ECLI:NL:RBROT:2016:1667
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Woudstra
- E.J. Rutten
- J.L.S.M. Hillen
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd door de Autoriteit Financiële Markten wegens overtreding van de Wet op het financieel toezicht
Op 3 maart 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) en [eiseres]. De AFM had op 21 oktober 2014 een bestuurlijke boete van € 100.000,- opgelegd aan [eiseres] wegens overtreding van artikel 2:65 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Dit besluit volgde op een informatieverzoek van de AFM aan [eiseres] in januari 2012, waarna [eiseres] het aanbieden van participaties stopzette. De AFM verklaarde het bezwaar van [eiseres] tegen het primaire besluit ongegrond in een besluit van 29 juni 2015. De rechtbank heeft op 22 januari 2016 de zitting gehouden, waarbij de gemachtigden van [eiseres] en de AFM aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat [eiseres] in de periode van 1 september 2011 tot 18 januari 2013 deelnemingsrechten in een beleggingsinstelling heeft aangeboden zonder de vereiste vergunning. De rechtbank concludeerde dat de AFM bevoegd was om een bestuurlijke boete op te leggen en dat de overtreding verwijtbaar was. De rechtbank verwierp de stelling van [eiseres] dat de boete gematigd moest worden vanwege de geringe ernst en verminderde verwijtbaarheid. De rechtbank oordeelde dat de AFM de ernst van de overtreding terecht als hoog had ingeschat en dat de opgelegde boete niet onevenredig was aan de aard en ernst van de overtreding.
De rechtbank verklaarde het beroep van [eiseres] ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 maart 2016, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.