ECLI:NL:RBROT:2015:9746
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een vuurwerkverkoopvergunning na Bibob-advies met betrekking tot een zakelijk samenwerkingsverband met een veroordeeld familielid
Op 24 december 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de intrekking van een vuurwerkverkoopvergunning. De vergunning was eerder verleend aan verzoekster, maar werd ingetrokken na advies van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) vanwege een zakelijk samenwerkingsverband met een familielid dat veroordeeld was voor verschillende strafbare feiten, waaronder valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie. De burgemeester van Rotterdam, als verweerder, stelde dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen voordelen te benutten. Verzoekster voerde aan dat er geen zakelijk samenwerkingsverband bestond en dat haar belangen zwaarder wogen dan het algemeen belang van de intrekking van de vergunning.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster een spoedeisend belang had bij het treffen van een voorlopige voorziening, maar dat de burgemeester in redelijkheid had kunnen besluiten de vergunning in te trekken. De rechter benadrukte dat de aanwezigheid van een familierelatie in combinatie met de betrokkenheid in dezelfde branche aanwijzingen zijn voor een mogelijk samenwerkingsverband. De voorzieningenrechter concludeerde dat het algemeen belang om te voorkomen dat de overheid het benutten van uit strafbare feiten verkregen voordelen faciliteert, zwaarder woog dan de belangen van verzoekster. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.