ECLI:NL:RBROT:2017:5175
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bevel tot beperking van operaties in de Reinaert Kliniek wegens niet-naleving van zorgnormen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2017 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van de Reinaert Kliniek B.V. tegen een bevel van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het bevel, dat op 18 mei 2017 werd opgelegd, verbood de kliniek om kinderen jonger dan drie jaar te opereren en stelde voorwaarden voor operaties aan kinderen tussen de drie en zes jaar, evenals voor borstvergrotingen. Dit bevel was genomen op basis van geconstateerde tekortkomingen in de zorgverlening, waaronder het niet voldoen aan hygiëne-eisen en anesthesienormen. De kliniek heeft bezwaar gemaakt tegen het bevel en verzocht om een voorlopige voorziening, waarbij zij stelde dat de tekortkomingen inmiddels waren verholpen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er ten tijde van de inspectie op 10 mei 2017 ernstige tekortkomingen waren geconstateerd, die een acuut gevaar voor de veiligheid of gezondheid van patiënten vormden. De rechter concludeerde dat de minister in redelijkheid het bevel had kunnen geven en dat de kliniek onvoldoende had aangetoond dat de tekortkomingen waren verholpen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waarbij hij het belang van transparantie en de bescherming van toekomstige patiënten zwaarder liet wegen dan de belangen van de kliniek om negatieve publiciteit te vermijden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zorgaanbieders om te voldoen aan de geldende zorgnormen en de bevoegdheid van de minister om in te grijpen bij niet-naleving.