ECLI:NL:RBROT:2018:4962
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete wegens overtredingen van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juni 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Minister voor Medische Zorg. De eiser, die niet aanwezig was op de zitting, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister waarin een boete van € 1.575,00 was opgelegd wegens twee overtredingen van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. De overtredingen waren vastgesteld door een inspecteur van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) tijdens een inspectie op 12 februari 2017. Het rapport van de inspecteur vermeldde dat de bedrijfsruimten en apparatuur verontreinigd waren, wat leidde tot de boete. Eiser betwistte de bevindingen van de inspecteur en stelde dat het aangetroffen vuil 'dagvuil' was en geen oud vuil. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur voldoende bewijs had geleverd van de overtredingen en dat de stellingen van eiser niet voldoende onderbouwd waren. De rechtbank concludeerde dat de Minister terecht het bezwaar van eiser ongegrond had verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.