Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2017;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 24 augustus 2017 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de aantekening dat op 16 oktober 2017 een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden;
- de overgelegde producties.
2.De vaststaande feiten
shall not delegate, assign or otherwise transfer in any manner this Agreement, any Order, any duty, right, or interest without the prior written consent of Fokker, and any attempted effort to the contrary shall be void.”
Hescon (cedent) een bedrag ad € 65.000,- te vorderen heeft van Fokker Aerostructures B.V. (debitor cessus) (zie bijgevoegde factuur);
Hescon draagt aan Heel Metaal in eigendom over een deel van de vordering op Fokker Aerostructures B.V. groot € 14.855,00 […] gelijk Heel Metaal die vordering en alle daaraan verbonden rechten in eigendom accepteert. […].
6 december 2016 een creditfactuur voor de eerdere factuur met nummer 2000781 gestuurd en een nieuwe factuur met nummer 2000787 ten bedrage van € 45.000,- exclusief btw
(€ 54.450,- inclusief btw). Fokker heeft deze nieuwe factuur op 14 december 2014 aan Hescon voldaan.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
shall not” in combinatie met de bepaling “
without the prior written consent of Fokker” wijst erop dat op Hescon een verplichting rust om vorderingen niet over te dragen, tenminste niet zonder toestemming van Fokker. Hieruit volgt dat als Fokker in een specifiek geval toestemming voor overdracht verleent, deze vordering wel vatbaar is voor overdracht. De niet-overdraagbaarheid is derhalve afhankelijk gemaakt van het al dan niet toestemming verlenen door Fokker en is geen eigenschap geworden van de vordering zelf. Vervolgens staat in het laatste deel van artikel 22.1 het woord “
void” opgenomen, dat kan worden vertaald als “nietig”, wat erop lijkt te wijzen dat overdracht van de vordering geen (goederenrechtelijk) effect kan hebben. Echter, dit staat zozeer in combinatie met de hieraan voorafgegane mogelijkheid dat Fokker toestemming voor overdracht verleent, dat het enkele woord “void” eerder bedoeld lijkt te zijn om Hescon nadrukkelijk te wijzen op haar verplichting om niet over te dragen dan om te bedingen dat de vorderingen als zodanig niet overdraagbaar zijn. De verwijzing naar het woord “
void” vormt dan ook onvoldoende onderbouwing voor de stelling van Fokker dat aan artikel 22.1 van de raamovereenkomst goederenrechtelijke werking toekomt. Fokker heeft geen andere feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit – naar objectieve maatstaven – kan worden afgeleid dat zij en Hescon hebben beoogd de overdraagbaarheid van vorderingen in goederenrechtelijke zin uit te sluiten, zodat haar primaire verweer wordt verworpen.
Afronden project KDA Full an final Settlement re KDA Oman Project”. Niet betwist is dat tussen Hescon en Fokker op dat moment geen andere opdrachten (meer) liepen. Na creditering van deze factuur naar aanleiding van bezwaren van Fokker (waarvan overigens de vraag is of Hescon dit nog kon doen, aangezien de cessie door de mededeling op 5 december 2016 reeds was voltooid) heeft Hescon Fokker op 6 december 2016 een nieuwe factuur gestuurd met als omschrijving “
Afronden Project KDA”. Ook uit de door Fokker als producties 4 tot en met 7 bij conclusie van antwoord overgelegde e-mailcorrespondentie is af te leiden dat Fokker en Hescon twistten over het bedrag dat Fokker nog verschuldigd was wegens het afronden van het KDA Oman Project. Weliswaar wordt in de akte van cessie verwezen naar de concrete factuur met nummer 2000781, gezien de omschrijving van de factuur is duidelijk dat Hescon (een deel van) haar vordering op Fokker wegens de afronding van het KDA Oman Project cedeerde aan Heel. Hiermee was de over te dragen vordering in voldoende mate bepaald door de akte en kon Fokker van het totale bedrag dat zij (uiteindelijk) nog aan Hescon was verschuldigd het bedrag van € 14.855,- niet bevrijdend aan Hescon betalen, maar had zij dit aan Heel dienen te voldoen.