ECLI:NL:HR:2004:AO1962
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de nietigheid van financieringsovereenkomsten en zekerheden in faillissement
In deze zaak heeft de curator van [A] B.V. de Coöperatieve Rabobank 'Katwijk aan den Rijn/Valkenburg Z.H.' gedagvaard in verband met een vordering tot betaling van een bedrag van ƒ 645.614,17, vermeerderd met wettelijke vertragingsrente. De curator stelde dat de financieringsovereenkomsten en de daarbij behorende zekerheden nietig waren op grond van artikel 2:207c BW, omdat deze overeenkomsten in strijd zouden zijn met de wettelijke bepalingen omtrent het kapitaal van de besloten vennootschap. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft de vorderingen van de curator afgewezen, waarna de curator in hoger beroep ging bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van de curator af.
De curator heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de vorderingen van de curator niet konden slagen. De Hoge Raad oordeelde dat de door de curator aangevoerde gronden niet voldoende waren om de nietigheid van de financieringsovereenkomsten en de zekerheden te onderbouwen. De Hoge Raad bevestigde dat de lening die door [A] aan Beheer was verstrekt, niet in strijd was met de statuten van [A] en dat de bank de zekerheden mocht uitwinnen. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de curator in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de bank zijn begroot op € 4.607,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de uitleg van artikel 2:207c BW en de mogelijkheden voor vennootschappen om leningen te verstrekken met het oog op het verkrijgen van aandelen. De Hoge Raad heeft verduidelijkt dat de bepalingen van dit artikel niet zo strikt moeten worden geïnterpreteerd dat zij de normale bedrijfsvoering van vennootschappen onterecht belemmeren.