In de uitspraak van 13 juli 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam de beroepen van eiser gegrond verklaard en de bestreden besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de bestreden besluiten gebrekkig tot stand zijn gekomen, omdat de adviezen van de bezwaarschriftencommissie in strijd met de Verordening tot stand zijn gekomen. Eiser had eerder zijn bezwaren kenbaar gemaakt en verweerder had de gelegenheid gekregen om de gebreken te herstellen, maar dit was niet adequaat gebeurd. De rechtbank concludeerde dat de commissie die over de bezwaren adviseerde niet voldeed aan de vereisten van de Verordening, aangezien deze slechts uit een voorzitter en één commissielid bestond, terwijl er minimaal drie leden vereist zijn. Hierdoor waren de besluiten van verweerder niet rechtsgeldig. De rechtbank heeft verweerder opgedragen nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de eerdere tussenuitspraak en de huidige uitspraak. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 660,- dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.