De rechtbank acht de opgelegde disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig aan de aard en ernst van dit plichtsverzuim en overweegt daartoe als volgt.
Dat de verklaringen van de collega’s haaks op elkaar staan volgt de rechtbank niet. Verweerder heeft terecht overwogen, en uit het rapport van bevindingen blijkt, dat het voor diverse collega’s onduidelijk was of de fles alcohol bevatte of niet, maar dat de nacht voorafgaande aan de bewuste nacht onderling is besproken dat het meebrengen van alcoholische drank niet is toegestaan.
Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat aan de collega’s die ook van de alcohol hebben gedronken een disciplinaire maatregel (schriftelijke berisping) is opgelegd.
De verweten gedragingen kunnen als ernstig worden aangemerkt. Het nuttigen van alcohol tijdens werktijd is een algemeen verbod. Voorts is van belang dat aan een complexbeveiliger, gelet op de aard en het karakter van de (voorbeeld)functie, hoge eisen mogen worden gesteld aan betrouwbaarheid en integriteit. Door bij herhaling onjuiste verklaringen af te leggen en niet de waarheid te vertellen over hetgeen exact heeft plaatsgevonden in de oudejaarsnacht heeft eiser het vertrouwen dat verweerder in hem moest kunnen stellen zeer beschaamd. Dit verdraagt zich naar het oordeel van de rechtbank niet met de uitoefening van zijn functie.
Ter zitting heeft verweerder benadrukt dat het niet tot inkeer komen op 2 januari 2015 om de waarheid te vertellen, maar juist de poging de onjuiste verklaring met het overhandigen van een andere fles te onderbouwen eiser zwaar wordt aangerekend.
Verweerder heeft er terecht op gewezen dat het belang van betrouwbare en integere medewerkers werkzaam bij de DJI zeer zwaar weegt. Dit belang heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank kunnen laten prevaleren boven de persoonlijke belangen van eiser bij behoud van zijn functie.
Eiser heeft het vertrouwen van verweerder in hem onherstelbaar beschadigd, zodat verweerder kan worden gevolgd in zijn standpunt dat voortzetting van het dienstverband redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd. Ook na weging van de persoonlijke belangen van eiser acht de rechtbank de opgelegde straf niet onevenredig aan de verweten gedragingen. Eisers beroepsgrond slaagt niet.