Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2017 in de zaak tussen
de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
Er is dan ook sprake van enig verband tussen de kosten van de infrastructuur en de exploitatie van de ligplaatsen in boxen. Dat is voldoende om te concluderen dat deze kosten terecht (deels) zijn meegerekend. Daarbij heeft ACM van belang mogen achten dat in de kostenadministratie van eiser met betrekking tot de havenactiviteit de kosten van de haveninfrastructuur als kostenpost zijn opgenomen. Voorts is van belang dat de betreffende kosten zich niet alleen bij bestuursorganen als eiser, maar zich ook bij private bedrijven kunnen voordoen. Het is immers goed denkbaar dat een ondernemer infrastructuur als activa inzet ten behoeve van zijn economische activiteit. Tenslotte is relevant dat eiser kosten maakt voor onderhoud en dergelijke, maar dat private partijen meebetalen aan het onderhoud via de belastingen die zij moeten betalen.
Uit de Nota van Toelichting bij het Besluit markt en overheid volgt dat dit ook geen taak is van ACM, maar dat het bestuursorgaan de bewijslast heeft om (desgevraagd) aan te tonen dat tenminste de integrale kosten in rekening zijn gebracht. Vanwege deze benadering heeft ACM in het primaire besluit het algemene vermogenskostenpercentage van de gemeente Hellevoetsluis van 4,25% gehanteerd, tegen een waarde van € 100,- per m2. Op basis van het door eiser ingebrachte taxatierapport is ACM in het bestreden besluit vervolgens uitgegaan van een vermogenskostenpercentage van 10,5%, tegen een waarde van € 15,- per m2.
Beslissing
mr. S.A. de Vries, leden, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 december 2017.