ECLI:NL:RBROT:2016:6523
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Woudstra
- M. Munsterman
- M.J.S. Kortweg-Wiers
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over voorwaardelijk ontslag van een PI-medewerker wegens ernstig plichtsverzuim
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over het voorwaardelijk ontslag van een penitentiair inrichtingswerker, eiser, wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Eiser was sinds mei 1991 werkzaam bij de Penitentiaire Inrichting en had zich op 31 mei 2012 ziek gemeld. In maart 2015 legde de Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder, eiser met onmiddellijke ingang de disciplinaire straf van voorwaardelijk ontslag op, met een proeftijd van twee jaar, vanwege ernstig plichtsverzuim. Dit besluit werd in juli 2015 door verweerder gehandhaafd na een bezwaarschrift van eiser.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had zich schuldig gemaakt aan zeer ernstig plichtsverzuim door niet te melden dat hij verdachte was in een strafzaak en dat hij eerder was beboet voor rijden onder invloed. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij door psychische klachten niet in staat was om de ontoelaatbaarheid van zijn gedragingen in te zien. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde straf van voorwaardelijk ontslag niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim en dat verweerder bevoegd was om deze straf op te leggen. De uitspraak benadrukt de hoge eisen die aan de integriteit en betrouwbaarheid van medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen worden gesteld.
De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.