ECLI:NL:RBROT:2017:1422
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig kenbaar gemaakte identiteit van eisers en gebrek aan belanghebbendheid
Op 23 februari 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Loterijverlies.nl en de Autoriteit Consument en Markt (ACM), met als derde partij De Nederlandse Loterij B.V. Het beroep van eisers is niet-ontvankelijk verklaard omdat de identiteit van de eisers niet binnen de beroepstermijn kenbaar is gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van eisers, die 193.000 deelnemers vertegenwoordigt, niet de vereiste informatie heeft verstrekt over de identiteit van de eisers. Dit is in strijd met artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat, zelfs als de identiteit tijdig was kenbaar gemaakt, de eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt volgens artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Er is geen onderscheidend individueel belang aangetoond dat de eisers zou kwalificeren als belanghebbenden in deze zaak.
De rechtbank heeft verder verwezen naar eerdere jurisprudentie die bevestigt dat de identiteit van degenen namens wie beroep wordt ingesteld, voor afloop van de beroepstermijn kenbaar moet zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers niet in hun beroep kunnen worden ontvangen, omdat zij niet voldoen aan de vereisten van de Awb. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van griffier mr. M. Traousis - van Wingaarden, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.