ECLI:NL:RBROT:2016:4794
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens overtreding rookverbod en betwisting gezagsverhouding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een horeca-exploitant, en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eiseres kreeg een boete van € 600,- opgelegd wegens overtreding van het rookverbod in haar café, Jo-Jo’s Café. De overtreding werd vastgesteld door toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) tijdens een inspectie op 23 oktober 2014, waarbij werd geconstateerd dat er in de horeca-inrichting werd gerookt. Eiseres betwistte de gezagsverhouding met de man die achter de bar stond en stelde dat haar café minder dan 70 m2 groot was, waardoor zij niet als werkgever kon worden aangemerkt onder de Tabakswet.
De rechtbank oordeelde dat de boete terecht was opgelegd. Eiseres had niet aangetoond dat er geen gezagsverhouding bestond, en de rechtbank concludeerde dat de toezichthouders op basis van hun bevindingen de overtreding konden vaststellen. De rechtbank wees erop dat de wetgeving omtrent het rookverbod op het moment van de overtreding niet in het voordeel van eiseres was gewijzigd. De rechtbank vond dat de identiteit van de toezichthouders niet bekendgemaakt hoefde te worden en dat de bevindingen in het proces-verbaal betrouwbaar waren. Eiseres had geen omstandigheden aangevoerd die tot een matiging van de boete zouden moeten leiden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken in hoger beroep te gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.