ECLI:NL:RBROT:2015:9148
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. van Velzen
- L.A.C. van Nifterick
- J.L.S.M. Hillen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot matiging van last onder dwangsom door de Autoriteit Financiële Markten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM). Eiseres had verzocht om matiging van een op 16 januari 2012 opgelegde last onder dwangsom van € 80.000,-, die inmiddels verbeurd was. De AFM had dit verzoek afgewezen, en eiseres had hiertegen bezwaar gemaakt. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen beroep had ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 13 juni 2012, waardoor de besluiten tot het opleggen van de last en de invordering daarvan in rechte vaststonden. De rechtbank moest zich daarom richten op de rechtmatigheid van de last onder dwangsom en de verbeuring daarvan.
De rechtbank stelde vast dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar financiële situatie dermate beperkt was dat zij de last niet kon voldoen. De AFM had zich terecht gebaseerd op de financiële gegevens van eiseres uit 2010, aangezien deze de meest recente gecontroleerde jaarrekening was die aan de AFM was overgelegd. Eiseres had niet de nodige informatie verstrekt om haar stellingen over haar beperkte draagkracht te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de AFM het verzoek tot matiging van de dwangsom terecht had afgewezen en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen, waarbij binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.