ECLI:NL:RBROT:2018:5094
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.G.L. de Vette
- A.M.J. Adriaansen
- T. van den Akker
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtreding huisvestingswet en huisvestingsverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een pand in Rotterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De eiser kreeg een bestuurlijke boete van € 2.000,- opgelegd omdat hij een woonruimte had gegeven aan een huishouden zonder huisvestingsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen bemoeienis had met de verhuur van de woning aan de huurder, die zonder vergunning in de woning verbleef. De rechtbank oordeelde dat de eiser als overtreder kan worden aangemerkt, omdat hij de huur en borg direct op zijn rekening ontving en in contact stond met de huurder over huurachterstanden. De rechtbank heeft de opgelegde boete in stand gelaten, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de boete te matigen. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard.