ECLI:NL:RBROT:2018:1202
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot regularisatieovereenkomst en herziening van sociale verzekeringsbesluiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiser had verzocht om een regularisatieovereenkomst met de Luxemburgse autoriteiten voor de jaren 2013 en 2014, maar dit verzoek werd afgewezen. Het beroep van eiser, voor zover dit betrekking had op de periode na 1 mei 2010, werd gegrond verklaard, omdat verweerder het verzoek had moeten doorzenden aan de Luxemburgse autoriteiten. Voor de tijdvakken voor 1 mei 2010 werd het beroep ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van de eerdere afwijzende besluiten rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat verweerder op goede gronden het herzieningsverzoek had afgewezen en dat de afwijzing van de regularisatieverzoeken voor de jaren 2010 en 2011 terecht was. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd voor de periode na 1 mei 2010 en verweerder opgedragen het verzoek van eiser door te zenden aan de bevoegde Luxemburgse autoriteiten. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.