Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 februari 2017 in de zaak tussen
[Naam onderneming], te Oss, eiseres,
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Dat biergist door [naam voederbedrijf] wordt omschreven als voedermiddel doet daar volgens eiseres niet aan af. Voor zover verweerder zich op het standpunt stelt dat niet is gebleken dat de producent van het biergist ditzelfde product ook aan de levensmiddelenbedrijven levert en dat daarom de uitzondering niet van toepassing is, heeft eiseres aangevoerd dat de uitzondering innerlijk tegenstrijdig is. Omdat voor de uitleg van de begrippen levensmiddel en diervoeder in artikel 2 van Verordening (EG) Nr. 178/2002 louter moet worden gekeken naar de bestemming van het product, heeft te gelden dat wanneer de uitzondering spreekt over een levensmiddel dat vervoerd mag worden naar een diervoederbedrijf, dat het geen levensmiddel maar diervoeder is. Ter zitting heeft eiseres zich in dit verband voorts op het standpunt gesteld dat op de vervoerder geen onderzoeksplicht rust, maar dat de producent verantwoordelijk is voor het maken van een keuze tussen een food- of feedauto voor het vervoer. Eiseres heeft hier voorts aan toegevoegd dat de ontvanger van het product zal moeten beoordelen of het product (nog steeds) geschikt is voor menselijke productie, maar dat eiseres wel het juiste reinigingsregime toepast op de tanks.