Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 oktober 2016 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
1 maart 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:697) dient de vraag waar iemand zijn woonadres heeft, te worden beantwoord aan de hand van concrete feiten en omstandigheden en komt aan de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), thans BRP, geen doorslaggevende betekenis toe. Uit rechtspraak van de Raad volgt verder dat aan een hoger dan wel hoog waterverbruik geen doorslaggevende betekenis toekomt (bijvoorbeeld de uitspraken van 4 september 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BX7182, en 11 februari 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:477).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak een nieuwe beslissing op het bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van € 45,00 vergoedt.
mr. E. Lunenberg, leden, in aanwezigheid van mr. J.J. van Giezen-Groenewoud, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2016.