2.7.De Warenwetregeling Vrijstelling vitaminepreparaten (Vrijstellingsregeling) luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Artikel 3
In vitaminepreparaten zijn geen vitamines aanwezig in hoeveelheden die schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid.
Artikel 4
1 Vitaminepreparaten bevatten per dagelijks volgens de gebruiksaanwijzing te nuttigen hoeveelheid ten hoogste 1200 µg RE vitamine A in de vorm van retinoïden.
2 Vitaminepreparaten bevatten per dagelijks volgens de gebruiksaanwijzing te nuttigen hoeveelheid ten hoogste 75 µg vitamine D.”
De toelichting bij de laatste wijziging van de Vrijstellingsregeling, waarbij het maximum van 25 µg vitamine D is gewijzigd in 75 µg vitamine D (Stcrt. 2015, 40994) luidt, voor zover hier van belang en zonder vermelding van voetnoten, als volgt:
“Regulier Overleg Warenwet
Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW). Hierbij is toegelicht dat het ministerie van VWS zich bij het vaststellen van de maximale hoeveelheden vitamine A in de vorm van retinoïden en vitamine D baseert op de veiligheidsnormen en niet op de voedingskundige normen. Enkele deelnemers zagen liever dat de voedingskundige normen als uitgangspunt waren genomen. Met de andere opmerkingen over onder andere het duidelijk informeren van consumenten, handhaafbaarheid en de situatie in andere EU-lidstaten is zoveel mogelijk rekening gehouden.
Het ontwerp van deze regeling is gemeld aan de Europese Commissie, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG 1998, L 204). Deze notificatie is noodzakelijk, aangezien artikel I van deze regeling een technisch voorschrift is in de zin van richtlijn 98/34/EG. Voor zover deze regeling kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van de volksgezondheid. Naar aanleiding hiervan zijn noch door de lidstaten, noch door de Europese Commissie opmerkingen gemaakt.
De nationale wetgeving voor met vitamines en mineralen verrijkte levensmiddelen en voedingssupplementen is inmiddels vergaand beïnvloed door regelgeving van de Europese Unie. Het Warenwetbesluit Voedingssupplementen geeft uitvoering aan richtlijn 2002/46/EG. Het overleg in Brussel over harmonisatie van de in voedingssupplementen toegelaten hoeveelheden vitamines en mineralen is evenwel nog gaande. Uit verordening (EG) 1925/2006 blijkt welke vitamines en mineralen mogen worden toegevoegd aan levensmiddelen, maar ook daar geldt dat de toegelaten hoeveelheden nog moeten worden vastgesteld. Het is de bedoeling de vrijstellingsregeling in te trekken zodra door de Europese Unie de ten hoogste toegelaten hoeveelheden vitamines en mineralen in levensmiddelen /voedingssupplementen zijn vastgesteld.
De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (verder: EFSA) heeft in 2012 een evaluatie van de maximale hoeveelheid vitamine D gepubliceerd. De EFSA heeft de veilige bovengrens voor personen vanaf 11 jaar verhoogd van 50 µg/dag naar 100 µg/dag. Voor kinderen van 1 tot 11 jaar is de veilige bovengrens verhoogd van 25 µg/dag naar 50 µg/dag. Voor kinderen onder de 1 jaar is de veilige bovengrens 25 µg/dag gebleven. Naar aanleiding van deze evaluatie is het RIVM gevraagd wat deze verhoging van de veilige bovengrens betekent voor de Nederlandse situatie met betrekking tot vitaminepreparaten. Net als bij vitamine A gaat het om de invulling van de vrije ruimte. De vrije ruimte is berekend als het verschil tussen de door de EFSA vastgestelde veilige bovengrens en de dagelijkse inname via de voeding (inclusief producten die vallen onder het convenant smeerbare vetten, exclusief op vrijwillige basis met vitamine D verrijkte producten). Deze vrije ruimte kan worden ingevuld via inname van supplementen en via verrijkte levensmiddelen. Naar aanleiding van het rapport van het RIVM wordt de vrije ruimte voor vitamine D via vitaminepreparaten als volgt ingevuld:
– voor kinderen onder de 1 jaar: maximaal 15 µg/dag;
– voor kinderen van 1 tot en met 10 jaar: maximaal 20 µg/dag;
– voor personen vanaf 11 jaar: 75 µg/dag.
De maximale hoeveelheid vitamine D per dagdosering voor personen vanaf 11 jaar wordt verhoogd van 25 microgram naar 75 microgram. Voor kinderen van 1 tot en met 10 jaar wordt de maximale hoeveelheid vitamine D per dagdosering verhoogd van 15 naar 20 microgram.”
Voorgeschiedenis en besluitvorming verweerder