nu de overeenkomsten zonder de beëindiging daarvan nog ruim 19 maanden zouden hebben voortgeduurd, leidt het voorgaande ertoe dat voor wat betreft de toestelcomponenten de in de facturen van 14 april 2016 berekende bedragen van € 543,12 per toestel toewijsbaar zijn.
5.De beslissingDe kantonrechter:
Direct Pay vastgesteld op € 553,44 aan verschotten en € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde;