In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis. De eiser, die samenwoont met zijn moeder, heeft beroep ingesteld tegen de toepassing van de kostendelersnorm op zijn bijstandsuitkering. De kostendelersnorm, zoals vastgelegd in artikel 22a van de Participatiewet, houdt in dat bijstandsuitkeringen worden verlaagd wanneer iemand samenwoont met een meerderjarig persoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser per 1 juli 2015 zijn hoofdverblijf heeft in dezelfde woning als zijn moeder, waardoor de kostendelersnorm van toepassing is. Eiser heeft aangevoerd dat deze norm onrechtvaardig is en in strijd met het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelt dat de wet dwingend voorschrijft hoe de kostendelersnorm moet worden toegepast en dat er geen ruimte is voor afwijkingen in dit geval. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en benadrukt dat de rechter niet de billijkheid van de wet kan beoordelen, maar enkel de toepassing ervan. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.