ECLI:NL:RBROT:2016:887
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan werkgever wegens overtreding van het rookverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een horecaondernemer. De minister had aan de ondernemer een boete van € 4.500,- opgelegd wegens herhaalde overtredingen van artikel 11a, eerste lid, van de Tabakswet, die werkgevers verplicht om maatregelen te treffen zodat werknemers niet hinder ondervinden van roken door anderen. De ondernemer heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ondernemer niet voldoende maatregelen had getroffen en dat de boete terecht was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de ondernemer niet in haar verdediging was geschaad, ondanks haar argumenten over de zorgvuldigheid van het besluitvormingsproces. De rechtbank concludeerde dat de overtreding vaststond en dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen. Het beroep van de ondernemer werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.