1.3.In verband met het onderzoek is bij besluit van 25 juli 2014 de bevoegdheid van eiser om van het SUWI-netwerk gebruik te maken ingetrokken. Tevens is eiser buitengewoon verlof toegekend. Omdat eiser op 5 september 2014 te kennen gaf niet langer in te stemmen met het buitengewoon verlof is eiser aansluitend geschorst, welke schorsing meerdere malen is verlengd. Tevens is eiser de toegang tot de kantoren en andere werkterreinen van de [naam 9] -organisatie en de aangesloten gemeenten ontzegd. Eiser is daarbij opgedragen zijn zakelijke laptop en telefoon in te leveren voor onderzoek. Bij brief van 24 november 2014 heeft verweerder het voornemen geuit tot het opleggen van de straf van onvoorwaardelijk ontslag van eiser. Vervolgens heeft besluitvorming plaatsgevonden zoals weergegeven onder het procesverloop.
2. Verweerder heeft eiser tegengeworpen dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim vanwege de volgende gedragingen:
het op grote schaal onterecht raadplegen van Suwinet;
het delen van gegevens uit gesloten bronnen met anderen zonder dat hiervoor een juridische grondslag aanwezig was;
het in het kader van zijn eigen bedrijf verzoeken aan anderen om voor hem Suwinet en/of BRP gegevens te raadplegen, respectievelijk het door hem ontvangen van deze gegevens;
het adverteren voor zijn eigen bedrijf met de mogelijkheid om GBA-controles uit te voeren;
het gebruik van bedrijfsmiddelen van de [naam 9] -organisatie, respectievelijk van de gemeente [vestigingsplaats 1] voor zijn eigen bedrijf;
het ruimschoots onder werktijd van de [naam 9] -organisatie uitvoeren van werkzaamheden voor zijn eigen bedrijf;
het afleggen van onjuiste en ongeloofwaardige verklaringen;
et tegenwerken van het onderzoek naar zijn functioneren;
het ten onrechte niet voldoen aan volstrekt redelijke opdrachten van zijn leidinggevende;
het nalaten openheid van zaken te geven.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder – voor zover hier van belang – de primaire besluiten tot strafontslag en gedeeltelijke inhouding van de bezoldiging gehandhaafd. Verweerder heeft het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften van 9 juni 2015, met uitzondering van enkele passages waarvan hij gemotiveerd is afgeweken, overgenomen.
4. Het verzoek van eiser in het beroepschrift om al hetgeen bij de zienswijze en in bezwaar is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen zonder daarbij aan te geven in welk opzicht, in zijn visie, de reactie van verweerder in het bestreden besluit op de bezwaargronden ontoereikend was, is onvoldoende om te spreken van een beroepsgrond waar de rechtbank op dient in te gaan. De rechtbank zal zich dan ook in het hiernavolgende beperken tot de expliciet in het beroepschrift tegen de beslissing op bezwaar aangevoerde gronden.
5. Eiser betoogt dat de korting op zijn bezoldiging van 50% tijdens de schorsing van drie maanden geen stand kan houden, omdat door verweerder geen reële belangenafweging is gemaakt en verweerder geen toestemming heeft verleend voor het verrichten van nevenwerkzaamheden. Dit betoog faalt.