Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 oktober 2015, met de producties 1-6;
- de conclusie van antwoord, met de producties 1-4;
- het tussenvonnis (bij brief) van 16 maart 2016;
- de brief van 30 mei 2016 van de rechtbank met vragen voor de zitting;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 juli 2016.
2.De vordering
3.De beoordeling
feiten en omstandigheden
- de geldlening van € 1.710.000,
- de verpanding door Cinjee (pandgever) van de aandelen in [pandgever] ten behoeve van [eiser] (pandhouder) tot meerdere zekerheid van de aflossing van de lening, alsmede
- de verpanding door [pandgever] (pandgever) van haar verzekeringsportefeuille ten behoeve van [eiser] (pandhouder) tot meerdere zekerheid van de nakoming door Cinjee van de "Nadere bepalingen ter zake verpanding van aandelen".
II. Verpanding van aandelen.(…)
BEPALINGEN EN BEDINGEN:
(…)
6. Pandgever verplicht zich voormelde Aandelen niet te verkopen, te ruilen, te schenken of op andere wijze te vervreemden (…).
(…)
Nadere bepaling terzake verpanding van aandelen.Ter zake van voormelde verpanding van aandelen in de vennootschap zijn Pandhouder en Pandgever nog uitdrukkelijk nader overeengekomen als volgt:
a. Het is Pandgever - zolang de hiervoor in Hoofdstuk I genoemde geldlening niet of niet volledig is afgelost - niet toegestaan om de hierna in deze akte nader te omschrijven assurantieportefeuille of de rechten daarop, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Pandgever te verkopen, te ruilen, te schenken of op andere wijze te vervreemden (…).
(…)
c. Wanneer Pandgever of de vennootschap met de naleving van het hiervoor onder a en b bepaalde in gebreke blijft, is de hiervoor in Hoofdstuk I genoemde geldlening direct en geheel opeisbaar, zulks met inachtneming van de hiervoor in Hoofdstuk II genoemde rechten van de Pandhouder.
III. Verpanding assurantieportefeuille.1. De comparanten, handelende als gemeld, verklaren, te zijn overeengekomen dat, tot meerdere zekerheid van de nakoming door gemelde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Cinjee Schadeverzekeringen B.V., alsmede voormelde hoofdelijke mede schuldenaren, van het hiervoor in Hoofdstuk II onder "Nadere bepalingen terzake verpanding van aandelen" bepaalde ten behoeve van gemelde besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: [eiser] , pandhouder voornoemd, tot een bedrag van éénmiljoenzevenhonderd tienduizend euro (€ 1.710.000,00) een eerste pandrecht zal worden gevestigd op de hierna omschreven assurantieportefeuille.
2. Ter uitvoering van het vorenstaande verklaart de comparant sub 2, handelende voor en aldus namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: [pandgever] - hierna voor zover in deze akte niet anders aangeduid ook te noemen: pandgever - in eerste pand te geven aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: [eiser] - pandhouder voornoemd - voor welke vennootschap de comparant sub 1 verklaart in eerste pand aan te nemen:
de zich in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: [pandgever] bevindende assurantieportefeuille, welke nader is gespecificeerd op de aan deze akte gehechte Bijlage van het portefeuille overzicht, hierna ook te noemen: de assurantieportefeuille.
Onder de assurantieportefeuille wordt verstaan: alle portefeuillerechten bestaande uit de rechten op provisie-, volmacht-, en de eventuele extra- en/of bonusprovisie en het recht op beheer - waaronder het recht op premie-incasso.
1. Voor het geval tot meerdere zekerheid van één van uw (toekomstige) vorderingsrechten door gefailleerde (zekerheids)rechten op de portefeuille mochten zijn gegeven of door u zijn voorbehouden, meer in het bijzonder de pandrechten, deel ik u mede dat ik deze voorshands niet zal erkennen, aangezien de wet geen grondslag biedt voor het vestigen van pandrechten op samenstelsels van strikte contractuele relaties als de onderhavige. (…)
Tenzij u anderszins aantoont, zal ik ook in uw geval ervan uitgaan dat slechts beoogd werd om een pandrecht op de portefeuille en niet op de provisie te vestigen.
(…)
Werkafspraken verkoopopbrengst.
3. De portefeuille wordt door een onafhankelijk taxateur gewaardeerd. Voor het geval uit een onherroepelijke gerechtelijke uitspraak over deze kwestie mocht blijken dat uw zekerheidsrecht, of een onderdeel/aspect daarvan wèl geldig is, zal ik de verkoopopbrengst van de portefeuilles zoveel mogelijk separeren onder inhouding van de gebruikelijke boedelbijdrage. Om diezelfde reden zal ik uw vordering plaatsen op de lijst van voorlopig erkende bijzonder preferente crediteuren. De voorlopig toegekende preferentie geldt bijzonder ten aanzien van de opbrengst van uw nader te identificeren aandeel in de portefeuille. U kunt hieraan nog geen rechten ontlenen, want zoals uit punt 1 volgt, zal er naar verwachting een principiële gerechtelijke uitspraak nodig zijn omtrent de geldigheid van pandrechten c.q. eventuele bijzondere preferenties. (…)
(…)".
3. De voormalig curator heeft bij aanvang van het faillissement het algemene standpunt ingenomen dat het vestigen van een pandrecht op een assurantieportefeuille niet mogelijk is. Ik zie geen reden een ander standpunt in te nemen en om die reden wordt de preferentie van uw vordering betwist.
4. Wij proberen zo spoedig mogelijk via de rechter duidelijkheid te krijgen omtrent de mogelijkheid van verpanding van een assurantieportefeuille.
5. Los daarvan is in dit geval naar onze mening het pandrecht niet rechtsgeldig gevestigd, (bijvoorbeeld) omdat:
(…)
- De verpanding in strijd is met artikel 2:207c BW(oud) zoals dat ten tijde van de verpanding gold. Dit artikel bepaalt – kort gezegd – dat het niet is toegestaan dat een vennootschap een zekerheidsrecht (pandrecht) geeft aan een derde, waardoor deze derde aandelen in de vennootschap kan kopen.
(…)
9. Op grond van het bovenstaande geef ik u in overweging beroep op een pandrecht in te trekken. Als u een beroep handhaaft, zal over de rechtsgeldigheid van de preferentie van uw vordering een procedure gevoerd moeten worden tegen de boedel. U dient zich daarvoor tot een advocaat te wenden.
10. Indien u beroep op een pandrecht intrekt, gelieve u mij dit binnen 14 dagen te laten weten. Ik zal dan uw vordering plaatsen op de lijst van voorlopig erkende concurrente crediteuren.
11. Als u uw beroep op een pandrecht niet intrekt, zal ik uw beroep hierop zoals gezegd betwisten.
12. Ik zal u informeren zodra de rechter over de vraag of een assurantieportefeuille kan worden verpand, een oordeel heeft gegeven, alsmede over de andere relevante ontwikkelingen in dit faillissement.
(…)".
De rechtbank volgt dit standpunt niet. De juridische grondslag voor de vordering is de gestelde beroepsfout van de notaris. Voor de beoordeling van de vraag of de notaris aansprakelijk is wegens een beroepsfout is niet noodzakelijk dat in de relatie tussen [eiser] en de curator/de faillissementsboedel in rechte vaststaat dat de zekerheidsconstructie (al dan) niet rechtsgeldig is. Dit laatste kan, indien aansprakelijkheid zou worden vastgesteld, aan de orde komen in het kader van de beoordeling van het noodzakelijke causale verband tussen het handelen van de notaris en de gestelde schade (waaronder te begrijpen het eigen schuld-verweer).
(…)
zekerheid van de betaling van de op enig moment resterende maandtermijnen, geeft de pandgever (koper) aan de pandhouder (verkoper) in pand, zowel de aandelen van de B.V. als de
verzekeringsportefeuille- en provisierechten betrekking hebbend op de in artikel 1 geleverde portefeuille" (
onderstrepingen rechtbank)
4.De beslissing
19 oktober 2016voor het nemen van een conclusie na tussenvonnis door [eiser] , vervolgens een antwoordconclusie na tussenvonnis door de notaris en tot slot een akte door [eiser] , een en ander zoals hiervoor aangegeven.